Maurits Hendriks
NOS Sport

Sportbaas Hendriks over Spelen: 'Waren by far effectiefste land dat deelnam'

Terwijl de Nederlandse olympische ploeg zondag onder aanvoering van vlaggendraagster Irene Schouten het Vogelnest in Peking binnenwandelt, zit technisch directeur Maurits Hendriks van NOC*NSF doodleuk in een Hilversumse radiostudio. Hij laat de sluitingsceremonie maar even aan zich voorbijgaan.

"Ja, dat is prachtig voor de sporters", aldus de sportbaas, die zijn job per 1 april na een dienstverband van twaalf jaar overdoet aan André Cats. "Maar ik mag donderdag weer naar China terug voor de Paralympische Spelen. Dus ik vind het heel fijn om even een paar dagen hier te hebben. Dan heb ik toch even mijn gezin gezien."

Net als afgelopen zomer in Tokio speelden ook in Peking de coronaperikelen een grote rol. In de olympische bubbel waren de laatste dagen besmettingen zeldzaam geworden, maar dat was bij aankomst van de Nederlandse ploeg wel anders. "Zeker. Als je kijkt naar wat er in Tokio gebeurd is, dan is het helemaal niet raar om vast te stellen dat sommige sporters daar slapeloze nachten van hebben gehad."

Lessen van Tokio

De pijnlijke lessen van Tokio, waar een aantal Nederlandse sporters ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch besmet raakten en niet in actie konden komen, hebben hun uitwerking niet gemist. Er moesten voor Peking weliswaar wat mensen uit de olympische ploeg alsnog thuisblijven, maar dat betrof geen sporters.

TeamNL tijdens de sluitingsceremonie van de Olympische Winterspelen in Beijing

Afstand houden was uiteraard het devies. "Ook van je eigen gezin", verduidelijkt Hendriks. "Als je jonge kinderen hebt en je zit midden in een uitbraak... Er zijn echt sporters bij die vier, vijf, zes weken hun eigen geliefden niet hebben gezien."

Ook de vliegreis werd met extra zorg omgeven, zodat er geen kans was voor een besmettingshaard aan boord, zoals op weg naar Tokio. Er waren voor de olympische ploeg aparte incheckbalies en een aparte wachtruimte, ze gingen als laatste aan boord en zaten voorin het toestel met acht lege rijen tot de overige passagiers.

Paar medailles gemist

En dus kon eenmaal ter plekke de focus volop op het sportieve aspect gericht worden. Dat leidde uiteindelijk tot zeventien medailles, drie minder dan vier jaar geleden in Pyeongchang. En daar baalt Hendriks toch wel een beetje van, moet hij bekennen. "Nou, we hebben er echt een paar gemist die bij ons op het lijstje stonden. Laten we daar niet omheen draaien."

"De teampursuit mannen is gewoon echt een teleurstelling. En ik denk dat ik niks raars zeg als ik zeg dat wij Jorrit Bergsma hadden staan voor een medaille op de lange afstanden. Geweldig wat Suzanne Schulting bij het shorttrack heeft gedaan. En ook de relay-vrouwen. Maar daar staat wel tegenover dat we de mixed relay hadden staan en we dachten ook dat we bij de mannen kansrijker waren dan we geweest zijn."

Patrick Roest, Marcel Bosker en Sven Kramer na de verloren halve finale ploegenachtervolging

Aan de andere kant: die hele oogst aan medailles werd wel binnengeharkt met een relatief kleine ploeg, constateert de voormalige hockeycoach. En die acht gouden, vijf zilveren en vier bronzen plakken brachten de Oranje-delegatie wel op de zesde plaats in de medaillespiegel.

Divers sportland

"We hebben by far het kleinste team, maar als je dan ziet hoeveel van onze sporters bij de top van de wereld staan... Ook de snowboarders Niek van der Velden en Melissa Peperkamp eindigden gewoon in de topzes. En als je kijkt hoeveel medailles we halen uit die kleine ploeg, dan zijn we by far het meeste effectieve land dat deelneemt. Dat komt ook doordat wij best streng selecteren in vergelijking met andere landen."

Die zesde plaats in de medaillespiegel doet Hendriks dan ook deugd. "Dat laat zien hoe goed Nederland is in de internationale sportarena, en in hoeveel sporten wij om het podium meedoen. En het mooie is dat dat steeds meer sporten zijn. Dat je dan uiteindelijk ook steeds meer medailles wint, brengt je hoger in die ranking. Het is prachtig om te zien dat we zo'n sportland zijn."

Hendriks worstelt met rol van sport in autoritair China: 'Meer sporters geëngageerd'

"Ik ben ongelooflijk trots dat we als land die stijgende lijn hebben en dat we in zo veel sporten - ook niet-olympische, tot de Formule 1 aan toe - een rol van betekenis spelen. Trots ook op dat we zo'n divers sportland zijn en op het feit dat in ons land jongens en meisjes een gelijke kans hebben. We winnen het vrouwenmedailleklassement in de wereld. Dat vind ik een mooie constatering."

Sms'je

Tot die prijswinnende vrouwen - goud nog wel - behoort ook shorttrackster Yara van Kerkhof, die op weg naar de vorige Winterspelen plots in een dopingzaak verzeild raakte.

"Dat was uiteindelijk te herleiden tot een genetische conditie bij haar, maar zij zat destijds in zak en as", herinnert Hendriks zich. "Ik vond het wel belangrijk dat zij mij op dat soort momenten wist te vinden. Op die momenten voel ik enorm de waarde van wat ik doe."

Yara van Kerkhof (links) en haar ploeggenoten vieren het olympisch relay-goud

Hij haalt in dat kader ook Hein Otterspeer aan. "De afgelopen twee Winterspelen heb ik op het moment dat Nederland het stadion binnenliep, de sporters die het net niet gehaald hadden een sms'je gestuurd. Dat vond ik ongelooflijk belangrijk, om ze te vertellen: hou het vast, jouw moment komt nog. En Hein stuurde mij nu tijdens deze openingsceremonie een sms'je terug: Maurits, dank je wel, ik ben het nooit vergeten."

Het zijn momenten die hem kunnen ontroeren. Ook alpineskiër Maarten Meiners valt in die categorie. "Hij heeft echt het beste van zichzelf laten zien, terwijl hij twee dagen daarvoor nog met rugklachten in bed lag en nauwelijks kon lopen."

Stimulans

De 30-jarige Amersfoorter eindigde op de reuzenslalom op een verdienstelijke achttiende plaats, hoewel hij zich naar de maatstaven van het NOC*NSF niet eens geplaatst had voor Peking. Meiners had door de coronapandemie niet optimaal kunnen laten zien wat hij waard was en kreeg daarom het voordeel van de twijfel. Net als onder anderen de bobsleeërs, die evenmin tot de podiumkandidaten gerekend konden worden.

Maarten Meiners op de eerste run in de reuzenslalom

De harde eis van een reële kans op een topachtklassering had Hendriks bij wijze van uitzondering losgelaten. "In sommige mondiale sporten is de prestatiedichtheid zo groot, dat niet alleen de topacht kans maakt om Nederland op een goede manier te vertegenwoordigen of misschien mee te doen om een medaille, maar de toptwaalf of misschien wel de toptwintig. Die realiteit moeten we elke keer weer bekijken."

Bovendien kan de deelname in voor Nederland minder voor de hand liggende sporten de kennis van die sporten vergroten. En wie weet gaat er van een landgenoot die in een olympisch decor op ski's naar beneden suist of in een bobslee door de bochten vliegt wel een stimulans uit bij de tv-kijkende jeugd.

Hoe dan ook, het zijn niet alleen de successen en medailles waarop Hendriks met genoegen terugkijkt, als hij straks afzwaait. En wat hij daarna gaat doen? Hij lijkt wel een idee te hebben, maar houdt zijn plannen nog even voor zich. Het is tenslotte nog geen 1 april, de dag van zijn afscheid. En eerst wachten de Paralympische Spelen nog. Op naar China maar weer dus.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl