Soep maken met ouderen én voedselverspilling tegengaan: met het bedrijfje Oma's Soep slaan Max Kranendijk en Robert Croese twee vliegen in één klap. Dagelijks gaan de jongens supermarkten in Amsterdam langs om afgedankte groenten op te halen. Om daar vervolgens soep van te maken met ouderen in buurthuizen.
"Thuis zitten deze mensen vaak alleen", vertelt Max. "Mijn oma maakte vroeger heerlijke bouillonsoep." Maar omdat Max in Amsterdam woont en zijn oma in Maastricht, kan hij niet zo vaak langs als hij wil. "En Robert heeft geneeskunde gestudeerd. Daar heeft hij veel met ouderen gewerkt. Hij merkte dat er genoeg ouderen zijn die nog prima iets zouden kunnen doen, maar alleen maar thuis zitten."
Dat bracht de jongens op een idee.
Win-winsituatie
Na hun studie, begin dit jaar, besloten Max en Robert om met ouderen te gaan koken. "Het idee ontstond uit gezelligheid. Pas later ontdekten we dat er veel eenzaamheid is onder ouderen. Dat had ik me nooit gerealiseerd."
De ouderen met wie de jongens werken, wonen nog thuis, vaak alleen. Ze komen naar het buurthuis om samen soep te maken. Een wekelijkse of tweewekelijkse activiteit waarbij ze mensen ontmoeten en iets nuttigs doen. De ouderen helpen met groente snijden, ze krijgen soep en wat overblijft verkopen Max en Robert in hun winkeltje. "Het is een win-win situatie", lacht Max.
En de ouderen, die vinden het leuk. "Die zijn vaak razend enthousiast", zegt Max. Cor van Berkel, een van de deelnemers, heeft nu twee keer meegedaan. "Ik vind het hartstikke leuk", zegt hij. "Anders zit je maar alleen. En als je alleen zit, stomp je af."
Ook 'oma' Dicky Baars vind het een goed initiatief. "Je komt met mensen die je niet of nauwelijks kent aan tafel. Je werkt samen, je helpt elkaar. En je gaat met elkaar samen eten. Dat schept toch ook een zekere band."
Max en Robert maken tussen de 40 en 80 liter soep per dag. Met behulp van de ouderen dus. Goedkope arbeid? Niet bepaald, zegt Max. "Het zou veel efficiënter zijn om gewoon met zijn tweeën in onze eigen keuken soep te maken."
"Nu gaan we iedere ochtend de hele stad door om groenten te halen, en rijden we naar een buurthuis. Doen we een kop koffie met de ouderen en dan gaan we snijden. Uiteindelijk moeten we harde groenten zelf nog snijden. En dan nog de soep maken én dit verkopen. Om kostendekkend te zijn moeten we 80 liter per dag maken. Dat redden we niet altijd. Dus nee, het is niet efficiënt. We kunnen er nog niet van leven. We vinden het vooral heel leuk."
