Aangepast

Dealen met je dialect: 'ze zien ons als boeren, bierzuipers, klompendragers'

  • Michael de Smit

    verslaggever

  • Michael de Smit

    verslaggever

Bij een sollicitatie moest ik een groep toespreken. Ik zag ze elkaar aanstoten en sommigen begonnen te gniffelen.

Aan het woord is Hendrik Tamsma (27). Hij spreekt algemeen Nederlands met een Friese tongval en heeft regelmatig te maken met de vooroordelen die er volgens hem in het 'westen' heersen. Hij voelt zich vaak niet serieus genomen als hij met een 'Hollander' praat.

Zijn verhaal, en dat van Bart, Bram en Femke, vormt het eerste deel in ons drieluik Dealen met je dialect. De komende dagen zoomen we in op hoe dialecten mensen soms in de weg zitten. Vandaag: welke invloed heeft een dialect op je carrière?

Ze worden nagepraat, uitgelachen en benadeeld
Facebookoproep dialecten

Als er één ding duidelijk wordt uit de reacties is het wel dat hoe verder je van de Randstad komt, hoe meer mensen 'last' zeggen te hebben van hun accent. Niet serieus genomen worden, uitgelachen of nagepraat. Vooral veel Limburgers geven aan dat het ze overkomt.

Bram Boetzkes bijvoorbeeld. "Tijdens mijn werk als ober krijg je voortdurend te maken met Hollanders die het grappig vinden om jouw taaltje na te praten of de gerechten, die in het Maastrichts op het menu staan, zo belachelijk mogelijk uit te spreken."

Ook Bart Sollman (19) heeft ermee te maken. Hij komt uit Ulft en kreeg de keuze: of je doet wat aan je accent of je krijgt geen werk meer. Bart koos voor het eerste en volgde logopedie om zijn Achterhoekse 'oe', 'a', 'o' en 'e' kwijt te raken. Het lukte hem en inmiddels krijgt hij als acteur weer rollen aangeboden. "Het is pure discriminatie", vindt Bart.

Ook in Zeeland, de Achterhoek, Twente, Groningen en Friesland zeggen accentsprekers dat ze het gevoel krijgen dat er in de Randstad neergekeken wordt op hoe ze praten. Bart: "We zijn domme boeren, bierzuipers, klompendragers en meer van dat soort zaken."

Het blijft niet bij het 'gevoel'. Het is daadwerkelijk zo dat dialectsprekers het over het algemeen minder ver schoppen dan mensen die Standaardnederlands spreken.

Hoogleraar sociologie Gerbert Kraaykamp van de Radboud Universiteit in Nijmegen concludeerde dat Nederlanders die met een streektaal zijn opgegroeid gemiddeld een jaar korter op school zitten. Ook blijkt dat zij in banen terechtkomen met een lagere status.

"Het is in mijn ogen niet direct discriminatie, maar het heeft meer met vooroordelen te maken. Mensen met een dialect ondervinden daar negatieve consequenties van. Een leraar beoordeelt misschien onbewust een leerling met dialect minder dan een leerling die geen dialect spreekt", zegt Kraaykamp.

Vorig jaar bleek uit een onderzoek van de Universiteit van Tilburg dat er ook meetbare verschillen in salaris zijn. Hoogleraar arbeidsmarkteconomie Jan van Ours stelde vast dat dialectsprekers zeker vijf procent minder verdienen dan sprekers van het Standaardnederlands. Het inkomensverschil groeit naarmate het dialect meer van het Standaardnederlands afwijkt.

Discriminatie

"Ik vond het verbazingwekkend", zegt van Ours. "We hebben onze gegevens zelfs gecorrigeerd omdat we van het onderzoek van Gerbert Kraaykamp wisten dat dialectsprekers doorgaans minder hoog opgeleid zijn. En nog vonden wij het verschil in salaris. Eén van onze verklaringen is: discriminatie."

Volgens taalwetenschapper Frans Hinskens, verbonden aan het Meertens instituut, is er ook sprake van discriminatie. De oorsprong hiervan voert terug naar de ontstaansgeschiedenis van ons land.

"In wat toen 'Holland' was zetelde de macht, was er economische bedrijvigheid en speelde het culturele leven zich af. Mensen trokken ernaartoe. Het Hollands was de dominante taal. De mensen die in hun ogen raar praatten werden als minder beschouwd."

Logopediste Anne-Miek de Jong aan het werk met acteur Bart Sollman

Het aantal dialectsprekers in ons land neemt af. Volgens Frans Hinskens van het Meertens Instituut groeit in sommige provincies nog 40 procent van de kinderen op met een dialect, maar dat percentage wordt minder.

"In steden gaat het heel hard. Omdat je daar nu eenmaal veel meer culturen van buitenaf hebt wonen. Maar ook op het platteland loopt het aantal dialectsprekers terug. Je ziet dat veel ouders besluiten om hun kind een soort 'tussentaal' te leren. Zeg maar, een afgezwakte vorm van het dialect."

Logopediste Anne-Miek de Jong heeft een verklaring voor de duizenden reacties op onze oproep. Het raakt direct de identiteit en als iemand wordt uitgelachen, nagepraat of zelfs gediscrimineerd om hoe je praat, dan raakt dat aan je normen en waarden, je opvoeding, je vrienden, je familie. Kortom, wie je bent.

"Als je ergens anders gaat werken of studeren, dan neem je het dialect met je mee. Als je dan wordt afgewezen om je dialect of om hoe je spreekt. Dan raakt je dat persoonlijk, omdat het bij jezelf hoort."

Toch besluiten veel dialectsprekers om zoals Bart hun accent aan te passen om zo meer kansen op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt te maken.

Evelien Smeets komt uit Limburg en geeft les op een Rotterdamse basisschool. "Ik ben er trots op dat mijn ouders me in het Limburgs opgevoed hebben. Maar ik vind wel dat je je aan moet passen aan de taal die iedereen spreekt."

Deel artikel: