Aangepast

Hulp aan Haïti: waarom is dat toch zo moeilijk?

In Haïti verwoestte orkaan Matthew hele steden en kwamen er ruim duizend mensen om het leven. In 2010 kreeg het land ook al te maken met natuurgeweld: bij een aardbeving vielen er 220.000 doden. Aan donaties was destijds geen gebrek, maar lang niet alles kwam bij de Haïtianen terecht. Hulporganisaties kregen veel kritiek. En die klinkt door in de reacties op onze Facebookpagina:

Is dat wantrouwen terecht?

De gedachte dat er van elke euro zoveel mogelijk naar het getroffen gebied moet vloeien, en niet naar organisaties, snapt René Bekkers, hoogleraar filantropie aan de Vrije Universiteit, wel. "Mensen hebben het gevoel dat hun geld dan de meeste impact heeft."

"Donateurs willen efficiënte hulp. Ze geven geld voor hulp ter plekke, niet voor de overheadkosten van hulporganisaties, of salarissen. Maar goede, gecoördineerde hulp kost nu eenmaal geld", zegt Bekkers. "Organisaties spreken bijvoorbeeld met elkaar af waar welke hulp wordt geleverd, ze staan constant in contact met de (lokale) overheid en met inwoners."

Bekkers vindt dat te verantwoorden. "De omstandigheden in Haïti waren zeer slecht. De infrastructuur was verwoest, de getroffen gebieden waren slecht te bereiken." Zo konden hulpgoederen op veel plekken alleen per helikopter en vliegtuig geleverd worden. "Dat transport geld kost, is soms moeilijk uit te leggen. Hulporganisaties proberen dat wel en beelden van de ramp helpen daarbij.”

In 2011 bleek dat er van elke euro gemiddeld 35 cent nodig was om de hulpgoederen per vliegtuig in het rampgebied te krijgen. Vervoer over water is natuurlijk goedkoper, maar heeft als nadeel dat de eerste containers pas een maand later in het rampgebied aankomen, terwijl er meteen hulp nodig is.

En dat niet alleen. Uit cijfers van de vorige grote ramp in Haïti blijkt dat personeel in rampgebieden duur is, met name omdat er veel hulporganisaties opereren. Hulpverleners kiezen dan voor de organisatie die het hoogste salaris kan betalen.

Tsunami zorgde voor professionalisering

Bekkers vindt dat hulporganisaties wel steeds transparanter worden over dat soort 'bijkomende' kosten. "Sinds de tsunami in 2004 beseffen hulporganisaties dat zij verantwoording af moeten leggen aan hun donateurs, die eisen dat ook. Die roep om transparantie zette hulporganisaties op scherp waardoor ze efficiënter zijn gaan werken."

Maar alleen openheid lost de vertrouwensproblemen niet op. "Transparantie is geen oplossing voor wantrouwen. Mensen die vertrouwen hebben, zien in rapportages dat het moeilijk was om hulp te leveren. Wantrouwige mensen zien in transparantie hun gelijk: 'zie je wel, het geld blijft aan de strijkstok hangen.'"

Dronebeeld toont grote ravage in Haïti

Particuliere initiatieven

Dan maar doneren aan kleine, particuliere initiatieven? "Er zijn veel van dat soort vrijwilligers en dat is heel goed. Zij leveren nuttig werk. Het zijn vaak jonge, creatieve geesten die hulporganisaties aanvullen. Zulke projecten zorgen voor meer betrokkenheid dan geld storten, ze hebben een aanstekelijke functie." Denk bijvoorbeeld aan het inzamelen van geld en knuffels.

"Heel sympathiek", zegt Bekkers. Maar het zijn kleine projecten die een impact hebben op een kleine groep. "Absoluut niet efficiënt. Als je een rekensom maakt, blijken ze helemaal niet effectief."

Deel artikel: