Het Deense bedrijf Specialisterne - wat 'de specialisten' betekent - wil wereldwijd 1 miljoen mensen met autisme, of een vergelijkbare stoornis, aan het werk helpen. Want autisten hebben unieke kwaliteiten, en die kun je heel goed gebruiken in het bedrijfsleven.
In Nederland zijn er verschillende detacheringsbureaus voor mensen met autisme, die blij zijn met al die aandacht voor de unieke kwaliteiten van werknemers met autisme. En die vallen echt niet alleen onder het testen van software. Waarom zijn autistische werknemers aantrekkelijk voor bedrijven?
Herhaling, herhaling, herhaling
In veel gevallen zijn autisten beter in bepaald soort werk dan de gemiddelde werknemer. "Het gaat om nauwgezet repetitief werk in ondersteunende functies", zegt Paul Vermeer, directeur van een van die detacheringsbureaus, AutiTalent. "Daar zijn autisten heel goed in. Dat speelt bijvoorbeeld bij de administratie van personeelsdossiers, daar moet je echt heel precies in zijn."
Het is geen liefdadigheid, het is een win-win-situatie. Want het gaat echt om goede werknemers.
AutiTalent heeft inmiddels zo'n honderd mensen met autisme aan passend werk geholpen, onder meer bij de NS en Kadaster. Negentien van hen hebben een vast contract. Daar houdt het trouwens niet op voor het bedrijf: "We blijven ze begeleiden, want dat is niet de taak van de opdrachtgever", zegt Vermeer. "We gaan om de twee weken langs om contact te houden met de werknemers. Begeleiding is cruciaal."
Een van de bedrijven waar Vermeer autisten heeft gedetacheerd, is P-Direkt in Zwolle, een overheidsinstelling die personeelsdossiers van de overheid digitaliseert:
Ook SAP in Duitsland, Hewlett Packard in Australië en meerdere bedrijven in Amerika hebben inmiddels mensen met autisme werken. Microsoft in de VS liet zich inspireren door Specialisterne en begon deze maand met een samenwerkingstraject.
Waar ik me wel eens aan stoor, is dat er twee radio's aan staan.
Specialisterne bestaat al sinds 2004 en heeft nu ongeveer 500 mensen met autisme kunnen plaatsen. Oprichter Thorkil Sonne had een goede reden: hij heeft zelf een zoon met autisme, Lars. "Lars zag een leven vol onbegrip en isolatie tegemoet, omdat hij niet begreep wat anderen van hem verwachtten", zegt Sonne. "Daarom nam ik een tweede hypotheek op mijn huis en begon ik Specialisterne, om een werkomgeving te creëren voor mensen met autisme."
Teamplayers
"Werkgevers nemen mensen met autisme niet aan omdat ze vastzitten in een sociaal model, waarin iedereen gelukkige, doorsnee werknemers wil hebben", zegt Sonne. "Mensen die teamplayers zijn en zichzelf kunnen verkopen." Hij wil de "enorme" kloof tussen talent en vacatures in de tech-sector dichten.
We zien ze niet als autisten, maar als echte specialisten.
Specialisterne zit inmiddels ook in negen andere landen. Hun werknemers doen werk als software testen, data-entry en programmeren. En ze hoeven zich dus niet druk te maken over hun sociale kwaliteiten en of ze wel goeie teamplayers of flexibel genoeg zijn. "We zien ze niet als autisten, maar als echte specialisten."