Na ruim een week zweten en onderhandelen kwam gisteren het verlossende antwoord op de kwestie bed-bad-en-brood. VVD en PvdA sloten een compromis: een nieuw systeem voor het uitzetten en opvangen van uitgeprocedeerde asielzoekers.
In het kort (hier in het lang) komt het erop neer dat de huidige bed-bad-en-broodvoorzieningen bij gemeenten moeten sluiten en dat er alleen nog opvang komt in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Den Haag, Eindhoven en Ter Apel.
Maar wat zijn de gevolgen daarvan voor de mensen waar het daadwerkelijk over gaat: de asielzoekers? Met de huidige plannen ziet de route voor nieuwe asielzoekers er straks zo uit:
Illegaal
Mooi schema, maar VN-rapporteur Philip Alston, die ons eerder vertelde dat uitgeprocedeerde asielzoekers altijd opgevangen moeten worden, vindt het helemaal niks. Sterker nog, hij noemt het illegaal en een schending van de mensenrechten. "Het is een grote schande voor Nederland dat het zo inhumaan te werk gaat", zei hij vanmorgen.
Het is overduidelijk een schending van de mensenrechten. Iedereen die dat betwijfelt is oneerlijk.
De wetten zijn glashelder, vindt de VN-rapporteur, en daar kan je volgens hem gewoon niet omheen.
Alsnog op straat
Ook veel gemeenten zien het plan niet zitten. Groningen en Arnhem willen hun noodopvang niet afschaffen - want mensen komen alsnog op straat en dan kunnen zij het oplossen, zeggen de burgemeesters. Katwijk snapt ook de duur van 'een aantal weken' in een BBB-opvang niet. Dat is volgens de burgemeester veel te kort, gezien de problematiek.
Dat denkt ook de Protestantse Kerk in Nederland, de PKN. Die zegt dat veel asielzoekers helemaal niet terug naar huis kunnen, vanwege de situatie daar. "Komen die allemaal weer op straat te staan?"
Wanneer gaat de regeling in?
Niet per direct. De regeringspartijen willen wachten op een uitspraak van de Raad van State, die in juni wordt verwacht. Als de Raad van State oordeelt dat opvang niet hoeft, wordt overgegaan naar het nieuwe systeem. Tot die tijd kunnen andere gemeenten nog doorgaan met hun lokale regelingen.