Tanken

De benzineprijs daalt, de elektrische industrie baalt

Het blijft voorlopig glimlachen bij de pomp, want benzine blijft nog wel even goedkoop. Dat komt door de olieprijs, die is nu op z'n laagst in ruim vijf jaar tijd. Maar niet iedereen lacht. Want als de prijs voor een liter benzine maar blijft dalen en dalen, kan dat effect hebben op de verkoop van elektrische auto's. Want waarom zou je een dure, elektrische auto kopen als benzine amper wat kost?

Steinbuch: "De aanschafprijs van een elektrische auto is toch nog wel erg hoog. En dat kun je alleen maar terugverdienen met goedkoop rijden. De vergelijking met 'dure' benzine gaat nu niet meer echt op, dus wordt die ongunstiger."

Bovendien wordt opladen onderweg steeds duurder, zegt de hoogleraar. "Thuis opladen is heel goedkoop, maar onderweg opladen wordt alsmaar duurder. En de actie-radius, dus hoe ver je rijdt met een elektrische auto, is nog altijd beperkt."

Een oplaadpunt voor elektrische auto's

Door die goedkope benzine wordt het break-even-punt, het moment waarop elektrisch rijden goedkoper wordt dan tanken, vooruit geschoven. "Dat is voor veel mensen een reden om niet elektrisch te gaan rijden", legt Steinbuch uit. En dat merkte onze verslaggever Arno ook:

De olieprijs blijft maar dalen. Vandaag zakte de prijs van een vat Amerikaanse olie voor het eerst in ruim vijf jaar onder de 60 dollar. In juni kostte datzelfde Amerikaanse vat nog ruim 105 dollar.

En ook de Europese olieprijs daalt. Brent-olie, uit de Noordzee: 64 dollar per vat. In juni kostte een vat met Brent nog 115 dollar. Die prijsdaling komt door meerdere factoren. De VS produceert steeds meer olie zelf en in andere delen van de wereld stagneert de vraag doordat de economie minder groeit.

Deel artikel: