De deal leek zo goed als rond. Mediabedrijven Talpa en RTL zouden als één bedrijf verder gaan. Zo wilden ze sterker staan tegen grote internationale spelers als Google, Facebook en Netflix, die steeds meer kijkers en adverteerders afpakken.
Maar de Autoriteit Consument en Markt (ACM) had nog bedenkingen. Te grote bedenkingen, zo bleek maandag: de toezichthouder houdt de fusie tegen omdat de bedrijven samen te machtig zouden worden.
Een grote teleurstelling voor de twee bedrijven. Maar merkt de kijker ook iets van het afketsen van de fusie?
Strijd om de reclame-euro
Voorlopig weinig, verwacht media-analist Henk Slotboom. "SBS6 blijft SBS6 en RTL4 blijft RTL4."
Maar: op de lange termijn had een fusiebedrijf wél gunstig kunnen uitpakken voor het publiek, zegt hij. "Met een gezamenlijk budget kun je betere programma's maken én aankopen. Nu zijn ze steeds tegen elkaar aan het opbieden voor de rechten van een programma. Dat is een beetje zonde van het geld."
Dat beaamt de bestuursvoorzitter van RTL Nederland, Sven Sauvé. "Samen hadden we meer geld gehad om te investeren in Nederlandse content." Zonder fusie, zegt hij, krijgt de kijker zelfs mínder aanbod op de Nederlandse televisie.
Door de groei van internationale streamingsdiensten zoals Netflix en HBO Max krijgen RTL en Talpa het lastiger, is zijn vrees. En op de advertentiemarkt was het al lastig doordat techgiganten Google en Facebook een enorm deel van de advertentie-inkomsten hebben opgeslokt.
Slotboom: "De advertentiemarkt krimpt en daardoor krimpen ook de budgetten om iets leuks te doen op televisie. En daar is de kijker niet bij gebaat. Een fusie had kunnen betekenen dat RTL en Talpa niet meer hoefden te strijden om die reclame-euro."
Juist dat gebrek aan strijd was voor de ACM de reden om de fusie tegen te houden. Samen beheersen RTL en Talpa 70 procent van de Nederlandse televisiereclamemarkt. Als één bedrijf zouden ze te veel macht krijgen bij het bepalen van de prijzen van advertenties. Dat is ook slecht voor consumenten, want adverteerders zouden die hogere prijzen weer doorberekenen in hun producten.
Slotboom vindt dat de toezichthouder met deze beslissing "te veel de oude definitie van de televisiemarkt hanteert". Hij wijst erop dat tv nog maar 17 procent van de reclamemarkt uitmaakt; online 56 procent. Zo bezien zijn RTL en Talpa kleine spelers op de advertentiemarkt vergeleken met Google.
Sauvé: "Naast alle streamingsdiensten heb je Facebook en Google die allemaal de aandacht willen van de Nederlandse kijker en die de euro's willen van de Nederlandse adverteerders. Zij hebben heel, heel diepe zakken en zijn zeer technologisch geavanceerd. En daar moeten wij lokaal tegen opboksen. Daarom dachten wij dat het een heel mooi plan was om dat samen te gaan doen."
Zenders afstoten
Fons van Westerloo, oud-directeur van RTL en SBS, denkt dat de kijker er juist baat bij heeft dat de fusie niet doorgaat. Na een fusie zouden RTL en Talpa sommige programma's hebben geschrapt, denkt hij. "Ze zouden als eerste kijken waarop ze konden besparen. Dan hadden ze zenders afgestoten."
Van Westerloo is het eens met de beslissing van de ACM. "Een fusie was echt slecht geweest voor de industrie. Het is niet voor niets dat én de producenten én de adverteerders én de muziekuitgeverijen allemaal bezwaar hebben gemaakt."
Slotboom: "Adverteerders zullen blij zijn dat de fusie niet doorgaat. En kleinere productiehuizen ook, want die houden nu meer klanten om hun programma-ideeën aan te verkopen."
Toekomst
Maar, fusie of niet, uiteindelijk zullen er hoe dan ook Nederlandse mediabedrijven verdwijnen, zegt RTL-baas Sauvé. Mogelijk fuseren ze met internationale spelers. Slotboom denkt dat dat zeker kan gelden voor RTL, dat nu al in handen is van het Duitse mediabedrijf Bertelsmann. "RTL heeft een uitstekende positie hier in Nederland. Maar ja, als je het bedrijf eenmaal te koop zet, dan wil je dat toch eigenlijk ook kwijt?"
Voor Talpa is de nood hoger, zegt Van Westerloo. "Hun programma's scoren op het ogenblik slecht. Ze hebben nooit een streamingdienst opgezet, wat RTL wel heeft gedaan. Talpa moet een andere partner zoeken om het bedrijf te verkopen of om het verder te ontwikkelen."