Onderwijs-minister Dennis Wiersma
Aangepast

Minister Wiersma negeerde adviezen ambtenaren over weekendscholen

  • Milena Holdert

    verslaggever Nieuwsuur

  • Andreas Kouwenhoven

    verslaggever NRC Handelsblad

  • Milena Holdert

    verslaggever Nieuwsuur

  • Andreas Kouwenhoven

    verslaggever NRC Handelsblad

Minister Dennis Wiersma (Onderwijs, VVD) kondigde onlangs aan om problematische religieuze weekendscholen aan te pakken, maar negeerde daarbij adviezen van zijn eigen ambtenaren. Die wezen hem erop dat zijn voorstellen hoogstwaarschijnlijk onhaalbaar, onuitvoerbaar en ongrondwettelijk zijn. Toch zet Wiersma de plannen door.

Dat blijkt uit beleidsnota's die zijn vrijgegeven door het ministerie van Onderwijs. Ook is twijfel ontstaan over het waarheidsgehalte van uitspraken die de minister in de media over dit onderwerp deed. Zo zegt hij op scholen te komen, waar hij helemaal niet is geweest.

Wiersma kondigde vorige maand aan dat hij 'informele' scholen onder toezicht van de Onderwijsinspectie wil stellen. Als één van de redenen noemde hij een onderzoek van Nieuwsuur en NRC uit 2019. Daaruit bleek dat zeker vijftig moskeescholen onder invloed staan van het salafisme, een fundamentalistische stroming binnen de islam. Op verschillende plekken leerden kinderen de Nederlandse 'ongelovige' samenleving af te wijzen, en dat homoseksuelen de doodstraf verdienen.

Grote vraagtekens

Wiersma wil de wet wijzigen zodat de Inspectie deze scholen kan controleren, zo maakte hij in een Kamerbrief bekend. Nu kan de inspectie alleen nog op reguliere scholen komen, die de overheid meestal zelf financiert.

Maar uit interne overheidsstukken blijkt dat Wiersma's ambtenaren, die de Kamerbrief opstelden, grote vraagtekens plaatsten bij deze plannen. Het betekent volgens hen "in essentie" namelijk dat Wiersma wil bepalen "hoe ouders hun kinderen opvoeden". En dat zou in strijd zijn met verschillende grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting.

De Inspectie zelf voelde ook niets voor Wiersma's voorstel. En volgens de Landsadvocaat zou het idee er bovendien niet toe leiden dat er eerder kan worden ingegrepen. Het Openbaar Ministerie kan nu al optreden als er sprake is van aanzetten tot geweld of haat. Stuur je onderwijsinspecteurs naar dit soort weekendscholen, dan blijft men net zo goed opbotsen tegen de "strikte grenzen" van vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid.

Het advies van de ambtenaren en de Landsadvocaat was om eerst onderzoek te doen naar de haalbaarheid van het plan.

Maar Wiersma wíl geen onderzoek. Op de adviezen van zijn ambtenaren schrijft hij twee keer met blauwe pen in de kantlijn: "geen onderzoek, maar besluit". In de brief aan de Kamer mag niet komen te staan dat eerst nog bekeken moet worden of zijn idee wel uitvoerbaar is. Wiersma wil de plannen presenteren als "maatregelen die er zeker komen".

De blauwe pen van minister Dennis Wiersma:

  • Nieuwsuur
    'Geen onderzoek maar besluit', schrijft Wiersma
  • Nieuwsuur
    Belangrijk thema voor Wiersma
  • Nieuwsuur
    Verdere inzet Inspectie
  • Nieuwsuur
    Grondrechten niet tegen elke prijs
  • Nieuwsuur
    Voorgestelde maatregelen van zijn ambtenaren, vindt de minster 'te soft'
  • Nieuwsuur
    Wiersma wil de meldplicht aanvankelijk niet laten vallen

Wiersma heeft nog méér ideeën: er moet een meldplicht en een meldpunt komen voor docenten van weekendscholen die tegen de 'integratie' of 'democratie' ingaan. Zij kunnen worden gerapporteerd. Tenslotte wil de minister nog een verbod op 'antidemocratische' lesboeken, zoals ook is opgenomen in het coalitieakkoord.

Het moet allemaal "als definitieve maatregelen" in de Kamerbrief worden opgeschreven, zodat het voor de lezer duidelijk zou zijn dat ze "echt gingen gebeuren".

Antidemocratisch

De ambtenaren doen wat Wiersma wil, maar eerst moet de brief nog langs andere betrokken ministeries. En dan ontstaat er flinke discussie: zowel Sociale Zaken als Binnenlandse Zaken hebben 'principiële bezwaren' tegen de plannen.

Het ministerie van Sociale Zaken bekritiseert het meldpunt dat Wiersma "zonder wettelijk kader en zonder duidelijke definities" wil inrichten. Een meldplicht zou de "vertrouwensband tussen leerling en docent in het geding" brengen, zo schrijven ambtenaren. En het idee om antidemocratische lesboeken te verbieden, is strijdig met de vrijheid van drukpers. Zo'n verbod zou volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken "onuitvoerbaar" zijn, onder andere omdat "antidemocratisch" een "uiterst vaag begrip is".

Wiersma's ambtenaren hadden hem daar al voor gewaarschuwd. Ze schrijven: "Eerder adviseerden wij u de maatregelen vooralsnog alleen te onderzoeken. U heeft de keuze gemaakt om de maatregelen direct als besluit te willen presenteren."

Als compromis zwakt Wiersma het plan voor een meldplicht af en wordt de toon van de brief iets genuanceerd, maar de rest van zijn plannen zet hij door. De brief gaat op 18 november naar de Kamer. Daarin belooft hij dat nieuwe wetgeving nog deze kabinetsperiode in werking treedt.

Het meldpunt is inmiddels al opgericht: ouders en leerlingen van weekendscholen kunnen op een overheidswebsite een docent aangeven als deze "antidemocratisch te werk gaat". De website noemt als voorbeeld een docent die zegt dat je niet mag gaan stemmen of "dat man en vrouw niet gelijk zijn".

Haalde Wiersma voorbeelden doorelkaar?

Daarna maakt Wiersma een ronde langs verschillende media: NOS, de Volkskrant en WNL. Daar laat Wiersma zich in scherpe bewoordingen uit over met name het islamitisch informele onderwijs. Kinderen zouden doordeweeks op school leren "dat je verliefd mag worden op wie je wil, maar in het weekend dat je een homoseksueel van een flatgebouw zou moeten gooien".

Deze anekdote is echter afkomstig uit oudere berichtgeving van 2004, en gaat niet over kinderlessen maar over een boek voor volwassenen gehanteerd in een moskee. Haalde Wiersma voorbeelden door elkaar? Zijn woordvoerder geeft geen antwoord op de vraag waar hij dit voorbeeld vandaan haalde.

De Volkskrant vraagt Wiersma wat er is gebeurd met de vijftig salafistische onderwijsinstellingen waarover Nieuwsuur en NRC in 2019 berichtten. Maar dat weet Wiersma niet. "Het lastige is", zegt hij, "dat dit niet allemaal 'gebouwen met een dak erop' zijn."

Niet op scholen geweest

Komt de minister eigenlijk zélf wel eens op informele scholen, vraagt de Volkskrant. Wiersma antwoordt bevestigend: "Ik kom weleens op islamitische scholen, waar soms na schooltijd nog taalles of Koranles wordt gegeven." De Volkskrant: "Maar daar gaat dan ook alles goed?" Wiersma: "Ja, dat neem ik aan. Op plekken waar kinderen worden geïndoctrineerd, kom ik niet."

Maar als NRC en Nieuwsuur navragen welke scholen dit zijn, blijkt Wiersma er zelf helemaal niet te zijn geweest. Zijn woordvoerder laat weten dat Wiersma in het Volkskrant-interview in de "ik-vorm" sprak, waar "wij" "preciezer was geweest". Wiersma zou bedoeld hebben dat zijn ambtenaren op gewone scholen komen, die "(waarschijnlijk)" ook "banden" hebben met het informele onderwijs.

Op vragen van Nieuwsuur waarom Wiersma de harde kritiek en adviezen van ambtenaren negeerde, zegt de minister dat hij kiest voor "een stevige aanpak" en ambtelijke adviezen "meeweegt".

"Uiteindelijk is het aan mij als bestuurder om uit te voeren wat wij in het coalitieakkoord hebben afgesproken: sneller ingrijpen bij (informele) onderwijsinstellingen en hun vertegenwoordigers die anti-integratief, antidemocratisch of antirechtsstatelijk opereren en een verbod op het gebruik van lesmaterialen die kinderen antidemocratische of antirechtsstatelijke waarden aanleren", aldus de minister.

Lees zijn gehele reactie hier. Daar is ook de volledige reactie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid terug te vinden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl