Reactie Nieuwsuur op blog Marc van Oostendorp

  • Siebe Sietsma

    verslaggever Nieuwsuur

  • Yoeri Vugts

    redacteur Nieuwsuur

  • Siebe Sietsma

    verslaggever Nieuwsuur

  • Yoeri Vugts

    redacteur Nieuwsuur

In zijn blog van 8 april neemt Marc van Oostendorp het op voor KNAW-president Ineke Sluiter. Hij reageert daarmee op berichtgeving op de site van Nieuwsuur. Daarin komen verschillende hoogleraren aan bod die hun nevenfuncties niet volgens de universitaire regels hebben gemeld, waaronder Sluiter.

Sluiter heeft volgens Van Oostendorp 'niets misdaan'. Nieuwsuur daarentegen wel. Dat zou met 'veel bombarie' en 'briesend' berichten over 'graaien in de grote pot' door hoogleraren. Van Oostendorp springt daarbij losjes om met de feiten én met de berichtgeving van Nieuwsuur, en geeft er blijk van dat hij het nut van afspraken in de academische wereld over nevenbelangen niet snapt of niet wil snappen.

In het stuk van Van Oostendorp staan overigens ook enkele feitelijke onjuistheden: Balkenende heeft in tegenstelling tot wat Van Oostendorp beweert geen nulaanstelling, maar een onbezoldigde 0,2-aanstelling. En de functie van Sluiter bij het Rijksmuseum van Oudheden is, in tegenstelling tot wat Van Oostendorp beweert, wel degelijk bezoldigd.

Het merkwaardige is dat Van Oostendorp niet lijkt te begrijpen dat het hier niet gaat om een administratieve kwestie, maar om (bescherming van) academische vrijheid en onafhankelijkheid. Terwijl dat belang toch telkens weer wordt onderstreept door de instituten die er over gaan: de Rijksoverheid en de universiteiten.

Want waar gaat het wel om? Hoogleraren moeten onafhankelijk van oneigenlijke belangen onderwijs kunnen geven en onderzoek kunnen doen. Bijbanen kúnnen oneigenlijke belangen met zich meebrengen. De breed gedeelde opvatting is dat, los van de vraag welke bijbaan passend is, hoogleraren bijbanen in ieder geval niet zonder toestemming mogen vervullen, en er ook volstrekt transparant over moeten zijn. Hoe getoetst kan worden of universiteiten hun taak op dit gebied kunnen uitvoeren? Allereerst door gewoon maar eens te kijken hoe het gesteld is met de verplichte registratie. En dat is wat Nieuwsuur heeft gedaan.

Nu Nieuwsuur geconstateerd heeft dat die registratie niet op orde is, reageren de Rijksoverheid en de academische instellingen in duidelijke bewoordingen. "Het overzicht is dus niet op orde. Informatie is op veel plekken zichtbaar, maar als je toevallig net verkeerd zoekt kun je iets missen en daardoor is het minder transparant. Daar moet aan gewerkt worden", stelt voorzitter Pieter Duisenberg van UNL (Vereniging Universiteiten van Nederland).

Minister Robbert Dijkgraaf noemt de bevindingen 'verontrustend'. "Er is heel veel vindbaar, maar álles moet vindbaar zijn en geen schimmig gebied. We kunnen ons niet verbinden met de maatschappij als we niet tegelijk 100% transparant zijn", zegt hij. Maar de KNAW laat weten: "Wetenschappers moeten vaak op meerdere websites hun nevenfuncties bijhouden. Dit gebeurt in de praktijk onvoldoende en dat kan tot onhelderheid leiden." Over Ineke Sluiter, president van de KNAW, straks meer.

De UU en RUG hadden voor (een deel) van hun hoogleraren geen register aangelegd, en zijn daar na vragen van Nieuwsuur alsnog werk van gaan maken. De TU en de UvA hebben aangegeven dat ze zich herkennen in de bevindingen van Nieuwsuur en voeren een audit uit op hun bestand. Er missen daarnaast naar schatting nog honderden leraren in andere registers. En de publicaties van Nieuwsuur zijn voor de universiteiten opnieuw aanleiding om het beleid hierover tegen het licht te houden.

Van Oostendorp denkt er anders over: "Wie een beetje door de opgewonden toon heenlas, ontdekte dat er in feite juist bijzonder weinig aan de hand was." In zijn blog haalt hij de coronacrisis aan als legitieme reden om een nevenfunctie niet te registreren. Hij vindt omissies begrijpelijk omdat registreren 'vervelend werk' is. En hij stelt voor om onbezoldigde bijbanen maar niet meer op te nemen in het register (alsof die geen belang in zich kunnen dragen). Die mening staat hem vrij. Maar dat wil niet zeggen dat het niet nuttig is als journalisten instituties controleren op uitvoering van zelf vastgestelde regelingen en wettelijke taken.

Dan over Ineke Sluiter, president van de KNAW en hoogleraar in Leiden. De volledige tekst die Nieuwsuur publiceerde luidt:

"Een opmerkelijke naam in ons onderzoek is die van Ineke Sluiter, de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Zij stelt te hechten aan transparantie over nevenfuncties, maar bij de Universiteit Leiden is haar eigen registratie van nevenfuncties incompleet. Een verklaring daarvoor geeft ze Nieuwsuur niet en ze gaan niet in op onze vraag hierover. Via een woordvoerder laat ze weten dat ze haar administratie inmiddels op orde heeft."

Nieuwsuur publiceerde daarbij ook de mailwisseling over haar nevenfuncties (pdf).

Van Oostendorp vindt dit aanleiding om voor Sluiter in de bres te springen: 'Ineke Sluiter heeft niets misdaan.' Alsof Nieuwsuur heeft beweerd dat Sluiter wél iets heeft misdaan. Nieuwsuur heeft de situatie zakelijk en feitelijk correct beschreven. Iedereen kan er kennis van nemen en er het zijne van denken. Sluiter erkent de fouten in haar registratie zelf ook en heeft die na onze berichtgeving aangepast.

Relevant hierbij is dat Sluiter al op 4 november 2021 (pdf) door de universiteit is gevraagd haar registratie op orde te brengen. Die mail kregen zij en alle collega's van de Universiteit Leiden met het oog op de uitzending van Nieuwsuur. De universiteiten hadden Nieuwsuur namelijk gevraagd om de gelegenheid om eerst de registers op orde te brengen, en ze daarna ter inzage te geven. Nieuwsuur is de universiteiten daarin tegemoet gekomen en is akkoord gegaan met dat verzoek.

Daarnaast heeft Nieuwsuur in de weken voorafgaand aan de uitzending enkele malen contact gezocht met de KNAW met het verzoek om een interview met Sluiter in haar functie als president. Sluiter wees dat verzoek van de hand, maar ook op die manier wist ze van het onderzoek van Nieuwsuur. En ook dat had aanleiding kunnen zijn om naar de eigen registratie te kijken. Pas toen Nieuwsuur Sluiter vragen stelde over de foutieve en gebrekkige opgaaf van haar nevenfuncties zag Sluiter reden om dat op orde te brengen.

Dit is ook de reden dat we hebben bericht over Sluiter. Sluiter had, conform CAO, zelf haar registratie op orde moeten hebben. Maar ook nadat de universiteit en Nieuwsuur haar wezen op het lopende onderzoek, deed ze dat niet. De KNAW, waar Sluiter de leiding heeft, noemt zichzelf 'het geweten' van de wetenschap, en schrijft onder andere de code waaraan wetenschappers zich dienen te houden. Wie zichzelf deze positie toedicht, moet brandschoon zijn. Voor zover we Sluiter kennen is zij overigens de eerste om dat te beamen.

De zeggingskracht van de registratie van Sluiter ligt erin besloten dat het exemplarisch is voor wat we aantroffen in de bijbanenregisters. Duizenden hoogleraren hebben brieven, mails of andere oproepen gehad met het verzoek om de registratie op orde te brengen. Desondanks treft Nieuwsuur - grove schatting - vele duizenden feitelijke onjuistheden en missende bijbanen. Ook trouwens bij bestuurders, die net zoals Sluiter normdragers zijn. Dat duidt, voorzichtig geformuleerd, toch op enige onverschilligheid. Dat de universiteiten zelf, maar ook UNL zeggen dat deze situatie zo niet langer kan voortbestaan, is even onvermijdelijk als terecht.

Van Oostendorp geeft in zijn blog telkens blijk van onwil om het belang van registratie in te zien en doet het af als een administratieve kwestie. 'Wie erover gaat klagen dat iemand geen 'voorbeeld van transparantie' is omdat het op de ene website wel staat en op de andere is (sic), als ik zo vrij mag zijn, niet goed bij zijn hoofd', schrijft hij bijvoorbeeld. Hij refereert aan hoogleraren die bijvoorbeeld op LinkedIn een bijbaan noemen die niet in de registratie van de universiteit terugkomt. Van doelbewuste misleiding is dan geen sprake.

Maar registratie is geen futiele kwestie. Van Oostendorp miskent dat registratie van bijbanen óók betekent dat er een gesprek met en weging door de universiteit plaatsvindt. Die weging is niet alleen wenselijk om een hoogleraar te behoeden voor al teveel of al te specifieke belangen. Het is ook een taak voor de universiteit, die de wettelijke opdracht heeft om de academische vrijheid te beschermen. Dat kan natuurlijk alleen met een accurate en deugdelijke registratie, en correcte opgaaf door hoogleraren.

En wat Nieuwsuur aantrof in de registers is allesbehalve accuraat en actueel.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl