In de file wandelen op de Veluwe, bermen vol met auto's, hulpdiensten die het gebied niet in kunnen. De natuur is overvol, vinden boswachters, biologen, natuurorganisaties en de ANWB. Ze doen een dringend beroep op Den Haag om te investeren in boerenland om het open te gooien voor natuur en recreatie.
Jaap Dirkmaat, directeur Nederlands Cultuurlandschap, ergert zich mateloos aan de drukte. "Ik loop in colonne door een natuurgebied terwijl verderop de open ruimte niet wordt gebruikt. Het lijkt de koopgoot wel. Dat komt deels door corona, maar voor een belangrijk deel is die drukte er continu al."
'Geen durf om boeren te onteigenen'
Niet alleen voor wandelaars en fietsers is meer ruimte nodig. De drukte is ook slecht voor dieren en planten. Teo Wams, directeur Natuurmonumenten, maakt zich vooral zorgen over de gebieden die eigenlijk bedoeld zijn voor wild, maar waar steeds meer wordt gerecreëerd. "In rustgebieden lijkt de mens nu het meest voorkomende dier, dat is niet de bedoeling."
De natuur in Nederland staat er zelfs slechter voor dan ooit, bleek vorig jaar uit een rapport van het Wereld Natuur Fonds, op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. En de Europese doelstellingen van biodiversiteit worden niet gehaald. Nederland haalt in het huidige tempo niet eens de aanleg van het Natuurnetwerk, een ambitieus netwerk van aan elkaar verbonden natuur en landbouwgebied, waar het zich vijftien jaar geleden aan committeerde.
Het is een doorn in het oog van Wams. "Provincies zijn verantwoordelijk voor de aanleg van het Natuurnetwerk. Er wordt te voorzichtig gehandeld. De wil of de durf om landeigenaren te onteigenen is er bij provincies niet. Ze zijn net als een agent die uiteindelijk geen boetes uitdeelt."
Natuur mag wat kosten. Daar moeten we niet kruideniersachtig mee omgaan.
De sleutel voor het verbeteren van de natuur ligt hoe dan ook bij boeren, zeggen natuurorganisaties. Bioloog Patrick Jansen: "Twee derde van Nederland is boerenland en daar zie je niemand. Als we dat nou aantrekkelijker maken met paadjes en heggen. Dan kunnen mensen daar ook buiten zijn. Gooi het boerenland open!"
Jaap Dirkmaat bedacht vijftien jaar geleden al een Deltaplan voor het landschap. Daarin zouden natuurbeschermers en boeren samenwerken aan het herstel van biodiversiteit en een deel van hun land openstellen voor wandelpubliek. Het plan werd deels opgenomen in het regeerakkoord van Balkenende I. Maar toenmalig staatssecretaris Henk Bleker haalde er vanwege de bezuinigingen een streep door.
'Romantiek keert terug'
Van de landelijke plannen kwam sindsdien niets meer terecht. Maar in de Ooijpolder bij Nijmegen kwam wel een project op basis van Dirkmaats ideeën van de grond. In overeenstemming met de boeren werd het landschap verfraaid. "Het landschap is in zijn geheel hersteld. Binnen vijf jaar zijn dassen teruggekomen, roodborsten, steenuilen, soorten libelles. De romantiek is terug in het landschap."
Dirkmaat leidt ons rond in 'zijn' Ooijpolder:
Dirkmaat noemt het project een nationaal schoolvoorbeeld voor natuurvriendelijke landschapsontwikkeling. "Uiteindelijk is dit de enige oplossing in een overvol land. We gebruiken het boerenland niet voldoende, alleen voor landbouw. Als je het ook gebruikt voor natuur en recreatie, dan heb je heel veel vliegen in een klap."
'Maak het interessant voor boeren'
De vereiste samenwerking met boeren kost wel geld. Boer Geert Kroes was de eerste die voor het plan voor de Ooijpolder tekende. "Ik ben een groene boer, maar de kachel moet ook roken." Kroes zette zijn handtekening omdat hem een contract van dertig jaar werd geboden waarin hij financieel werd gecompenseerd. Kroes: "Het moet duurzaam zijn voor twee kanten. De huidige landbouwprijzen zijn niet fair, dus moet verduurzaming de boer ook wat opleveren."
Ook Teo Wams van Natuurmonumenten pleit ervoor om boerenland open te stellen, vooral in de buurt van natuurreservaten. "We moeten het interessant voor de boeren maken. De boer wil een inkomen en zekerheid voor een langere periode. Natuur mag wat kosten. Daar moeten we niet kruideniersachtig mee omgaan."
Dirkmaat schat dat deze samenwerking met boeren zo'n 600 miljoen euro per jaar zou kosten. "Dan heb je in heel Nederland in een mooi landschap liggen."
ANWB wil extra minister
Volgens Paul Makken van de ANWB is het tijd dat Den Haag de regie neemt in het natuurbeheer. Nu leidt de natuur aan de 'Hollandse ziekte': over elk plan moeten duizend organisaties praten, zeg hij. "De uitvoering is nu versnipperd. Om echt iets te bereiken heb je één partij nodig die de kar trekt. Het Rijk moet garant staan en boeren een langetermijngarantie geven."
Volgens Makken moet het volgende kabinet echt werk maken van recreatie in eigen land. De natuurgebieden zijn te klein, terwijl er ruimte is die niet wordt gebruikt. De ANWB vindt het tijd voor een minister van Ruimtelijke Ordening.