MKZ-protest in Kootwijkerbroek

Mocht de overheid 60.000 dieren doden in Kootwijkerbroek?

  • Gert Janssen

    verslaggever

  • Gert Janssen

    verslaggever

De inwoners van het Veluwse dorp Kootwijkerbroek hebben het nooit geloofd, dat er daadwerkelijk mond- en klauwzeer (MKZ) in hun dorp was uitgebroken. Het gevolg van de uitbraak in 2001 was dat er 60.000 koeien, varkens en schapen werden geruimd.

Na een jarenlange juridische strijd zal deze week de rechter oordelen over de kwestie. De ruimingen leidden tot gewelddadige rellen in het streng-christelijke dorp. De massale woede richtte zich vooral op de toenmalige minister van Landbouw Laurens Jan Brinkhorst. In een uitzonderlijk interview erkent Brinkhorst nu dat hij destijds te weinig empathie had met de inwoners van het geplaagde dorp.

Wel vindt Brinkhorst de ruimingen nog steeds gerechtvaardigd. "Het enige waarvan ik misschien achteraf spijt heb, is dat ik soms te weinig empathie had. Maar ja, in de drie jaar dat ik minister ben geweest, heb ik vier zware crises moeten oplossen."

OND klauwzeer

Twijfel

Eind maart 2001 sloeg bij veel inwoners van de plattelandsgemeente de schrik om het hart, toen de overheid bekendmaakte dat het zeer besmettelijke MKZ-virus was overgeslagen van de Noord-Veluwe naar een boerenbedrijf in Kootwijkerbroek, een dorp met honderden veehouderijen.

Maar omdat de laboratoriumtesten niet overtuigend waren, en de ziekte zich niet verder verspreidde, was er bij de boeren grote twijfel dat er sprake was van mond- en klauwzeer. Ze hingen uit protest dode varkens en koeien in de bomen, en richtten blokkades op om de ruimingsploegen tegen te houden.

Minister Brinkhorst werd uitgemaakt voor killer van duizenden boeren. Een op hem lijkende pop hing aan een zelfgemaakte galg in het dorp. In de avond van 7 april kwam het tot massale rellen en een gewelddadig treffen met de ME.

In diezelfde tijd gaf Brinkhorst een omstreden interview aan een lokale krant. Daarin zei hij dat "zolang Onze Lieve Heer zelf niet heeft gesproken, men in Kootwijkerbroek niet gelooft dat er mond- en klauwzeer is".

Die opmerking en de grote twijfel aan het bestaan van de ziekte was voor Kootwijkerbroeker Lau Jansen de reden een stichting op te richten met als doel de waarheid boven tafel te krijgen. Samen met een aantal individuele veehouders begon de stichting een juridische strijd, die uiteindelijk bijna 19 jaar zou duren.

Deskundigen

Na een jarenlang gevecht om het inzien van de laboratoriumtesten uit 2001 besluit het College van Beroep voor het Bedrijfsleven om drie deskundigen naar de werkwijze van het lab te laten kijken. De drie deskundigen hebben twijfels bij de gevolgde procedure.

Eén van hen is viroloog Ab Osterhaus: "De werkwijze daar verdient zeker niet de schoonheidsprijs. Voeg je dat bij het feit dat het besmette dier nauwelijks ziekteverschijnselen had, en dat de ziekte zich niet verder heeft uitgebreid. Ja, dan zijn er dus duidelijk twijfels."

Uitspraak

Aanstaande dinsdag doet het College van Beroep voor het Bedrijfsleven uitspraak in Den Haag. Oud-predikant Niesing, destijds voorganger van de Hervormde Kerk in Kootwijkerbroek, hoopt dat er een duidelijke uitspraak komt. En dat de overheid vervolgens tegenover heel Kootwijkerbroek toegeeft dat er "voorbarig is gehandeld". "Laat men eerlijkheid betrachten. Dan kan het boek eindelijk dicht, alhoewel er wonden zijn geslagen voor het leven", zegt hij.

Overweegt oud-minister Brinkhorst een bezoek en eventuele excuses aan Kootwijkerbroek? "Zeker niet", zegt hij. "Er is al zoveel gebeurd en zoveel gezegd. Ik denk ook niet dat heel veel mensen in Kootwijkerbroek het prettig vinden om te zien dat ik nog steeds springlevend ben."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl