Joost Oranje, hoofdredacteur Nieuwsuur

Van de hoofdredactie: hoor en wederhoor, lang niet altijd even makkelijk

Het is de belangrijkste stelregel, gebeiteld in het journalistieke handboek: hoor en wederhoor. Het standpunt van de tegenpartij, de andere kant van de zaak, de nuance in een verhaal: cruciaal in elke productie. Goede journalistiek is niet voor niets altijd open blijven staan voor de keerzijde van het onderwerp waar je mee bezig bent.

Door Joost Oranje, hoofdredacteur Nieuwsuur

Maar de zoektocht naar die keerzijde, het wederhoor dus, is lang niet altijd makkelijk. Je kunt als journalist nog zo gemotiveerd op zoek zijn naar de andere kant van het verhaal, die andere kant moet het wel willen geven.

Met name bij onderwerpen die gevoelig liggen voor de macht, om het maar pathetisch uit drukken, loopt dat lang niet altijd even soepel. Deze week hadden we er weer een paar keer mee te maken.

Het begon met het verhaal over premier Mark Rutte, die zich woensdag in de Kamer moest verantwoorden omdat hij vorig jaar druk had uitgeoefend om de doorrekening van het voorlopige klimaatakkoord pas ná Prinsjesdag te publiceren.

In documenten die we opvroegen via de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB), stond dat Rutte het 'onwenselijk' vond als de doorrekening nog voor de Algemene Politieke Beschouwingen naar buiten zou komen, terwijl anderen die wel al wilden publiceren.

Natuurlijk had onze Haagse redactie wederhoor gevraagd. Rutte's departement was al uren voor onze uitzending op de hoogte. Maar de verdediging van de premier kwam laat: pas 's avonds, nadat het onderwerp reeds in de uitzending was behandeld.

Kritische vragen

Irritatie bij de premier, maar logischer was natuurlijk geweest om het daar niet op aan te laten komen en die reactie op tijd aan ons te verstrekken, desnoods schriftelijk. Dan hadden we dat natuurlijk meegenomen.

Gelukkig konden we de dag erna terugkomen op de kwestie, toen Rutte zijn wekelijkse persconferentie gaf en wij óók de kritische vragen bij zijn reactie konden stellen. Want dat wil je het liefst; niet alleen wederhoor, maar vooral ook de mogelijkheid daar verder op in te gaan.

Dat gold ook voor ons verhaal over het UWV, waar we al lang onderzoek naar doen. Maandag brachten we een nieuw hoofdstuk in dit tragische dossier:

Uiteraard was verslaggever Siebe Sietsma al dagen bezig om wederhoor te halen bij het UWV. Vergeefs. Ondank eindeloos aandringen en een lange lijst aan vragen kwam er vóór de uitzending maar een summiere- en weinig toevoegende reactie. Niet omdat de informatie er niet was. Maar simpelweg omdat het UWV het niet gaf.

Diezelfde week wist verantwoordelijk minister Wouter Koolmees de Tweede Kamer immers wel wetenswaardigheden rond het dossier te melden die niet hadden misstaan in ons verhaal, bijvoorbeeld over het percentage aan detentiemeldingen dat niet goed wordt verwerkt.

Maar kennelijk kwam dat het UWV niet goed uit. En vond Koolmees het handiger om de feiten wel met Kamer te delen, maar niet met Nieuwsuur (en het publiek).

In ons langlopende dossier over de steun aan Syrische strijdgroepen staan we ook al maanden voor een vaak dichte deur. Nog steeds liggen daar een groot aantal vragen, al dan niet in de vorm van een WOB-verzoek; ik schreef er eerder dit stukje over:

Kortom: wederhoor vragen, maar ook geven, kent allerlei dynamieken. Organisaties of ministeries waar de pers een lastig dossier op het spoor is, kunnen namelijk ook belang hebben wederhoor juist niet, summier, te laat of bij een ander medium te verstrekken. Om ons dan vervolgens niet zelden voor de voeten te werpen dat we eenzijdig hebben bericht.

Het hoort er allemaal bij. Journalistiek die aan de macht morrelt, lokt nu eenmaal ook reacties van die macht uit. Daar moeten we tegen kunnen. Maar fraai is het vaak niet. Zeker niet bij overheidsorganisaties als ministeries of het UWV, die betaald worden uit collectieve middelen en dus ook informatie beheren die 'van ons allemaal' is.

Dát argument mag aan de andere kant van de lijn wel wat dwingender meewegen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl