Deze 'Slowaakse Rekruten' willen hun land beschermen tegen migranten

Het gaat de 19-jarige Peter uit Slowakije voor de wind: hij heeft een mooie auto, een leuke vriendin en gaat naar de universiteit. Toch maakt hij zich zorgen: hij is bang dat zijn fijne wereld verstoord zal worden door een oorlog, veroorzaakt door immigranten. En daarom wil hij voorbereid zijn.

Peter staat aan het hoofd van de 'Slowaakse Rekruten', een paramilitaire organisatie met zo'n tweehonderd jonge leden. Ze trainen in de weekenden met nepwapens en -uniformen, al voelt voor de jongens hun taak allesbehalve nep. Ze willen hun Slowakije beschermen en voor de Slowaken behouden.

De Slowaakse Rekruten staan centraal in de documentaire When the war comes, die deze week draait op het Internationale Documentaire Festival Amsterdam (IDFA). De Tsjechische maker, Jan Gebert, las over de paramilitaire groep en raakte zo geïntegreerd dat hij een film over ze besloot te maken.

'Slowaakse Rekruten' willen land beschermen tegen immigranten

Vooral Peter, die zelf werd opgeleid in Rusland, fascineert Gebert. In de film is te zien hoe hij al snel dictatoriale trekjes ontwikkelt. "Peter heeft twee kanten. Hij is charismatisch, zoals volgens mij alle succesvolle leiders zijn. Maar hij heeft ook een donkere kant, zoals je ook ziet bij succesvolle dictators."

Peter is keihard voor de andere rekruten. Ze moeten zijn bevelen gehoorzamen. Een jongen die tijdens de training zijn wapen ergens in het veld heeft laten liggen, krijgt de wind van voren. De rekruten worden niet meer bij hun naam genoemd maar bij het nummer dat ze bij het begin van de trainingen hebben gekregen.

De Slowaakse Rekruten maken zich zorgen over de komst van migranten. In de film is te zien hoe een groepje jongens vanuit een auto naar een stoet migranten roept: "Ga terug naar Afrika". Ze spreken over een invasie. "Het gaat oorlog worden in Europa, let op mijn woorden", zegt een van de jongens.

De migratiecrisis die zij als uitgangspunt nemen voor hun activiteiten, is volgens voormalig generaal Andor Sandor, oud-baas van de Tsjechische militaire veiligheidsdienst, helemaal niet aan de orde in Tsjechië of Slowakije. "Het kan natuurlijk altijd nog komen, maar nu is het er zeker niet."

Deze jongens willen juist geen onderdeel zijn van het systeem.

Jan Gebert, maker 'When the war comes'

De Slowaakse overheid grijpt niet in zolang Peter en zijn rekruten de wet niet overtreden. Ze zijn zeker niet de enige paramilitaire organisatie in Oost-Europa. Zo is er de inmiddels verboden nationale garde in Hongarije. En in Polen zijn paramilitaire groepen juist erkend door de overheid.

Ook in Tsjechië zijn er volgens recente cijfers zo'n 2000 paramilitairen. "Op zich is het bestaan van zo'n nationale garde goed, maar het zou altijd binnen de staat moeten worden geregeld. Onder de minister van Defensie of de minister van Binnenlandse Zaken", zegt Sandor.

Maar volgens documentairemaker Gebert zou dat niet werken. "Deze jongens sluiten zich aan bij zo'n groep, omdat het buiten het systeem is. Dat maakt het voor hen aantrekkelijk. Daarom gaan ze bijvoorbeeld ook niet bij het leger. Ze willen geen onderdeel zijn van het systeem."

In de documentaire is op een gegeven moment te zien dat Peter in uniform en met wapen lesgeeft op een school. Volgens Gebert laat dat zien dat er een soort maatschappelijke goedkeuring is gekomen voor wat zij doen. En dat kan hen helpen in hun volgende stap: naar de politiek.

Vooral Peter heeft grote politieke ambities. "Hij wil uiteindelijk niet meer in het bos trainen, hij ziet zichzelf in de politiek. En de huidige atmosfeer in Europa is in zijn voordeel", zegt Gebert. De Slowaakse Rekruten voelen zich gesteund door het wereldwijd opkomend nationalisme.

"Peter wil zijn visie op een grotere schaal implementeren. Het liefst in heel Europa", zegt Gebert. En dat ziet hij als een risico. "Zolang ze trainen in de bossen ben ik niet bang, maar ik ben wel bang dat ze succesvol zullen zijn in de politiek. Als de samenleving stil blijft, krijgen ze eigenlijk groen licht."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl