Aangepast

Wielrennend inburgeren: deze Eritreeërs helpen hun landgenoten

  • Marijke van der Groef

    redacteur NOS-sport

  • Marijke van der Groef

    redacteur NOS-sport

Een blauwe lucht in een oer-Hollands landschap. Het is zaterdagochtend in het Zeeuwse dorp Philippine. Wielrenners Nahom Desale en Daniel Abraham bereiden zich met hun teamgenoten voor op een wedstrijd in de Nederlandse topcompetitie.

Abraham is vooral in Nederland bekend als winnaar van het goud op de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro. Beiden zijn ervan overtuigd dat hun liefde voor wielrennen ze heeft geholpen met integreren.

Inburgeren op de fiets

Desale maakte in Eritrea deel uit van het nationale team, totdat hij vanwege de mensenrechtensituatie in zijn land besloot te vluchten naar Nederland. Inmiddels blaast hij zijn wielerambities in de Hollandse polder een nieuw leven in.

Veel praten

De liefde voor het fietsen heeft zijn integratie in Nederland enorm geholpen, zegt hij. Terwijl veel van zijn landgenoten nog worstelen met de Nederlandse taal, spreekt hij deze vloeiend en heeft zijn weg gevonden. "Ik praat veel met Nederlanders door het wielrennen. Daardoor blijf je integreren in de Nederlandse maatschappij. Ik ben nog geen drie jaar in Nederland, maar ik voel me thuis. "

Ook Daniel Abraham heeft veel aan het sporten te danken. "In het begin was het lastig. Je weet niet hoe alles werkt in Nederland. Dat je je moet inschrijven bij een vereniging, dat je materiaal nodig hebt. Je zit thuis tv te kijken, maar je weet niet dat het ook mogelijk is voor jou."

Eritreërs vallen na hun inburgering vaak in een zwart gat.

Marnix Heida, directeur NLtraining

Samen met drie andere sporters met een vluchtelingenachtergrond geeft Abraham sinds kort workshops. Het doel: mensen die nog bezig zijn met inburgeren te motiveren om in beweging te komen, en om op die manier een plek te vinden in de Nederlandse maatschappij. Sport als hulpmiddel om te integreren.

Want dat er problemen zijn, is duidelijk. Zeker de inburgering van Eritreeërs verloopt moeizaam. De Eritreeërs vormen, na de Syriërs, de grootste groep vluchtelingen die de laatste jaren naar Nederland zijn gekomen.

Van de ongeveer 20.000 Eritrese asielzoekers die vanaf 2014 naar Nederland zijn gekomen, leeft 90 procent nog van een uitkering. De meesten zijn nog bezig met de inburgeringscursus en hun toekomstperspectief is ongewis.

Marnix Heida, directeur van NLtraining, een van de grote aanbieders van inburgeringscursussen, maakt zich zorgen. "Tijdens hun inburgering vallen ze nog niet erg op, maar daarna vallen ze vaak in een gat. Ze staan heel ver van de Nederlandse maatschappij in hoe ze handelen en denken."

Doorzetten

Elke maandagavond komen in Lelystad zo'n twintig Eritrese jongeren samen. Om samen te eten, en om te luisteren naar het verhaal van Desale en Abraham.

"We hopen door onze ervaringen te delen dat we de jongeren een kans geven om te groeien", zegt Abraham. "We willen ze verder helpen zodat ze niet tot last komen van de Nederlandse bevolking. Als je niks doet is, is dat niet goed voor het land en voor henzelf. We proberen ze hoop te geven om door te zetten."

De jongeren die op de avond afgekomen zijn erkennen dat het leven totaal anders is in Nederland. "Werk zoeken is moeilijk. In Eritrea kun je naar een werkgever toelopen en om werk vragen. Hier willen ze meteen e-mail, een cv en een diploma zien."

Een deel van de jongeren ziet in dat het sporten hen misschien verder kan helpen. Zij kunnen direct een inschrijvingsformulier voor de voetbal-, wieler- of atletiekclub invullen. Een kleine stap, maar volgens Daniel Abraham kan het net zijn wat ze nodig hebben.

"Dat is het mooie aan sport: het maakt niet uit of je Nederlands bent of Eritrees. Er wordt alleen naar je kracht gekeken, verder niks. Dat geeft je zelfvertrouwen."

Reportage: Nederlandse Eritreërs helpen landgenoten op de fiets

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl