Tussen alle regeringsauto's bij de Raad van ministers in Luxemburg stopt één taxi met daarin oud-PvdA-leider Wouter Bos. Hij mag zich voor het eerst sinds jaren weer eens mengen tussen de ministers in Luxemburg. Niet als minister, maar als speciaal gezant om het Europees Medicijnagentschap (EMA) naar Nederland te halen.
Bos moet andere landen overtuigen en verleiden, om zo stemmen voor Amsterdam binnen te halen. Even die Duitse minister aanschieten, spreken met een groepje Finse ambtenaren, en vooral heel vaak uitleggen dat de personeelsleden van het EMA een moeiteloze verhuizing te wachten staat als de keuze valt op Amsterdam.
Ook is er een promotiefilmpje gemaakt, waarin Nederland gepromoot wordt als internationaal land vol faciliteiten en goed onderwijs.
Volgens Bos krijgt hij vaak te horen dat Amsterdam een heel goed aanbod heeft gedaan. "De stad Amsterdam, de mogelijkheden die partners van het EMA-personeel hebben om in Nederland te werken, de goede scholen. Als het daar echt om gaat, maken we een heel goede kans."
Maar het is de vraag of het beste aanbod uiteindelijk ook wint. De vergelijking met het Eurovisiesongfestival is veel gemaakt. Ook daar wint niet altijd het beste liedje, andere landen moeten je de winst ook gunnen. En die gunfactor ligt voor veel ministers ergens anders.
Ik heb de zuidelijke landen voorgesteld om op elkaar te stemmen.
Neem bijvoorbeeld de Grieken. Van de 37 Europese agentschappen zitten er 16 in Zuid-Europa en dat is volgens de Griekse minister Georgios Katrougalos veel te weinig. "Wij hebben in het zuiden de tweede, derde en vierde economie van Europa. Dat is nu niet te zien in het aantal agentschappen. Ik heb de zuidelijke landen voorgesteld om op elkaar te stemmen."
Amsterdam krijgt de stem van Katrougalos dus niet. "Het is één van mijn favoriete steden, maar nu sla ik over." Als Italiaanse journalisten hem direct daarna de optie Milaan voorleggen is hij een stuk positiever. "Als Athene de tweede stemronde niet haalt, dan stemmen wij natuurlijk voor Milaan."
Ook Oost-Europa houdt elkaar vast. Roemenië, Bulgarije, Polen en Slowakije zouden het agentschap graag binnenhalen. Hun voorstellen werden niet erg goed beoordeeld door de Europese Commissie, maar ze zijn zeker niet kansloos. In Oost-Europa staan bijna geen agentschappen en dus vinden ze dat ze wel eens aan de beurt zijn.
"Wij stemmen op ons buurland Slowakije", zegt de Tsjechische minister Ales Chmelar. "We moeten een eerlijke verdeling krijgen in Europa." Daar is de Slowaakse minister Ivan Korcok het mee eens. "Slowakije is één van de vijf landen die nog helemaal geen agentschap hebben. Daar moeten we iets aan doen."
Stem jij op mij, stem ik op jou
Nederland heeft dus te maken met zware concurrentie uit Oost- en Zuid-Europa. En dan zijn steden als Kopenhagen, Helsinki en Brussel ook nog in de race. Wie stemmen wil krijgen, moet dus meer dan een goede locatie aanbieden.
Volgens Wouter Bos is het belangrijk om nog wat "in de achterzak" te hebben. En dan gaat het volgens hem niet om geld. "We kunnen samenwerking bieden. Er zijn kleine landen die graag met ons willen samenwerken op gebieden in de gezondheidszorg waar wij al heel ver in zijn."
Stemmen ruilen kan ook. Ieder land mag op drie kandidaten stemmen. Een als-jij-op-mij-stemt-stem-ik-op-jou-constructie is dan al snel gemaakt. Op de uitslag is het overigens nog even wachten. Volgende maand wordt de beslissing genomen.
Bos is ervan overtuigd dat hij goede argumenten heeft om het EMA in Amsterdam te krijgen. Maar het blijft een spel. "Het is nu heel veel zaaien en maar hopen dat we uiteindelijk ook kunnen oogsten."
