Amsterdam is een broeinest. Letterlijk, want in de stad is het vaak vele graden warmer dan daarbuiten. "Vooral 's nachts groeit het verschil in temperatuur tussen stad en land", zegt Bert Heusinkveld, meteoroloog en onderzoeker van de universiteit van Wageningen. "In de stad blijft het veel langer warm. Dat betekent dat het hier in Amsterdam zomaar 5 graden warmer kan zijn dan in het buitengebied."
Heusinkveld staat voor het Paleis op de Dam, een van de warmste plekken in de stad. "Dat komt doordat er veel zonlicht binnenkomt en de oppervlakken donker zijn en dus veel zonlicht absorberen. Zonlicht wordt in opgeslagen in het steen."
De meteoroloog heeft een mobiel weerstation bij zich, dat op een bakfiets is gemonteerd. Daarmee kan het klimaat per wijk gemeten worden.
Dat de stad warmer is, komt door het vele asfalt en gesteente en doordat het er minder waait. "We zien dat de wind hier veel minder hard waait dan in het buitengebied", zegt Heusinkveld.
Ook de schaarste van groen speelt een belangrijke rol. "Vegetatie zet zonlicht om in verdampingsenergie. Dat betekent dat de energie van de zon niet gebruikt wordt voor het opwarmen van stenen en opwarmen van de lucht. Dus met veel vegetatie blijft een gebied ook koeler."
Opwarming
De warmte in de stad is nu meestal nog aangenaam. Maar met de opwarming van het klimaat gaat hitte vaker een probleem worden, ook doordat de stad nog veel harder opwarmt dan het buitengebied.
Heusinkveld zegt dat stadsbewoners vaker te maken zullen krijgen met 'hittestress'. "Nu ervaar je ongeveer 250 uur per jaar onaangename hitte. Als we zo doorgaan met de emissie van broeikasgassen, komen we in 2050 uit op een verdubbeling, dus ongeveer 500 uur. Dat is nogal wat."
"Als je gezond bent kunt je daar wel tegen. Met wat extra zweten en extra drinken red je je wel. Maar als je niet zo fit bent, zoals oudere mensen, dan moet je op gaan passen."
Uit berekeningen blijkt dat de schade kan oplopen tot 5 procent van wat er in die steden wordt verdiend.
Met het stijgen van de temperatuur in de steden kunnen ook de kosten flink oplopen. Uit onderzoek blijkt dat de economische schade in de steden zelfs twee keer zo groot is als daarbuiten.
"Uit berekeningen blijkt dat de schade kan oplopen tot 5 procent van wat er in die steden wordt verdiend tot het einde van deze eeuw", zegt milieueconoom Wouter Botzen van de Vrije Universiteit en de Universiteit Utrecht.
Grote steden zullen twee graden warmer worden, hele grote steden acht graden of meer.
Botzen wijst erop dat de steden de komende jaren zullen groeien. En hoe groter de steden, hoe sterker het opwarmingseffect. "Gemiddeld geldt voor een stad een graad opwarming. Grote steden zullen twee graden warmer worden, hele grote steden, zoals New York, acht graden."
Als het extreem warm wordt, doen mensen minder en neemt de arbeidsproductiviteit af, betoogt Botzen. Steeds meer mensen zullen ziek worden of zelfs overlijden. En er zal meer energie verbruikt worden, bijvoorbeeld door airco's.
Maatregelen
Steden kunnen de temperaturen matigen door meer parken en tuinen aan te leggen. Maar het meest verwachten Heusinkveld en Botzen van het gebruik van witte of lichte materialen op daken.
"Zonlichtabsorptie kun je tegenhouden door lichtere materialen te kiezen", legt Heusinkveld uit. "Zonlicht wordt daardoor teruggekaatst. Die energie ben je dus kwijt en warmt ook de stenen en lucht niet meer op." Ook het kiezen van lichtere varianten asfalt kan daarbij helpen.
Al zijn er zelfs voor Heusinkveld grenzen, zo zegt hij rondkijkend op de Dam. "Het is natuurlijk jammer om zo'n heel mooi paleis in een keer wit te gaan schilderen. Daar zou ik geen voorstander van zijn."