De premie van het ABP, het grootste pensioenfonds van Nederland, stijgt volgend jaar met meer dan 2 procent. En dat is slechts een eerste stap; de komende twee jaar zal de pensioenpremie verder omhooggaan, vanwege de gedaalde rente en de lagere rendementsverwachting.
"Het voelt als een nieuw hoofdstuk. We betalen met z'n allen steeds meer in de collectieve sector. Neem de zorgpremie, maar ook de pensioenpremie", zegt Annette Cillekens (59), teamleider op christelijke scholengemeenschap Het Streek in Ede. Zij is als docent aangesloten bij het ABP.
Cillekens en haar collega's zullen er volgend jaar waarschijnlijk een tientje per maand op achteruit gaan. "Dat is voor mij persoonlijk geen ramp, en ik denk voor niemand in onze sector, maar de vraag is waar de grens ligt. De grenzen worden nu steeds weer verlegd."
Behalve voor werknemers, heeft de stijging ook gevolgen voor werkgevers. "Voor onze school met zo'n 280 docenten betekent het een kostenverhoging van 2,5 ton per jaar. Dat is nogal wat", zegt rector Wilfred Nep (42). "Zeker als je het omrekent in mensen, dan betekent dat 4 fte. Het bedreigt dus de baan van vier mensen."
Zelf sparen
Voor docent Nederlands Gerrine Lankhaar (32) lijkt haar pensionering nog ver weg. "Ik bekijk wel trouw de jaarlijkse pensioenoverzichten van het ABP, maar ik maak me niet druk over wat er allemaal gaat gebeuren tegen de tijd dat ik met pensioen ga. Volgens mij verdien ik genoeg om straks een mooi pensioen over te houden."
Maar ze probeert ondertussen wel zelf een buffer op te bouwen. "Behalve dat ik spaar in een pensioenfonds, probeer ik ook zelf goed te sparen en veel af te lossen op m'n hypotheek. Mocht het pensioenfonds later niet toereikend zijn, dan hoop ik het zelf te kunnen bekostigen."
Ik heb er al veertig jaar opzitten en ik mag nog acht jaar door. Dat had ik niet verwacht toen ik begon.
ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool zegt in het Financieele Dagblad dat ze de dure pensioenen steeds lastiger uit te leggen vindt aan deelnemers. "Het onderstreept de noodzaak om snel naar een nieuw stelsel te gaan."
Het huidige stelsel is volgens haar erg rentegevoelig. "De lage rente drijft de premies op. In een nieuw stelsel moeten we daarvan af. Door mensen geen vast pensioen meer te beloven, maar ze een persoonlijke pensioenpot te geven waarbij de premie wordt belegd, haal je die angel eruit."
Wortmann-Kool benadrukt in het FD dat het ABP geen voorstander is van een individueel stelsel. "We vinden het wel belangrijk dat deelnemers verplicht pensioensparen en de risico’s samen blijven delen. We spreken daarom van een persoonlijk pensioen met bescherming."
Geld opzij zetten
Een individueel stelsel spreekt ook rector Nep en teamleider Cillekens niet direct aan. "Volgens mij kleven daar veel risico's aan. Is iedereen in staat om dat op een zorgvuldige manier te doen? Bovendien spreekt de collectiviteitsgedachte mij wel aan", zegt Nep.
"We dragen op die manier met zijn allen bij aan veel meer mensen in de samenleving", vult Cillekens aan. "Maar het zou natuurlijk wel mooi zijn als mensen in periodes dat het financieel goed gaat, wat meer geld voor hun pensioen opzij kunnen zetten."
Ze maakt zich meer zorgen over het verhogen van de pensioenleeftijd. "Die is opgeschoven naar 67 en nu zijn er alweer gesprekken over het oprekken van die grens. Inmiddels heb ik er al veertig jaar werken opzitten en ik mag nog acht jaar door. Dat had ik niet verwacht toen ik begon."
