De Turkse schrijver Orhan Pamuk

Nobelprijswinnaar Pamuk: ik vrees niet voor mezelf, maar wel voor mijn Turkije

Europa moet Turkije veel harder aanspreken op de mensenrechten dan het nu doet. Dat zegt Orhan Pamuk, een van de grootste Turkse schrijvers en Nobelprijswinnaar, in een interview met Nieuwsuur.

Hij maakt zich onder meer zorgen over de persvrijheid in zijn land. "Mijn vrienden hier, journalisten, zitten in de rats. Vooral als ze de regering bekritiseren. Ze worden ontslagen en bedreigd en hun kranten worden opgeheven."

Grote politieke omwentelingen

Verslaggever Jan Eikelboom spreekt met Pamuk in Istanbul, ter gelegenheid van zijn nieuwste boek Dat vreemde in mijn hoofd. Dat vertelt het verhaal van Mevlut, een straatverkoper uit Istanbul. Hij handelt in boza, een traditioneel Turks drankje.

Het verhaal speelt zich af gedurende een periode van veertig jaar, tegen een decor van grote veranderingen. Istanbul groeit explosief en er zijn voortdurend politieke omwentelingen. Het politieke geweld van de jaren 70, de opkomst van Erdogan's AK-partij. Mevlut maakt het allemaal mee, maar hij blijft het liefst afzijdig. Dat blijkt ook uit dit fragment:

'Lang leve Atatürk', herhaalden enkele anderen aan tafel. Ook Mevlut deed mee. 'Alles goed en wel, maar als die reli's aan de macht komen, wordt Turkije dan straks geen tweede Iran?' 'Maak je niet druk, het leger geeft die religieuze fanaten geen kans. Ze voeren een staatsgreep uit, doeken die partij van ze op en zetten ze allemaal achter de tralies. Zo is het toch, bozaman?' 'Ik ben een bozaventer', zei Mevlut. 'Met hogere politiek bemoei ik me niet. Politiek is iets voor u, gestudeerde mensen.'

Anders dan zijn hoofdpersoon is schrijver Orhan Pamuk wel uitgesproken over de politieke situatie in zijn land. "De laatste jaren begint onze islamitische regering haar liberale gezicht te verliezen. Het wordt steeds autoritairder en repressiever. Journalisten worden in de cel gezet en kranten verboden."

Hij vindt dat Europese leiders Turkije daarop moeten aanspreken. "Ik ben blij als Merkel en andere Europese leiders Turkse politici de hand schudden. Maar ze moeten niet alleen praten over het tegenhouden van migranten. Het moet ook gaan over de democratie in Turkije."

Opvang van vluchtelingen

Woensdag komt de Europese Commissie met een rapport over Turkije. De vraag is of het land aan de eisen voldoet voor het afschaffen van de visumplicht, zoals is afgesproken in het vluchtelingenakkoord. Dat is nu ongeveer een maand in werking.

Pamuk is niet te spreken over de manier waarop de EU met de vluchtelingencrisis omgaat. "Je kunt een muur om jezelf heen bouwen. 'Wij hebben het hier goed, we gooien de poort dicht.' Maar dan hol je langzaam al je normen en waarden uit."

De EU heeft Turkije 6 miljard euro toegezegd voor opvang. In het land verblijven momenteel al bijna 3 miljoen vluchtelingen. De schrijver prijst zijn land op dat gebied. "Op dat punt kan ik de regering niets verwijten. Alle lof voor de manier waarop Turkije de migranten opvangt."

Niet zwijgen

In 2006 won Pamuk als eerste Turkse schrijver ooit de Nobelprijs. Het heeft hem de vrijheid gegeven kritiek te kunnen blijven leveren, waar anderen het zwijgen wordt opgelegd. "Ik ben niet bang voor mezelf, maar voor het land, voor mijn vrienden. Seculiere, gecultiveerde, pro-Europese Turken."

Hij maakt zich zorgen over de democratie in zijn land. De schrijver hoopt dat Europa hem op dat punt zal bijstaan. "Ik zou willen dat de Europese leiders mij op dat punt steunen en zeggen dat de democratie in Turkije hen aan het hart gaat."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl