Eerste bijeenkomst in Utrecht voor vluchtelingen uit Eritrea.

Zorgen om integratie Eritrese vluchtelingen

  • Christel Voorn

    redacteur binnenland

  • Christel Voorn

    redacteur binnenland

"Als het om integratie van vluchtelingen gaat, is er geen tijd te verliezen", zo zeggen het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in hun recent verschenen Policy Brief. Ook binnen de Eritrese gemeenschap zijn er zorgen om de moeizame integratie.

Nieuwsuur spreekt met tientallen Eritrese vluchtelingen. Sommigen verblijven nog in een asielzoekerscentrum, anderen hebben al een woning. Zij zeggen lange dagen thuis door te brengen en het moeilijk te vinden contact te zoeken met Nederlandse mensen.

Zorgen om integratie Eritrese vluchtelingen

In onze cultuur kijken we weg als iemand ons aanspreekt, en we lopen vaak met ons hoofd gebogen. Dat is heel anders dan de Nederlandse cultuur.

Legese - vluchtte 1,5 jaar geleden uit Eritrea

Achterstand

Veel vluchtelingen hebben een ongunstige arbeidsmarktpositie en lopen de achterstand langzaam in, zo blijkt uit het onderzoek van het SCP, WODC en WRR. Na een verblijf van twee jaar in Nederland heeft maar een kwart van de vluchtelingen een betaalde baan van meer dan acht uur per week. Mede om deze reden vinden de partijen dat er geen tijd te verliezen is. "Er moet worden voorkomen dat een grote groep statushouders langdurig afhankelijk wordt van de bijstand zoals nu nog te vaak gebeurt." Ze willen ook dat gemeenten weer een actievere rol krijgen om de integratie te versnellen.

  • Nieuwsuur
    Binnen de Eritrese gemeenschap zijn er zorgen over de integratie in de Nederlandse samenleving
  • Nieuwsuur
    Veel Eritrese vluchtelingen zijn niet gewend om open te zijn
  • Nieuwsuur
    Eerste bijeenkomst in Utrecht voor vluchtelingen uit Eritrea
  • Nieuwsuur
    Eritreeërs zijn de tweede grootste groep vluchtelingen die hier asiel aanvragen, na de Syriërs

Verlegen

Michale Hadush komt uit Eritrea en vluchtte elf maanden geleden naar Nederland. Hij ziet hoe veel Eritrese vluchtelingen in Utrecht langdurig blijven hangen in passiviteit en maakt zich zorgen om hun toekomst in Nederland: "Velen van ons zitten de hele dag thuis, doen niets, krijgen een uitkering en komen nauwelijks in actie. We moeten met Nederlanders gaan praten, de taal leren en onze talenten ontwikkelen. We isoleren ons en dat is echt niet goed."

"We zijn verlegen, en bang. In onze cultuur kijken we weg als iemand ons aanspreekt, en we lopen vaak met ons hoofd gebogen. Dat is heel anders dan de Nederlandse cultuur. We moeten leren dat we hier vrij zijn en onze mening mogen uiten. We moeten zelfvertrouwen krijgen”, zegt Legese, die 1,5 jaar geleden naar Nederland kwam.

Open zijn wordt in Eritrea niet van je verwacht. Sterker nog, open zijn werd vooral gezien als een gevaar.

Sennay Ghebreab - vluchtte 30 jaar geleden uit Eritrea

Gebrek aan vertrouwen

Volgens Sennay Ghebreab is er een verschil tussen de Syrische en Eritrese vluchtelingen. Syrische vluchtelingen hebben meer zelfvertrouwen, en ook meer vertrouwen naar elkaar en naar Nederlanders toe. "Dat vertrouwen is onder de nieuwe Eritrese vluchtelingen niet aanwezig." Sennay Ghebreab vluchtte 30 jaar geleden naar Nederland. Hij is nu neurowetenschapper en hoofd sociale wetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Ghebreab legt uit dat veel Eritrese vluchtelingen niet gewend zijn om open te zijn. "Open zijn wordt in Eritrea niet van je verwacht. Sterker nog, open zijn werd vooral gezien als een gevaar."

Militaire dictatuur

Eritrea is een militaire dictatuur en wordt wel het Noord-Korea van Afrika genoemd. President Afewerki regeert het land met ijzeren hand. Alle mannen onder de 50 moeten het leger in, en dat is vaak voor onbepaalde tijd. Het land is niet in oorlog, dus in de praktijk komt de dienstplicht vaak neer op het langdurig opvolgen van opdrachten van een legerleider. Kritiek op de regering wordt afgestraft en onder de bevolking heerst een cultuur van angst. Die angst voelen we als we Eritreeërs vragen naar hun vluchtmotief. Velen durven ons niets te zeggen over de politieke situatie in hun thuisland.

Legese, die er als een van de weinigen wel over durft te praten zegt voorzichtig: "Misschien, ik weet het niet zeker, maar misschien zijn ze bang dat hun familie in Eritrea iets overkomt als ze praten. Dat ze in de gevangenis komen, of andere problemen krijgen met het Eritrese regime".

Ze moeten zelfvertrouwen opbouwen en veel contact hebben met Nederlanders. Anders zal het integreren heel lang gaan duren.

Michale Hadush - Initiatiefnemer stichting Mexeana

Zelfvertrouwen

Om te Eritreeërs te activeren is Michale Hadush zelf een initiatief gestart, stichting Mexeana. Hij probeert Nederlandse vrijwilligers en Eritrese vluchtelingen bijeen te krijgen om ervoor te zorgen dat de Eritrese vluchtelingen sneller mee kunnen draaien in de Nederlandse samenleving. "We moeten Eritreeërs motiveren, ze moeten zelfvertrouwen opbouwen en veel contact hebben met Nederlanders. Anders zal het integreren heel lang gaan duren”, vreest Michale.

Investeren

Hadush organiseert de bijeenkomsten in Utrecht nu vrijwillig, maar hoopt dat gemeenten inzien dat het nodig is en actief gaan helpen. "Hoe sneller het gaat, hoe sneller de Eritreeërs ook iets bij kunnen gaan dragen."

Ook Sennay Ghebrab hoopt dat men inziet dat het nodig is om te investeren om ze van waarde te laten zijn voor de Nederlandse samenleving: "Toen ik jong was, is er ook in mij geïnvesteerd. Het heeft mij geholpen om het Nederlands goed te leren beheersen en het heeft me gebracht waar ik nu ben."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl