De groeinde elite vermaakt zich in een pretpark

Noord-Korea heeft buitenlandse investeerders nodig, maar is er bang voor

"Het is hier geweldig, iedereen komt hier paardrijden", lacht een jonge Koreaan, in een roze poloshirt, terwijl hij zijn paard aanspoort verder te stappen. "Studenten, kantoormedewerkers en arbeiders." Het is zondag, veel inwoners van hoofdstad Pyongyang zijn naar de manege gekomen om een dagje te ontspannen.

Vanavond deel twee van de reportageserie die Nieuwsuur maakte in Noord-Korea.

Noord-Korea heeft buitenlandse investeerders nodig, maar is er bang voor

Paardrijden

De huidige leider Kim Jong-Un wilde dat paardrijden toegankelijk werd voor heel het volk, legt onze gids uit. En vandaar dat dit gigantische complex werd gebouwd, incusief een 'museum' met als thema de liefde van de leiders voor de viervoeters. Pronkstuk is een wassen beeld van het favoriete - inmiddels overleden - paard van Kim Jong-Il, aangekleed met de echte vacht van het dier. Maar op de paarden zit vooral de elite, in hun mooiste kleren en de dames met veel glimmende sieraden, terwijl 'het volk' er vooral naast loopt, of werkt aan het onderhoud van de renbaan.

Pretparken

In hoofstad Pyongyang lijkt de laatste jaren wel degelijk iets veranderd. Een paar jaar geleden vermaakten mensen zich thuis, in kleine groepjes, achter gesloten deuren. "Nu gebeurt dat in pretparken, buiten op straat", vertelt dissident Jang Jin-Sung, die 11 jaar geleden het land ontvluchtte. Naast verschillende pretparken, is er een waterpark met gigantische glijbanen, en er is een dolphinarium. Jang: "Amusement is op deze manier propaganda voor het volk geworden, en voor de buitenlandse media." Maar hij zegt ook dat hij merkt dat de elite niet alleen meer geld te besteden heeft, maar ook deze groep mensen met toegang tot harde valuta groeit.

De groeiende elite vermaakt zich in het nieuwe dolphinarium van Pyongyang.

Honger

Hoe het de mensen buiten Pyongyang vergaat, is moeilijk te zeggen. Zowel hulpverleners als journalisten hebben nauwelijks toegang tot het platteland. Wat we wel zien, als we naar de kust rijden, is dat er nauwelijks auto's rijden, en dat op het land alles met de hand wordt gedaan. Volgens het wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties gaan er in Noord-Korea geen mensen meer dood van de honger, maar is nog wel zo'n eenderde van de kinderen ondervoed.

Modelboerderijen

Nieuwsuur wordt naar twee 'modelboerderijen' gebracht. Zo ver het oog strekt is het groen, of staan er kassen vol groente en fruit. "De arbeiders wonen er helemaal gratis in woningen, die ze van de leider hebben gekregen", vertelt onze gids trots. "Inclusief kleurentelevisie en kookstel." Maar dat er problemen zijn, horen we ook.

Vorig jaar heeft de koude winter de oogst op de fruitfarm voor het overgrote deel verwoest, terwijl het land nu de ergste droogte sinds 103 jaar kent. Dat beinvloedt de voedselproductie, vertelt een economisch expert ons, terug in de hoofdstad. "We verwachten dat de oogst voor zeker 20 procent minder is dan normaal." Bovendien is het land voor 60 procent afhankelijk van waterkracht, en liggen de waterkrachtcentrales door de droogte nu stil. Er is veel stroom-uitval, wat opnieuw een negatieve invloed op de landbouw heeft, en waar ook industrie last van heeft.

Het land zegt van alles te willen, maar als het er op aan komt, gebeurt er niets. Dat heeft te maken met de angst van het regime voor invloeden van buiten.

Michiel Hoogeveen - politicoloog

Investeerders

De Noord-Koreaanse economie is kwetsbaar. En al is het uitgangspunt van de socialistische staat dat het land zelfvoorzienend is, de huidige leider heeft de deur op een kier gezet voor buitenlandse investeerders. Veertien economische zones zijn gecreeerd, waar bedrijven gebruik kunnen maken van de goedkope arbeid die in het land beschikbaar is. Op dit moment werken er 50.000 Noord-Koreanen voor een Zuid-Koreaans management.

Van een succes kan niet gesproken worden. Bedrijven uit andere landen blijven weg, vanwege de problemen met de elektriciteit, maar ook vanwege gedoe met betalingen aan de arbeiders en met de export van de winst. Politicoloog Michiel Hoogeveen deed onderzoek naar de economische relaties van Noord-Korea met het buitenland. Hij verklaart: "Het land zegt van alles te willen, maar als het er op aan komt, gebeurt er niets. Dat heeft te maken met de angst van het regime voor invloeden van buiten. Het wil overleven. En in andere landen, hebben ze gezien hoe dictaturen omvallen. Dat willen ze voorkomen. En ze willen de status van de leiders in stand houden. Buitenlandse invloeden zouden wel eens een negatieve invloed kunnen hebben. Dus aan de ene kant hebben ze harde valuta nodig, maar aan de andere kant zitten ze niet te wachten op het buitenland."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl