Rembrandts portretten van Maerten Soolmans en Oopjen Coppit

Waarom Nederland Maerten en Oopjen moet delen met Frankrijk

We kopen de twee Rembrandts van de familie Rothschild dus toch samen met Frankrijk. Nederland had ze graag alle twee gehad, maar minister Bussemaker is toch blij met de uiteindelijke oplossing.

Kort geleden was ze nog zeker van de thuiskomst van beide schilderijen, dus wat is er fout gegaan? Nieuwsuur maakte een reconstructie en spreekt met de hoofdrolspelers: de minister en D66-leider Pechtold. In de studio is Frankrijk-kenner Rudi Wester.

Waarom Nederland Maerten en Oopjen deelt met Frankrijk

Nederland rekende zich vorige week al rijk en het Rijksmuseum maakte al plannen voor beide werken. "Als het Rijksmuseum het voor elkaar krijgt, komen de werken vier dagen in elke provinciehoofdstad te hangen. Op die manier kan iedereen het nieuwe nationale bezit zien", zei een woordvoerder van het Rijksmuseum vorige week.

Behouden voor Europa

Volgens directeur Pijbes van het Rijksmuseum ging het zo: "De familie Rothschild gaf Frankrijk als eerste de mogelijkheid om beide werken samen te kopen voor 160 miljoen euro, maar de Fransen hadden het geld niet. Toen daarna een exportvergunning werd afgegeven, kwamen wij in actie. De kans bestond dat de portretten anders zouden verdwijnen voor Europa, want alleen rijke particulieren in de Golfstaten of China hadden ze kunnen betalen."

Gisteren ging de Tweede Kamer in een ongebruikelijk snelle procedure akkoord met het reserveren van 80 miljoen euro voor de schilderijen, ook al was toen nog niet duidelijk of er één of twee schilderijen gekocht konden worden. Vooral D66-leider Pechtold, afgestudeerd kunsthistoricus en oud-veilingmeester, was de drijvende kracht achter die snelle procedure.

In RTL Late Night legde hij uit waarom: "We kunnen er trots op zijn. Kijk eens hoe mooi dat geschilderd is. Deze mensen waren gewone burgers die zich als koningen lieten schilderen. Die waren trots. We werden een land, een natie", zei hij tegen Umberto Tan.

Wat er fout ging, is dat er op twee manieren werd geprobeerd om de portretten naar Nederland te krijgen. Op 14 juli sturen de Nederlandse en de Franse ministers van Cultuur een voorstel aan de familie Rotschild: zowel het Louvre als het Rijks koopt elk een schilderij. De doeken zullen samen om en om te zien zijn in Parijs en Amsterdam.

Intussen is directeur Pijbes druk bezig om beide schilderijen te bemachtigen voor het Rijksmuseum, voor 160 miljoen euro. De familie gaat eind juli akkoord en er wordt een principe-afspraak gemaakt met het Rijks, maar de familie staat nog steeds open voor een gezamenlijk aankoop door Nederland en Frankrijk.

Politieke bemoeienis

Als museumdirecteur Pijbes drie weken geleden op BNR Nieuwsradio zegt dat hij nog op zoek is naar geld komen de fractievoorzitters in de Tweede Kamer op initiatief van Alexander Pechtold bij elkaar in het Mauritshuis. De politiek blijkt bereid om 80 miljoen beschikbaar te stellen als het Rijksmuseum er ook in slaagt om zo'n bedrag bij elkaar te sprokkelen.

Dat nieuws lekt uit en Parijs is woedend. De Franse minister van Cultuur Pellerin begrijpt niet dat het plan om de schilderijen samen te kopen, zomaar door Nederland van tafel is geveegd. Daarop zetten de Fransen de tegenaanval in en laten weten dat ze nu wel de 80 miljoen hebben gevonden en dat een van de twee schilderijen naar het Louvre gaat.

Ondanks de principe-afspraak met het Rijksmuseum en de inspanningen van Pijbes en Pechtold om beide Rembrandts naar ons land te halen, delft Nederland vandaag het onderspit. Nederland krijgt niet twee schilderijen, maar moet Maerten en Oopje delen met Frankrijk.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl