In bijna een week tijd zijn in de Oost-Turkse grensplaats Cizre bij gevechten tussen het Turkse leger en de PKK meer dan dertig doden gevallen. De Turkse minister van Binnenlandse Zaken, Selami Altinok, zei vandaag dat sinds er afgelopen vrijdag een uitgaansverbod is afgekondigd.
Ruim dertig Koerdische extremisten en één burger zijn gedood. De Democratische Volkspartij (HDP), die de zaak van de Koerden verdedigt, sprak echter van 21 burgerdoden in Cizre.
Nieuwsuur spreekt vanavond met filmmaker Reber Dosky, die contact heeft met de Turkse Koerden. En met Lily Sprangers van het Turkije Instituut en met correspondent Lucas Waagmeester in Turkije.
Bestand
Cizre, een stad in het zuidoosten van Turkije waar de strijd tussen het Turkse leger en de Koerdische PKK het heftigst is, ligt bijna op een drielandenpunt. De Syrische grens is aan de rand van de stad en de Iraakse grens nauwelijks 40 kilometer oostelijker. In de regio is de Koerdische extremistische PKK (Koerdische Arbeiderspartij) actief.
Een bestand tussen de PKK en de Turkse regering is in juli verbroken. De Turkse strijdkrachten en de PKK bestoken elkaar sindsdien steeds heviger.
Maatschappelijke onrust
De aanvallen over en weer leiden ook tot maatschappelijke onrust en geweld, zegt correspondent Lucas Waagmeester. De afgelopen dagen zijn partijkantoren van de pro-Koerdische HDP-partij bezocht door knokploegen.
Zondag bestormde een woedende menigte het redactiekantoor van de krant Hürriyet, die over het algemeen vrij kritisch schrijft over de regering. "Er is sprake van een omslag, waarbij de strijd zich nu ook verplaatst naar de straat."
Woede
Voor de Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan is het conflict een krachtproef. Hij bestrijdt de PKK te vuur en te zwaard en neemt ook de pro-Koerdische partij HDP op de korrel. De partij die ervoor zorgde dat Erdogans AKP de absolute meerderheid verloor en daarmee het geweld in het oosten zou hebben veroorzaakt, zei hij zondag op televisie.
Die uitspraak veroorzaakte weer grote woede bij de Koerden. Zij vrezen dat Erdogan de noodtoestand wil uitroepen en nieuwe verkiezingen wil uitschrijven om toch zijn gewenste meerderheid te krijgen.