Het plein in de wijk Salaheddin in Aleppo was een plein als alle andere pleinen, maar ligt nu al twee jaar op de frontlijn in de oorlog tussen de Syrische rebellen en de troepen van president Assad.
Vooral ‘s nachts wordt er over en weer gebombardeerd. Dat gebeurt vaak met zelfgemaakte bommen, die worden afgeschoten en enorme schade aanrichten. Op het Salaheddin plein zijn bijna alle gebouwen beschadigd of verwoest.
Dagelijks leven
Toch gaat het dagelijks leven gewoon door. Winkels zijn open, er is markt en kinderen spelen op straat, maar iedereen heeft verschrikkelijke dingen meegemaakt.
Het was de grootste industriestad van het land, met een centrum dat zesduizend jaar oud is en van onschatbare historische waarde. Maar twee jaar strijd tussen de regeringstroepen en verschillende rebellengroepen, zoals Jahbat al-Nusra, de Syrische tak van Al-Qaida, en Islamitische Staat (IS), is er weinig meer van de stad over.
Gezien het belang en de strategische ligging van Aleppo gaan de gevechten door: met bombardementen maar vooral met beschietingen door sluipschutters. Die leggen in grote delen van de stad het leven stil.
Vijfde jaar
De oorlog in Syrië gaat inmiddels zijn vijfde jaar in. Volgens de VN vonden 220.000 mensen de dood. Zo'n 3,9 miljoen mensen zijn gevlucht naar het buitenland en binnen de grenzen van Syrië zouden ruim 7 miljoen mensen op de vlucht zijn.
