Frieda Menco-Brommet op Kamp Westerbork

Frieda Menco overleefde als een van de weinigen Auschwitz

Gisteren is Auschwitz-overlevende Frieda Menco-Brommet op 93-jarige leeftijd overleden, nadat ze deze week thuis was gevallen. Zondag wordt ze begraven.

In september 1944 werd de Amsterdamse met haar ouders Jo Brommet en Rebecca Brommet-Ritmeester via Westerbork naar het vernietigingskamp Auschwitz afgevoerd. In 2015 maakte Nieuwsuur met haar een reportage over Auschwitz.

Auschwitz, het concentratie- en vernietigingskamp dat in 2015 70 jaar geleden werd bevrijd, is een van de belangrijkste symbolen geworden van de holocaust: 1,1 miljoen mensen vonden er de dood. Maar Auschwitz was meer dan een kamp. Voor de nazi's was Auschwitz een modelstad.

Auschwitz, het verhaal van een modelstad

Auschwitz als levenswerk

De Joodse grootvader van Hans Citroen zat gevangen in Auschwitz en overleefde de oorlog ternauwernood. Kleinzoon Hans trouwde zelf met de Poolse Barbara Starzynska, die opgroeide in de stad Oświęcim, het Poolse stadje dat beter bekend staat als Auschwitz. Haar ouderlijk huis lag op loopafstand van concentratiekamp Auschwitz I.

Samen met zijn vrouw Barbara (die in 2010 overleed) maakte Hans Citroen het boek Auschwitz-Oświęcim, een fotografisch onderzoek naar het Auschwitz van de oorlog en het Oświęcim van vandaag. Op dit moment werkt hij aan een documentaire. Citroen ontdekte dat Auschwitz veel meer was dan de kampterreinen die nu het museum Auschwitz-Birkenau vormen.

Auschwitz was een integraal onderdeel van de Duitse samenleving. De nazi’s noemden het een Bollwerk des Deutschtums.

Hans Citroen

“Auschwitz was niet alleen een kamp, het was vooral een modelstad,” vertelt Citroen in Birkenau, ook wel bekend als Auschwitz II. “Het nieuwe Duitsland moest hier in Polen komen, dat moest gegermaniseerd worden. En Auschwitz moest de modelstad van het nieuwe Duitsland worden.”

Het was niet alleen een vernietigingskamp, zegt Citroen. “Dat kamp was niet alleen een doel, het kamp was een middel. Het was het een middel om daar een modelstad te kunnen bouwen.”

Kolonisatieplan

Auschwitz was tijdens de Tweede Wereldoorlog onderdeel van een omvangrijk Duits kolonisatieplan. Het plan voorzag in een nieuwe stad, drie concentratiekampen, een reeks dwangarbeiderskampen en een industriegebied ter grootte van het Rotterdamse Botlekgebied. De Duitsers kozen niet toevallig voor Auschwitz.

De plaats lag strategisch, zegt Andzrej Kacorzyk, adjunct-directeur van het museum Auschwitz-Birkenau. “Je had hier mijnen en grote industrie. Auschwitz bevond zich op een knooppunt van de rivieren de Wisła en de Soła. En er waren goede verbindingen, onder andere via het spoor.”

Het gigantische industrieterrein van Auschwitz werd in vier jaar tijd door duizenden dwangarbeiders uit de grond gestampt. Duitse topondernemingen werkten mee aan de bouw van de stad: chemieconcern IG Farben was verantwoordelijk voor een groot industrieel complex en een eigen woonwijk, maar ook staalproducent Krupp en elektronicagigant Siemens hadden er een fabriek.

Auschwitz: de systematische vernietiging van Joden

Dwangarbeid

Bij de bouw van het grote industriële complex bij Auschwitz kwamen naar schatting zo’n 35.000 dwangarbeiders om te leven. De Joodse Frieda Menco-Brommet uit Amsterdam zat tijdens de oorlog gevangen in Auschwitz en vertelt in Nieuwsuur over de dwangarbeid die ze moest verrichten. “We moesten iedere dag stenen sjouwen. We moesten ze opstapelen tot aan onze kin en dan weer laten vallen. En als we teruggingen naar ons eigen kamp werden die stenen weer opgestapeld en moesten we vier kilometer teruglopen.”

Hans Citroen: “Het kamp Auschwitz en de stad Oświęcim worden vaak los van elkaar gezien. Maar in werkelijkheid waren ze één geheel. Auschwitz was een integraal onderdeel van de Duitse samenleving. De nazi’s noemden het een Bollwerk des Deutschtums.”

Na de oorlog werd het fabriekscomplex van IG Farben voortgezet onder een andere naam. In de jaren vijftig, zestig en zeventig was in Oświęcim de grootste chemieproducent van Oost-Europa gevestigd.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl