Verplicht zoeken naar vermisten
Door correspondent Joost van Egmond
Landen beloven hun verantwoordelijkheid te nemen in de zoektocht naar vermiste personen. In Mostar in Bosnië en Herzegovina, hebben vier staten uit voormalig Joegoslavië hun handtekening onder die verplichting gezet.
Het is Internationale Dag van Vermiste Personen. Wereldwijd worden honderdduizenden mensen vermist. Vaak legt de onzekerheid over hun lot een ondraaglijke druk op de nabestaanden.
Zoekwerk
In voormalig Joegoslavië zijn nog zo'n 13.000 mensen spoorloos als gevolg van de oorlogen van de jaren negentig. Na die tijd ontstond een nieuwe manier van zoeken. Een Internationale Commissie van Vermiste Personen (ICMP), opgericht in 1996, nam het voortouw, met steun van donoren zoals Nederland. Oud-premier Wim Kok werd na zijn aftreden vanwege de val van Srebrenica ook commissaris van de ICMP.
De ICMP begeleidt het zoeken naar massagraven en heeft een grote DNA-database aangelegd. Zo werden bijna 30.000 mensen geïdentificeerd. Die expertise maakt de ICMP gewild in andere delen van de wereld. In Irak of Zuid-Afrika, maar ook in Oost-Oekraïne, waar een Bosnische expert hielp zoeken naar slachtoffers van MH17.
Primeur
Met de verklaring die vrijdag is ondertekend heeft de westelijke Balkan een nieuwe primeur in het zoekwerk naar vermisten. Servië, Bosnië, Montenegro en Kroatië legden in een verklaring vast dat zij als staten een verantwoordelijkheid hebben om vermisten op te sporen. Dat vult een lacune in internationale afspraken, waardoor nabestaanden vaak geen middelen hadden om landen te dwingen hen te helpen.
Of de nieuwe verklaring in de praktijk ook veel betekent moet blijken. Landen in voormalig Joegoslavië klagen nog steeds over gebrek aan medewerking door de buren. Massagraven liggen vaak op het grondgebied van de voormalige vijand. Maar de afgelopen maanden waren er een aantal succesvolle voorbeelden van samenwerking. De ICMP noemt de afspraak historisch en hoopt dat veel andere landen in conflictgebieden het voorbeeld zullen volgen.