Dodental mijnramp Turkije loopt op
Het dodental van de mijnramp in het westen van Turkije is opgelopen tot 245. Dat heeft de Turkse premier Erdogan gezegd tijdens een bezoek aan de rampplek in Soma. Het lot van ruim honderd mijnwerkers na de explosie in de kolenmijn blijft ongewis. Zij zitten nog vast.
Na de ontploffing brak brand uit in de mijn. Daardoor zijn veel mijnwerkers gestikt. Om de overlevingskansen van de vermiste mijnwerkers te vergroten wordt zuurstof in de mijn gepompt.
Halfstok
Volgens de eigenaar van de mijn zijn tot nu toe bijna 450 mijnwerkers gered. Het is nog niet duidelijk hoe de brand kon ontstaan.
Erdogan heeft drie dagen van nationale rouw afgekondigd. In het hele land en op Turkse ambassades en consulaten in het buitenland hangen vlaggen halfstok.
De premier heeft zijn bezoek aan Albanië uitgesteld.
Aflossing
Volgens de autoriteiten was de explosie op het moment dat twee groepen mijnwerkers elkaar aflosten. Daardoor waren er meer mensen in de mijn dan normaal. In totaal waarschijnlijk 787, van wie er 363 zijn gered, zegt de Turkse minister van Energie Yildiz.
Volgens hem wordt de kans op overlevenden steeds kleiner.
Het is een van de grootste mijnrampen uit de Turkse geschiedenis. De grootste was in 1992 in Kozlu, bij de Zwarte Zee. Toen vielen er bij een explosie 263 doden.
"Geen gebreken"
In Istanbul hebben zich honderden demonstranten verzameld voor het hoofdkantoor van de eigenaar van de mijn, Soma Holding. Ze beschuldigen de eigenaar van het slecht naleven van de veiligheidsvoorschriften.
Volgens het Turkse ministerie van Arbeid is de mijn sinds 2012 vijf keer geïnspecteerd. De laatste keer was in maart en toen zijn er geen gebreken aan het licht gekomen, aldus het ministerie.