NOS Nieuws

Nederlanders relatief toch nog goed in taal en rekenen

Nederland staat vijfde in een lijst van 31 landen met zijn scores bij taal, rekenen en het probleemoplossend vermogen van volwassenen. Op het gebied van taalvaardigheid is er wel enige achteruitgang.

Dat blijkt uit het PIAAC-onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling dat eens in de tien jaar wordt gehouden. In Nederland hebben er zo'n 4000 mensen die representatief zijn voor de bevolking als geheel aan deelgenomen.

Zowel op het gebied van taal- als rekenvaardigheid doen alleen Finland, Japan, Zweden en Noorwegen het beter dan Nederland. Landen als de VS, Spanje en Italië scoren juist aanzienlijk slechter. De Nederlandse score ligt ruim boven het gemiddelde.

Voor de studie moesten de deelnemers een aantal testjes doen. Het betrof vooral praktische vaardigheden, legt onderzoeker Marieke Buisman uit. "Kun je je basisvaardigheden gebruiken in alledaagse situaties? Kun je een routeplanner gebruiken? Kun je je aanmelden voor een sportmiddag? Kun je een hypotheekrente berekenen? Dat soort concrete onderwerpen."

Ten opzichte van tien jaar geleden zijn in Nederland de gemiddelde rekenvaardigheden flink toegenomen. De gemiddelde taalvaardigheidsscores zijn afgenomen, maar niet heel veel.

Grote groep laaggeletterden

Ondanks de goede score in het representatieve onderzoek, telt Nederland wel een grote groep laaggeletterden. 15,9 procent van de 16- tot 65-jarigen (zo'n 1,8 miljoen mensen) heeft moeite met het lezen van langere teksten en het vergelijken van verschillende soorten informatie. Bij rekenvaardigheid kwamen de onderzoekers op een vergelijkbaar resultaat: 15,5 procent van de deelnemers bleek problemen te hebben met rekenen.

De overlap is groot: acht op de tien mensen met lage taalvaardigheden, scoren ook slecht op rekenvaardigheden.

Als je de groep ouderen van 65 tot en met 75 meetelt, hebben zelfs zo'n 3 miljoen Nederlanders lage taal- en rekenvaardigheden.

Bij die mensen met lage basisvaardigheden springen er twee groepen uit, zagen de onderzoekers. Buisman: "In vergelijking met tien jaar geleden zien we dat de groep ouderen fors groter is. En tien jaar gelden bestond de grootste groep met lage basisvaardigheden uit volwassenen met Nederlands als eerste taal. Dat is nu niet meer zo. Nu heeft die groep Nederlands als tweede taal."

'Werk aan de winkel'

In de studie is apart gekeken naar de jongvolwassenen (van 16 tot en met 24 jaar). Ook die groep scoort goed in vergelijking met andere landen. Wel is ook in deze groep de taalvaardigheid wat afgenomen ten opzichte van een decennium geleden, maar de onderzoekers spreken nog steeds van "een stabiele trend".

In deze editie van de studie was er ook extra aandacht voor de ouderen van 66 tot en met 75 jaar. De scores van die groep zijn significant lager, maar dat is volgens de schrijvers van het rapport niet verrassend: gedurende de levensloop dalen de kernvaardigheden van volwassenen gemiddeld met één vaardigheidsniveau.

De resultaten werden vanochtend in ontvangst genomen door staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs & Emancipatie). Zij noemt het "superbelangrijk" dat mensen goed kunnen lezen, schrijven en rekenen. "Ruim 2 miljoen mensen kunnen niet goed lezen, schrijven of rekenen. Dat zijn er te veel. Iedereen moet volwaardig mee kunnen doen in onze samenleving. Werk aan de winkel dus."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl