Korstanje scherpt record op vlinderslag weer aan, als tweede door op WK kortebaan
De series op de eerste dag van de WK zwemmen kortebaan in Boedapest hebben drie Nederlanders een plaats in de halve finales opgeleverd. Maaike de Waard deed dat zelfs op twee onderdelen: de 50 meter vlinderslag en de 100 meter rugslag.
In het Oranje-kamp maakte Nyls Korstanje echter de meeste indruk. De houder van het Nederlands record won zijn serie op de 50 meter vlinderslag in 21,62 seconden en dook daarmee 0,12 onder de toptijd die hij begin november in Singapore op de klokken bracht.
Het was bovendien een nieuw kampioensrecord, maar daar kon de 25-jarige Fries maar kort van genieten. Een heat later tikte Noè Ponti al na 21,53 aan en dat was slechts 0,03 boven het wereldrecord dat de Zwitser sinds de wereldbekerwedstrijden in Singepore in handen heeft.
In de schaduw van Korstanje, die achter Ponti nu de derde tijd ooit gezwommen heeft, wist Thomas Verhoeven geen potten te breken. Hij zwom met 22,60 de negentiende tijd en kwam 0,17 tekort voor een plek in de halve finales.
Oudste wereldrecord uit de boeken
Behalve de 28-jarige De Waard, die met 25,33 als zevende de voorronde overleefde, bereikte ook de zes jaar jongere Tessa Giele de laatste zestien op de 50 meter vlinderslag. Met 25,01 zwom ze de derde tijd.
De Amerikaanse Gretchen Walsh eiste een glansrol voor zich op. Met 24,02 dook ze maar liefst 0,36 onder het wereldrecord dat al sinds 2009 op naam stond van Therese Alshammar. De tijd van de Zweedse was het oudste wereldrecord kortebaan bij de vrouwen.
Op de 100 meter rugslag ging De Waard met 57,01 als tiende naar de laatste zestien. Drievoudig Europees kampioene Kira Toussaint kwam 0,03 tekort voor een vervolg. Met 57,55 zwom de 30-jarige Amstelveense, sinds 2019 met 55,17 houdster van het Nederlands record, de zeventiende tijd.
De halve finales zijn later vandaag.