Concurrentie schaatsers is jaar voor Spelen sterker: 'Genieten van de show'
Waar de Nederlandse schaatsers bij de vorige Winterspelen liefst zes gouden medailles veroverden in Peking, bleef de teller dit wereldbekerweekend op dezelfde ijsbaan steken op twee keer goud op de olympische onderdelen, voor Marijke Groenewoud en Bart Hoolwerf op de massastart.
In Peking veroverden de Nederlandse schaatsers 17 medailles, maar op de traditionele afstanden werd er internationaal nog helemaal niet gewonnen, ook vorige week in Japan niet.
De prestaties van de Nederlandse schaatsers bij de eerste twee wereldbekers als slecht bestempelen gaat te ver, want er zijn met de medailles voor Jenning de Boo, Suzanne Schulting, Dione Voskamp, Beau Snellink en Angel Daleman ook lichtpuntjes. Maar opvallend is het wel. Wat zegt het over de kansen voor de volgende Winterspelen, volgend jaar in Milaan?
Vooral het gebrek aan zeges bij de mannen valt op. De tegenstand lijkt sterker en de top is breder dan de afgelopen tien à vijftien jaar. In Peking zochten we de coaches van de grootste concurrenten op om te vragen hoe zij kijken naar de prestaties van het grootste schaatsland ter wereld.
De laatste keer dat het gebeurde dat er bij twee opeenvolgende wereldbekers geen goud werd veroverd op een traditionele afstand, was in het seizoen 2008-2009. "Ze moeten inderdaad nog even doortrainen", zegt Remmelt Eldering met een lach.
De bondscoach van Canada zag wel een aantal lichtpuntjes voor Nederland. "Snellink en Chris Huizinga deden het goed. En Kjeld Nuis (brons op 1.500 meter, red.) eigenlijk ook, maar er staan een paar fenomenen aan de start die lastig zijn te verslaan."
Het grootste fenomeen is de Amerikaan Jordan Stolz. Coach Bob Corby zag zijn pupil na acht starts met acht keer goud naar huis gaan. Geen vuiltje aan de lucht richting de Spelen, zou je zeggen.
"Er is zoveel talent in Nederland. Ik schrijf nog helemaal niemand af", zegt Corby. Vooral De Boo, die zowel op de 500 als de 1.000 meter als tweede achter Stolz eindigde, maakt indruk op hem. "Hij vliegt." En inderdaad, hij weet het gat beetje bij beetje te dichten met de onverslaanbaar geachte Amerikaan.
Als Nederlandse schaatsfan zou ik genieten van de show.
Johan de Wit, coach van onder anderen de Chinees Ning Zhongyan, ziet Stolz niet snel verliezen. "Op dit moment is hij onverslaanbaar, maar daar moeten we ons niet bij neerleggen. We blijven zagen en dan hopen we dat hij op een bepaald moment omvalt."
De Wit zag net als Eldering ook sterke prestaties op de lange afstand. Op de 5.000 meter gingen de zeges in Azië bij afwezigheid van Patrick Roest (niet fit na het trekken van zijn verstandskies) naar de Italiaan Davide Ghiotto en de Noor Sander Eitrem. Beau Snellink pakte wel zilver en brons.
"En dan ontbreekt de beste rijder. Want Roest moet dat niveau van Ghiotto aankunnen en hij is de sleutel voor de ploegenachtervolging. Dus met hem erbij heb je meteen veel meer kans op goud."
'Wordt een hele klus'
De coach van Stolz ziet dat anders. Corby: "Ghiotto en Eitrem lijken nu zo sterk op de lange afstanden dat het een hele klus wordt ze te verslaan." Hij ziet de Nederlanders eerder juichen op de 500, 1.000 of 1.500 meter, de afstanden van zijn pupil. "Daar lijkt het nu wel op, met het talent dat eraan zit te komen."
Of de Amerikaan het achterste van zijn tong laat zien is de vraag. "Ik ga ook echt niet zeggen dat de Nederlanders geen kans maken tegen ons. Dan komen ze met hooivorken achter mij aan!"
Bekijk de samenvattingen van het afgelopen weekend hieronder:
Ook het Italiaanse kamp houdt er rekening mee dat de Nederlanders na kerst sterker terug zullen keren in het internationale circuit. "De grote toernooien zijn pas aan het einde van het seizoen en ze hebben de kwaliteit om er te staan als het moet", zegt Matteo Anesi, de assistent-coach van Ghiotto.
Zo kijkt Eldering ook naar de Spelen. "Onder enorme druk laten de Nederlanders altijd zien dat ze goed zijn. Ze zijn gewend aan presteren onder hoge spanning."
Corby sluit zelfs niet uit dat Nederland vijf gouden medailles haalt op de Spelen. "Maar ik hoop dat we er een aantal kunnen tegenhouden." Ook volgens Anesi is het voor paniek nog veel te vroeg. "Als Nederlandse schaatsfan zou ik genieten van de show."
