Scheuren in een huis in Hoensbroek als gevolg van mijnbouw eerder
In samenwerking met
L1 Nieuws
NOS NieuwsAangepast

Limburgs schadefonds stopte subsidiegeld voor mijnbouwschade in aandelen

Het Calamiteitenfonds Mijnschade Limburg heeft geld dat bedoeld was voor schade aan huizen door mijnbouw gebruikt om te beleggen op de effectenbeurs.

Het ging aanvankelijk, in 2018, om een belegging van een half miljoen euro. Later zijn er nog meer aandelen en obligaties gekocht, meldt L1 Nieuws, tot een totale waarde van meer dan een miljoen euro eind 2021. Vorig jaar is de hele effectenportefeuille verkocht.

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) spreekt in een reactie over "een onverantwoord risico" en noemt het beleggen "niet wenselijk en niet conform de subsidievoorwaarden".

Het Calamiteitenfonds is opgericht om bewoners tegemoet te komen wanneer zij schade ondervinden als gevolg van de mijnbouw in Zuid-Limburg. Daarbij gaat het vaak om huizen die ook tientallen jaren na de sluiting van de laatste mijn (eind 1974) te maken krijgen met scheuren of verzakkingen.

Het ministerie van EZK is de grootste subsidieverstrekker van het fonds en stopte er sinds 2015 in totaal 4 miljoen euro in. Ook de provincie Limburg en een aantal gemeenten dragen bij aan het fonds.

Onacceptabel

Dat een deel van het geld is gebruikt om te beleggen, noemt het ministerie onacceptabel. "Subsidiegeld moet besteed worden aan het doel waarvoor de subsidie is gegeven. In dit geval het herstellen van ernstige mijnbouwschade aan de hoofdwoning. Daar moet niet mee worden belegd", aldus het ministerie in antwoord op vragen van de Limburgse regionale omroep.

Voorzitter Jan de Wit stelt dat 'zijn' schadefonds lange tijd te veel geld in kas had. Hij wijst erop dat het om langjarige subsidies ging en dat er tegelijkertijd weinig schademeldingen waren. Ook was er een paar jaar geleden sprake van een negatieve rente: wie veel geld op een rekening had staan, kreeg over dat bedrag geen rente, maar moest rente betalen.

Uitbesteed aan Rabobank

"Vooraf heeft het bestuur onderzocht of beleggen in strijd met de subsidievoorwaarden was, hetgeen niet zo was", zo beweert De Wit in tegenstelling tot het ministerie. De subsidies werden belegd in aandelen en - voor het grootste deel - in obligaties.

Het bestuur handelde niet zelf op de beurs maar besteedde dat uit aan de Rabobank. Het beheer van de beleggingen kostte zo'n 10.000 euro per jaar. Bij de verkoop van de portefeuille vorig jaar was sprake van een verlies van ongeveer 100.000 euro.

Voor zover na te gaan heeft het beleggen in effecten er niet toe geleid dat gedupeerden geen of lagere schadevergoedingen hebben gekregen dan waar ze recht op hadden, melden alle betrokkenen. Het fonds had altijd genoeg geld voorhanden. Vorig jaar zijn zes nieuwe aanvragen ingediend bij het mijnschadefonds, waarvan er vier in beginsel zijn toegewezen.

Fonds opgeheven

Het Calamiteitenfonds wordt waarschijnlijk nog dit jaar opgeheven. Er komt een nieuwe organisatie in Heerlen: I3ML (Instituut voor Mens, Milieu en Mijnbouw in Limburg). Volgens staatssecretaris Vijlbrief van Mijnbouw wordt de bewijslast minder stringent: aannemelijk maken dat schade komt door het mijnverleden is voldoende. Nu moeten huiseigenaren nog bewijzen dat de schade daadwerkelijk het gevolg is van mijnbouw.

Volgens De Wit is het niet zo dat de bewijslast minder stringent zal zijn in de komende rijksregeling. "In de schaderegeling van stichting Calamiteitenfonds Mijn(water)schade Limburg is aannemelijkheid van een oorzaak voldoende om te kunnen spreken van schade."

Advertentie via Ster.nl