Raad van State doet half februari uitspraak over nareisbeperking statushouders
De nareisbeperking voor statushouders is op een zitting bij de Raad van State vandaag opnieuw verdedigd door de landsadvocaat, die de regel "noodzakelijk" noemde.
De Raad van State zei ernaar te streven half februari uitspraak te doen over de maatregel die door meerdere rechters is verworpen en daarom gisteren door de staatssecretaris is opgeschort.
"De staatssecretaris ziet zich geconfronteerd met uitspraken van rechtbanken", zei de landsadvocaat vandaag. "Daarom heeft hij het praktisch geacht om die maatregel op dit moment op te schorten. Om de rechtbanken en advocatuur niet verder te belasten. Het zegt niets over wat de staatssecretaris vindt van deze maatregel en over de juridische houdbaarheid."
In strijd met Europees recht
De nareismaatregel is onderdeel van het asielakkoord dat het kabinet in augustus 2022 sloot om de opvangcrisis op korte termijn op te lossen. De maatregel is op 3 oktober 2022 ingegaan. Volgens die regel moeten gezinsleden van iemand die een asielvergunning heeft (een statushouder) zes maanden langer wachten voordat zij naar Nederland mogen komen.
In de behandeling door de Raad van State staat de vraag centraal of de nareisbeperking in strijd is met het nationale en het Europese recht. Drie advocaten betoogden opnieuw van wel.
Op de zitting werden drie rechtszaken behandeld. In die zaken oordeelden rechters dat gezinsleden van statushouders zo snel mogelijk naar Nederland moeten komen. Dat is in deze drie gevallen inmiddels gebeurd.
Politieke beweegredenen tellen niet
Landsadvocaat Elisabeth Pietermaat, die de staatssecretaris vertegenwoordigt, noemde de regel "pijnlijk maar noodzakelijk". Volgens haar wordt hiermee voorkomen dat de opvang nog voller raakt. Daarnaast betoogde ze dat iedereen in Nederland ook recht op zorg heeft, maar daar soms ook op gewacht moet worden.
Eén van de asieladvocaten zei dat de politieke beweegredenen achter de regel er niet toe doen: "De enige vraag is of dit binnen de grenzen van de wet kan. Dat is niet zo."
Definitie van 'zodra'
De advocaten wezen op de richtlijn die geldt als een gezinshereniging is aanvaard. Daarin staat dat zodra het verzoek aanvaard is, de betrokken lidstaat het gezinslid of de gezinsleden de toegang toestaat.
De landsadvocaat zei daarop dat het woord "zodra" niet een specifieke tijdsbepaling impliceert. Een advocaat bestreed dat, en las de definitie in de Van Dale voor: "onmiddellijk nadat".
De landsadvocaat zei vervolgens dat uit de richtlijn niet kan worden opgemaakt dat de (onmiddellijke) toegang van nareizigers kan worden afgedwongen.
Meerdere rechtbanken hadden vorig jaar de nareisbeperking van het kabinet onwettig verklaard, waarop staatssecretaris Van der Burg in hoger beroep ging bij de Raad van State.
Voor nieuwe zaken is de nareisbeperking voorlopig opgeschort. Van den Burg zei gisteren in een Kamerbrief dat in de lijn der verwachting ligt dat andere rechtbanken de nareismaatregel zullen negeren, "waardoor het nuttig effect van de maatregel voorlopig ontbreekt".
Hij zei het oordeel van de Raad van State af te wachten, voordat hij een definitief besluit over de maatregel neemt.