Huizen jaarrond van duurzame energie voorzien in nieuw 'energielab'
Ook als de zon niet schijnt en de wind niet waait, zoals deze week, hebben huizen in de toekomst duurzame energie nodig. Niet alleen in de nacht als het donker is, maar ook in de winter, als de energievraag hoog is omdat alle huizen verwarmd moeten worden. Daarom opent de TU Delft vandaag een zogenoemd energielab. Dit 24/7 Energy Lab, zoals het formeel heet, past in het voornemen van de Delftse universiteit om meer aandacht te geven aan de energietransitie.
Het klimaatprobleem is urgent, zegt rector Tim van der Hagen, en daarom is veel onderzoek nodig naar alle verschillende CO2-vrije opties. In een aantal speciaal daarvoor gebouwde huizen op het terrein van de universiteit worden de technieken van de toekomst getest. Het energielab heeft als doel de energietransitie te versnellen.
In Nederland wordt 35 procent van alle energie gebruikt in de gebouwde omgeving. Zonnepanelen en windmolens maken die wel steeds duurzamer, maar huizen van het aardgas afhalen gaat moeizamer dan gedacht. Ook zorgt alle groene energie voor een overbelasting van het elektriciteitsnet.
"Daarom is een buurt met een lokaal energiesysteem, zonder CO2-uitstoot en zonder belasting van het landelijke elektriciteitsnet zo belangrijk", zegt Marjan Kreijns, directeur van The Green Village, het dorpje op de campus. In de acht verschillende huizen op het terrein van de universiteit wonen twaalf mensen. "Want niet alleen de technologie is belangrijk, maar ook de ervaringen van bewoners. Als zij nieuwe technieken niet fijn vinden in het gebruik, gaan we terug naar de tekentafel."
Een van de bewoners is Ben Neuteboom, in het dagelijks leven politieman. "Ja, ik weet dat ik een proefkonijn ben", zegt hij. "Als er aan de instellingen wordt gesleuteld, kan bijvoorbeeld het douchewater even koud worden. Maar daar staat tegenover dat je als eerste dit soort nieuwe dingen ziet. Ik mag testen of het allemaal goed werkt en of het intussen toch een fijn en comfortabel huis blijft."
The Green Village bestaat al wat langer. Voortdurend testen onderzoekers er samen met bedrijven nieuwe technieken uit, om te zien hoe ze uitpakken in de dagelijkse praktijk. Wat nieuw is, is de aanleg van een lokaal energiesysteem, waarbij ook waterstof wordt ingezet. Als energie lokaal wordt opgewekt en gebruikt, is opslag van energie noodzakelijk. Want de zon en wind kunnen niet het hele jaar rond voldoende duurzame stroom opwekken.
Die opslag kan in accu's, maar ook in de vorm van groene waterstof. Tot nu toe verwachtten sommige experts geen grote toekomst voor waterstof in woningen. "Het is inderdaad geen goed idee om groene waterstof elders te maken en naar huizen te transporteren", zegt Kreijns. "Maar hierbij maak je het lokaal, in de eigen wijk, als seizoensbuffer. Daarmee kan het landelijke elektriciteitsnet worden ontzien."
Vooral in de winter, als de energievraag het grootst is, zal groene waterstof mogelijk een belangrijke functie kunnen vervullen. In de zomer zijn accu's waarschijnlijk afdoende om energie die overdag wordt opgewekt ook 's nachts te gebruiken. Ook is het belangrijk om de verschillende componenten van energie, elektriciteit en warmte, beter aan elkaar te knopen, en voortdurend te bepalen hoeveel energie er met het dagelijkse weer kan worden opgewekt.
Zo zal een slim aansturingssysteem straks moeten bepalen of zonnestroom wordt omgezet in waterstof of dat het beter is om eerst de elektrische auto op te laden. Daarnaast worden in Delft zonnepanelen getest die niet alleen elektriciteit leveren, maar ook warmte. Ook wordt gekeken naar bijvoorbeeld nieuwe elektrische cv-ketels, isolatietechnieken, en manieren om warmte uit rioolwater te benutten.
'Politiek moet het mogelijk maken'
Kreijns erkent dat de universiteit hier wat laat mee komt. Alle gemeenten van Nederland hebben eind vorig jaar al een plan van aanpak voor duurzame warmte moeten inleveren. Maar, zegt ze, "dit idee hadden we twee jaar geleden al, alleen hebben we er nu pas een vergunning voor gekregen. In Den Haag wordt voortdurend over waterstof gepraat. Maar er wordt onvoldoende nagedacht over wat daar echt voor nodig is."
Ruimte om te experimenteren is in deze fase volgens haar cruciaal. Ook de politiek zelf moet meer in beweging komen, vindt ze. Zo lopen zowel de warmte, elektriciteits- als gaswet achter op de ontwikkeling van nieuwe technologie. "De politiek moet mogelijk maken dat innovaties sneller kunnen worden doorontwikkeld."