Celstraffen geëist in corruptie- en fraudezaak bij woningcorporatie Vestia
Het Openbaar Ministerie (OM) eist 4 en 3 jaar gevangenisstraf, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, tegen twee hoofdverdachten die betrokken zouden zijn geweest bij fraude bij woningcorporatie Vestia. Er zou van 2015 tot 2018 sprake geweest zijn van corruptie, oplichting, witwassen en valsheid in geschrifte.
Jarenlang zijn er door de beide hoofdverdachten steekpenningen aangenomen in ruil voor opdrachten aan diverse onderhouds- en schoonmaakbedrijven uit de regio Rotterdam, schijft het OM in een persbericht. Vestia is voor ongeveer 2,5 miljoen euro benadeeld. Omdat het om semi-publiek geld gaat zijn volgens het OM ook de huurders getroffen.
Criminele milieus
Uit onderzoek is gebleken dat er offertes van onderaannemers zijn opgehoogd, zonder dat die daarvan op de hoogte waren. Zo werd een offerte van oorspronkelijk 39.600 euro verhoogd naar 123.246 euro. Het verschil deelden de verdachten met elkaar.
In een aantal gevallen factureerden bedrijven zelfs voor werkzaamheden die in het geheel niet werden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld het reinigen van dakgoten. Alleen al voor het reinigen van dakgoten heeft Vestia 320.000 euro teveel betaald, berekende de FIOD.
"Deze zaak maakt duidelijk dat corruptie helemaal niet zoals vaak wordt gedacht alleen ver over de landsgrenzen plaatsvindt, of in bepaalde criminele milieus. Het vindt ook op grote schaal plaats bij op het oog hele 'normale' bedrijven hier in Nederland", zegt de officier van justitie.
Vaker in opspraak
In deze zaak is woningcorporatie Vestia gedupeerd. Maar in het verleden is Vestia al vaker in opspraak geweest, onder meer door derivatenhandel. Dat schandaal leidde ertoe dat de woningcorporatie in 2012 aan de rand van de afgrond stond. Voormalig topman Erik Staal werd ervoor verantwoordelijk gehouden en kreeg twee jaar cel.