NOS NieuwsAangepast

Omtzigt: niet aanpassen van kinderbijslag aan inflatie treft laagste inkomens

De beoogde bezuiniging op de kinderbijslag leidt volgens Kamerlid Omtzigt tot meer armoede bij gezinnen die het al niet breed hebben. Daarom moet het plan van tafel, vindt hij.

Het kabinet wil besparen op de kinderbijslag, door het bedrag in 2022 en 2023 niet te indexeren en in 2024 minder. Indexeren betekent: aanpassen aan inflatie (prijsstijgingen). In het plan wordt uitgegaan van een inflatie van 1,4 procent. Maar die lijkt hoger uit te komen; op dit moment staat de inflatie al op 2,7 procent.

De maatregel moet volgens het kabinet 100 miljoen euro ophalen om onder meer de informatie- en communicatiesystemen van het UWV en de Sociale Verzekeringsbank te verbeteren. Volgens Omtzigt wordt de 100 miljoen met de huidige inflatie al bereikt na 1 jaar, en is het dus onnodig om 2,5 jaar niet te indexeren.

'Gewoon een slecht idee'

Daarnaast rekent het Kamerlid voor dat de beoogde maatregel leidt tot een koopkrachtverlies van een half procent voor mensen met een laag inkomen. Mensen met lagere inkomens worden relatief het hardst geraakt door de bezuiniging, omdat kinderbijslag een vast bedrag is per kwartaal.

"Nederland heeft een relatief hoge armoede onder gezinnen met kinderen, omdat we zeer karige kindregelingen hebben", zegt Omtzigt. "Daarom is de bezuiniging op de kinderbijslag gewoon een slecht idee."

Normaal wordt de kinderbijslag twee keer per jaar aangepast aan de stijgende kosten van levensonderhoud. De bedragen voor kinderbijslag variëren nu van 225 tot 321 euro per kwartaal, afhankelijk van de leeftijd van het kind.

Omtzigt vindt dat het plan van tafel moet, maar als het toch wordt doorgevoerd, dan in afgezwakte vorm. Volgens het Kamerlid moet in dat geval weer gestart worden met indexeren zodra het bedrag van 100 miljoen euro binnen is. Komende woensdag wordt het plan besproken in de Tweede Kamer.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl