Generaal Tojo tijdens het Proces van Tokio
NOS Nieuws

Na 73 jaar meer bekend over laatste rustplaats Japanse oorlogsmisdadigers

Bijna driekwart eeuw na hun executie is er meer bekend geworden over wat er gebeurde met de as van geëxecuteerde Japanse oorlogsmisdadigers. Een Japanse hoogleraar vond in een Amerikaans archief in een verslag hoe de as van premier Tojo en zes anderen boven de Stille Oceaan werd verstrooid. Tot nu toe was daar slechts beperkt informatie over naar buiten gekomen.

De Amerikaanse majoor Luther Frierson schreef het verslag in de begindagen van 1949, ruim een week nadat hij persoonlijk betrokken was geweest bij het verstrooien van de as. Net als bij de geëxecuteerde top van nazi-Duitsland, twee jaar eerder, wilden de geallieerden voorkomen dat de laatste rustplaats van de oorlogsleiders een pelgrimsoord voor aanhangers zou worden.

Frierson had in de Sugamo-gevangenis in Tokio de executie van Tojo en zijn medestanders bijgewoond, kort na middernacht op 23 december 1948. Enkele uren later werden hun lichamen verbrand in een crematorium in Yokohama. De as werd diezelfde dag nog in een vliegtuig geladen.

"We vlogen naar een punt in de Stille Oceaan op zo'n 45 kilometer van de kust voor Yokohama waar ik persoonlijk de crematieresten over een wijd gebied uitstrooide", verhaalt Frierson.

Het Amerikaanse leger heeft zijn best heeft gedaan om de resten te laten verdwijnen.

Achterkleinzoon Tojo

"Ik heb het nooit geweten, er werd nooit over gesproken", zegt familielid Hidetoshi Tojo in de Japanse media.

"Ik begrijp dat het Amerikaanse leger zijn best heeft gedaan om de resten te laten verdwijnen, zodat deze mannen niet verafgood zouden worden", vervolgt de 48-jarige achterkleinzoon van Tojo. "Als de resten zijn teruggegeven aan de natuur, dan is dat beter dan dat ze ergens zijn achtergelaten."

Japans galgenmaal

Generaal Tojo werd vlak voordat Japan Pearl Harbor aanviel premier van Japan. Hij was het gezicht van de Japanse oorlogsvoering tot een reeks nederlagen halverwege 1944 zijn vertrek inluidden. Hij probeerde zelfmoord te plegen toen de Amerikanen hem enkele dagen na de Japanse capitulatie wilden arresteren, maar hij overleefde de zware schotwond in zijn borst.

Tijdens het Proces van Tokio, de Aziatische versie van de Neurenbergprocessen, kreeg Tojo de doodstraf, net als bijvoorbeeld de bevelhebbers in Birma en Singapore en de generaal die verantwoordelijk was voor het bloedbad in Nanking.

Getuigen beschrijven dat Tojo gelaten naar het schavot liep bij zijn executie. Hij had kort daarvoor met andere veroordeelden een boeddhistische ceremonie bijgewoond die werd afgesloten met de strijdkreet 'banzai'. Op Tojo's verzoek was het Amerikaanse standaardrantsoen voor zijn galgenmaal vervangen door typisch Japans eten: rijst, bonensoep en vis.

Geroofde as

Tojo liet zijn familie wat afgeknipte nagels en haarlokken na voor een uitvaartceremonie. Kort na de executie echter onthulden medewerkers van Japanse crematorium waar de lichamen waren verbrand, dat ze stiekem ook in de ovens achtergebleven as van de geëxecuteerden hadden verzameld.

Hoewel een woordvoerder van het Amerikaanse leger ontkende dat er ook maar een spoortje as was achtergebleven, overhandigden medestanders zijn weduwe in 1955 een urn met asresten. Die werd vijf jaar later bijgezet in een gedenkteken dat de naam "Tombe voor Zeven Martelaren" kreeg.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl