Iraakse christenen in Libanon kijken met gemengde gevoelens naar pausbezoek
Daisy Mohr
Correspondent Midden-Oosten
Daisy Mohr
Correspondent Midden-Oosten
Rafed Sitto kent het programma van de paus voor de komende dagen uit zijn hoofd. Met zijn vrouw Sandrine en twee kinderen zit hij dit weekend aan de buis gekluisterd. "Het was een stuk leuker geweest als hij ons land in betere tijden had bezocht, toen wij ons leven daar nog hadden en er in Irak meer christenen woonden", zegt Sandrine.
Sinds de val van dictator Saddam Hoessein in 2003 is het aantal christenen in Irak snel afgenomen. Kerken en dorpen zijn weggevaagd door bomaanslagen of verwoest door IS. In 2003 waren er nog zo'n anderhalf miljoen christenen in Irak, nu zijn dat er naar schatting minder dan 300.000. Honderdduizenden christenen zijn geëmigreerd naar Europa en de VS. Anderen zouden dat graag willen, maar bleven in Libanon en Jordanië, waar hun situatie vaak schrijnend is.
Gemengde gevoelens
Zo ook de Chaldees-katholieke familie Sitto. Met gemengde gevoelens kijken ze naar de traditionele dans waarmee de paus zo feestelijk wordt verwelkomd. "Dat zijn onze klederdrachten voor speciale gelegenheden", vertelt Sandrine met tranen in haar ogen. "Was ons land altijd maar zo opgewekt."
De familie ontvluchtte Batnaya in Noord-Irak halsoverkop toen IS in 2014 het gebied met veel geweld innam. Rafed's familie woonde eeuwenlang in het dorp. Toen IS binnenviel kregen ze geen kans om hun bezittingen mee te nemen. Zijn auto werd gestolen, hun huis werd geplunderd en met de grond gelijk gemaakt.
"We hadden de keus om ons te bekeren, te vluchten of het niet te overleven", vertelt Rafed. "Ik ben gedoopt, ik heb mijn eerste communie gedaan. Ik wil me niet bekeren."
Via Noord-Irak kwamen de Sitto's, net als duizenden andere christelijke families, in Beiroet terecht in de hoop via deze route het westen te bereiken. "Wat wij willen is een veilig leven ergens waar we kunnen zeggen en doen wat we willen, meer niet", zegt Rafed.
Economische crisis in Libanon
Zeven lange jaren later zitten ze nog steeds in een arme christelijke buitenwijk van Beiroet. De matrassen staan tegen de muur van het ene kamertje waar ze met z'n vieren wonen. 's Avonds passen ze net met z'n allen op de grond. In de gang hebben ze een keukentje proberen te maken. Dagelijks valt de elektriciteit uren uit. Door de ongekende economische crisis zijn er voor mensen als Rafed en Sandrine geen kansen in Libanon.
"We hebben de een na de ander al zien vertrekken. Naar Australië, Amerika, Europa. Maar onze papieren liggen maar te wachten. Ik heb geen idee waarom het allemaal zo lang duurt", zegt Rafed. Hij vertelt dat hij honderden andere gezinnen kent die wachten op toestemming om zich ergens anders te vestigen.
Australië bereiken
Hun grootste droom is om Australië te bereiken. Toevallig werden zowel zijn moeder en broer als Sandrines hele familie twee jaar geleden in Australië gehuisvest. Rafed: "In ons dorp woonden we als familie allemaal samen in een groot huis. Alle generaties bij elkaar. Elke dag belt mijn moeder ons huilend op om te vragen wanneer we nou komen. Mijn broer vertelt dat het een stabiel leven is in Australië. Dat er onderwijs is voor de kinderen en gezondheidszorg als je ziek bent."
Dat zijn precies de dingen waar Rafed zich elke dag zorgen over maakt omdat hij geen inkomen heeft. "We komen dit kamertje al een jaar nauwelijks uit. We zijn bang om ziek te worden. Als een van ons iets krijgt, dan hebben we een gigantisch probleem. We zullen sterven voor de deur van het ziekenhuis. Want we kunnen het niet betalen", zegt hij.
'Teruggaan geen optie'
"De Irakezen hier komen uit de middenklasse. Ze hadden daar prima banen, een goed leven. Nu hebben ze geluk als ze hier een klusje als schoonmaker of conciërge vinden", vertelt de Libanese Nayla Frem Sayegh. Haar organisatie, Berrad el Hay, verzorgt dagelijks warme maaltijden en ze heeft drie Irakezen aan een baan geholpen in haar keuken.
"We proberen ook te helpen met medicijnen en onderwijs, maar de vraag is enorm en er is weinig steun", vertelt ze. "De Irakezen worden ondergesneeuwd door de enorme aantallen Syrische vluchtelingen hier. Ze zijn vergeten en ze zijn gebroken. Ze hebben de hoop verloren, want ze zijn al zo vaak teleurgesteld."
Op de televisie van Rafed en Sandrine is de paus in een kerk in Bagdad aangekomen. "Mooi om te zien, maar teruggaan is voor ons geen optie", concludeert Rafed. Hij weet zeker dat het in zijn dorp nog altijd niet veilig is. "De mensen waarvoor wij zijn gevlucht zijn in de omgeving nog altijd actief. Bovendien liggen mijn huis en het hele dorp in puin. Hoe zouden we onze kinderen daar een behoorlijke toekomst kunnen bieden? Er is in Irak geen plaats meer voor ons."
Toch vindt Rafed het goed dat de paus er nu is. "Over niet al te lange tijd is er daar waarschijnlijk geen christen meer te vinden."