Ongelooflijk, maar waar: Denemarken kan Belgisch feest nog bederven
Op de dag af twee jaar geleden zou België zich met twee vingers in de neus gaan plaatsen voor het finaletoernooi van de eerste Nations League. Tegen Zwitserland mocht de nummer drie van het WK zelfs met twee doelpunten verschil verliezen.
Nog geen twintig minuten waren er gespeeld in Luzern of Thorgan Hazard had al twee keer het Zwitserse net doen bollen. Over en uit. "En toen lieten we het een beetje lopen. Dat mag je nooit doen."
Doelman Thibaut Courtois weet nog als de dag van gisteren hoe de Zwitsers vervolgens nog vijf keer wisten te scoren en daarmee de Belgen uit de eindronde hielden. Die fout zullen ze geen tweede keer maken, zou je denken.
Toch dreigt eenzelfde scenario als de nummer een van de FIFA-ranglijst het vanavond in Leuven opneemt tegen Denemarken.
Doelman Thibaut Courtois en bondscoach Roberto Martínez gingen in de persconferentie in op de nederlaag in Luzern in 2018 en het duel met de Denen van dinsdag.
Het zou een klein wonder zijn. Vorige week misten de Denen nog zeven spelers en bondscoach Kasper Hjulmand door een verplichte quarantaine, nadat verdediger Robert Skov besmet bleek te zijn geraakt met het coronavirus.
En dan hebben we het nog niet eens over de zeven internationals uit de Premier League die geen toestemming kregen om naar Denemarken af te reizen vanwege de gemuteerde virussen die in dat land bij nertsen werden aangetroffen.
Denemarken-B, of beter Denemarken-C, won de Scandinavische derby tegen Zweden met 2-0.
Enkele dagen en twee coronatesten later was de tweede slag om Scandinavië, in Kopenhagen tegen IJsland. Omdat het om de Nations League ging, mochten spelers als Andreas Christensen (Chelsea), Pierre-Emile Højbjerg (Tottenham Hotspur) en Jannik Vestergaard (Southampton) nu wel meedoen.
Spil van de Denen was natuurlijk Christian Eriksen. Onder trainer Antonio Conte verpietert de oud-Ajacied al maanden op de bank van Internazionale, maar in de Deense nationale ploeg is hij goud waard.
Zo schoot hij zijn land op Wembley uit een strafschop naar een sensationele zege op Engeland. Het was zijn 34ste treffer voor de nationale ploeg in zijn 100ste interland
Tegen IJsland mocht Eriksen zelfs twee keer aanleggen van elf meter. Na de eerste, makkelijk gegeven, strafschop leek de opponent uitgeteld. Maar daarna lieten de Denen het lopen. Een doodzonde in topsport, ook tegen de nog puntloze IJslanders.
Denemarken speelde een abominabele tweede helft, waarin IJsland vlak voor tijd op gelijke hoogte kwam. De reddingsboei kwam opnieuw in de vorm van een discutabele strafschop.
De klok stond al op 92 minuten toen Eriksen de bal ijskoud in het doel ramde.
En dus kunnen de Denen hetzelfde kunstje flikken als de Zwitsers twee jaar eerder. Het hoeft niet mooi. Een strafschop in blessuretijd volstaat.
De Belgen rekenden vorige week al af met het 'Zwitserse spook', bezweert bondscoach Roberto Martínez. "We hebben ons kunnen voorbereiden op dit duel met een heel, heel goede wedstrijd tegen Zwitserland (2-1 oefenzege, red.)."
Dat zijn ploeg daarna ook nog kinderlijk eenvoudig Engeland opzijzette, noemde de Spaanse oefenmeester niet eens. "We zijn klaar voor deze wedstrijd."
