Met de plaatsing van het Nederlands elftal voor het EK komt een einde aan jaren van leegte. Aan zes jaar zonder eindtoernooi. Georginio Wijnaldum was al belangrijk voor Oranje, maar in de wederopstanding van het Nederlands elftal waren ook Virgil van Dijk, Frenkie de Jong en Memphis Depay van cruciaal belang. Dankzij Ronald Koeman.
Virgil van Dijk had in 2014 al de leeftijd om deel te nemen aan het WK, het laatste eindtoernooi van Oranje, en sprak toen ook meermaals de hoop uit op een debuut in Oranje. Ondanks een sterk eerste seizoen bij Celtic werd hij echter steevast genegeerd door Louis van Gaal.
De toenmalige bondscoach vond dat Van Dijk niet altijd vooruit verdedigde en meer dan eens zijn mannetje liet lopen. De eerste oproep voor Oranje kwam van Guus Hiddink in september van dat jaar, maar op een debuut in Oranje moest Van Dijk nog even wachten.
De overstap van de Schotse competitie naar de Premier League hielp een handje. Als coach van Southampton haalde Koeman Van Dijk in de zomer van 2015 naar Engeland en even later gunde Danny Blind Van Dijk tegen het einde van de mislukte kwalificatiereeks voor het EK van 2016 zijn Oranjedebuut tegen Kazachstan.
Zestien interlands later toonde Koeman opnieuw zijn vertrouwen in Van Dijk. Koeman was de nieuwe bondscoach en Van Dijk was voor een recordbedrag van 84,5 miljoen euro van Southampton overgestapt naar Liverpool. De eerste daad van Koeman als bondscoach was de benoeming van Van Dijk tot aanvoerder.
"We maken een nieuwe start en dus wilde ik ook de aanvoerder veranderen", lichtte Koeman zijn keuze toe. "Het is een mooie stap voor hem, met nog meer verantwoordelijkheid. Hij heeft de leeftijd en speelt bij een grote club. Laat het nu ook maar zien bij het Nederlands elftal."
Van Dijk liet het zien. Hij groeide uit tot de onbetwiste leider van Oranje, haalde de finale van de Nations League en plaatste zich met Oranje voor het EK. En passant veroverde hij met Liverpool de Champions League en werd hij kandidaat voor de Gouden Bal voor beste speler van 2019.
Spelmaker De Jong
Waar Van Dijk de aanvoerder is van het nieuwe Oranje, is Frenkie de Jong de verpersoonlijking van het nieuwe elan. Met De Jong kwam de schwung terug in het spel van Nederland.
Ten tijde van het WK van 2014 was de toen 17-jarige De Jong nog lang niet in beeld bij Oranje. Sterker nog, de toenmalige speler van Willem II ontbrak ook in de selectie van Oranje onder 17 voor het EK, dat destijds op Malta werd gehouden. In dat elftal speelden onder anderen Abdelhak Nouri, Donny van de Beek en Steven Bergwijn.
Pas na zijn doorbraak bij Ajax in het seizoen 2017/2018 werd De Jong voor Oranje een optie. Begin maart bracht Koeman als nieuwe bondscoach een bezoek aan Ajax, onder meer om eens kennis te maken met de kandidaat-internationals. Uitgerekend op die dag liep Frenkie de Jong een enkelblessure op.
Terwijl Koeman vanaf de rand van het trainingsveld toekeek, klapte de enkel van De Jong dubbel. Met een van pijn vertrokken gezicht werd De Jong afgevoerd en doorgestuurd naar het het ziekenhuis. Een gesprekje met de bondscoach zat er toen niet meer in. Dat volgde later wel per telefoon.
Koeman belde De Jong om te vragen hoe het ging en om te zeggen dat hij hem graag had geselecteerd. De blessure kostte Frenkie de Jong uiteindelijk de rest van het seizoen. Zijn onvermijdelijke debuut in Oranje volgde in de tweede helft van de interland tegen Peru op 6 september in Amsterdam.
Vanaf de entree van De Jong ging het echt lopen bij Oranje. De 21-jarige middenvelder van Ajax ontpopte zich als vervanger van Kevin Strootman tot de ontbrekende schakel op de afscheidsavond van Wesley Sneijder. "Als je zo debuteert, zit er veel toekomst in", zei Koeman na afloop over De Jong.
Afmaker Depay
De Jong verdween niet meer uit het elftal van Koeman en toonde bij zijn eerste basisplaats in Parijs tegen wereldkampioen Frankrijk direct zijn meerwaarde. De opmars van Oranje liep parallel met de opmars van Frenkie de Jong en ook met de keuze van Koeman om Memphis Depay als centrale spits te gebruiken. Een gouden zet.
Depay excelleerde met twee goals tegen Peru en toonde zich ook in de daaropvolgende wedstrijden de oplossing voor het spitsenprobleem. Niet als klassieke centrumspits, maar zwervend en sleurend. Die vrijheid kreeg hij van Koeman en betaalde hij terug.
De spits van Olympique Lyonnais kent imponerende cijfers onder Koeman: 11 doelpunten en 10 assists, en dus betrokken bij 21 goals. Depay gaf Oranje niet alleen goals, maar ook vertrouwen, zoals bleek uit de meesterlijke strafschop - een panenka - in de thuiswedstrijd tegen Frankrijk.
"Ik geniet hier", zei Depay na het duel met Wit-Rusland in maart. "De passie straalt er van af bij ons. Ik weet dat ik hier meteen aan de bak moet. De trainingen zijn van een heel hoog niveau en dat maakt me alleen maar hongerig. En de trainer weet me te triggeren. Een heerlijk gevoel."
Voor de nu 25-jarige Depay is het komende eindtoernooi niet helemaal nieuw. Hij was er als jonkie van PSV al bij op het WK van 2014 in Brazilië, scoorde toen tegen Australië en Chili en deelde in het laatste Oranjekunstje van Arjen Robben, Robin van Persie en Wesley Sneijder.
Komende zomer is Depay zelf een van de grote mannen van het nieuwe Oranje. Terug op het hoogste podium voor landenteams.
