Verslechterde economische vooruitzichten leidden deze maand tot grote onrust op de Amerikaanse beurzen
NOS Nieuws

Stevent Amerika af op een recessie?

  • Arjen van der Horst

    Correspondent in de Verenigde Staten

  • Arjen van der Horst

    Correspondent in de Verenigde Staten

Augustus was tot nu toe een maand van wisselende signalen. Wisselende signalen van de beurzen. Wisselende signalen in de escalerende handelsruzie tussen de VS en China. En wisselende signalen van het Witte Huis over de wisselende signalen van de Amerikaanse economie.

Laten we bij de economie beginnen.

De fundamenten van de Amerikaanse economie zijn stevig. De werkloosheid (3,7 procent) en inflatie (1,8 procent) zijn laag. Het consumentenvertrouwen is nog altijd hoog en de Amerikaanse consument trekt vlijtig zijn portemonnee, zo blijkt uit de laatste cijfers. Tot dusverre hebben Amerikanen in de eerste zeven maanden van dit jaar 5,9 procent meer uitgegeven in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.

Dat is goed nieuws voor de VS, want twee derde van de Amerikaanse economische activiteit is gebaseerd op consumentenuitgaven. De Amerikaanse economie groeit nu al 121 maanden achtereen, een periode die onder Obama begon in juni 2009 en zich doorzette onder Trump. Het is de langste periode van onafgebroken economische groei uit de Amerikaanse geschiedenis.

Tot zover het goede nieuws.

De handelsoorlog met China begint merkbaar te worden. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat de verhoging van de importheffingen op Chinese producten grotendeels wordt doorberekend in de prijzen. Met andere woorden: de Amerikaanse consument betaalt de rekening. Daarmee wordt het effect van de grote belastingverlaging van 2017 deels tenietgedaan.

Volgens de Amerikaanse Rekenkamer kost de handelsoorlog een Amerikaans gezin gemiddeld 600 dollar per jaar. Dat bedrag kan oplopen als Trump zijn voornemen uitvoert om de importheffingen verder op te krikken in september en december. China op zijn beurt besloot vandaag een nieuwe reeks importheffingen in te voeren op Amerikaanse producten.

Belastingverlaging

Verder is het effect van de belastingverlaging inmiddels uitgewerkt. Volgens Trump zou de verlaging van de vennootschapsbelasting leiden tot versnelde economische groei en hogere lonen voor werknemers. Bedrijfsinvesteringen en industriële activiteit nemen de laatste tijd echter weer af. De economische groei is onder Trump min of meer van hetzelfde niveau als de laatste zes jaar onder Obama. Een echte "Trump bump" is dus uitgebleven.

Hetzelfde geldt voor de lonen. Ondanks de historisch lage werkloosheid en krapte op de arbeidsmarkt zijn de lonen bescheiden gegroeid. Na aftrek van inflatie bedroeg de reële loonstijging in 2018 1,2 procent ten opzichte van het jaar ervoor.

Groeiend begrotingstekort en staatsschuld

De belastingverlaging en de verhoging van de uitgaven hebben bovendien een puinhoop gemaakt van de overheidsfinanciën. De theorie dat de belastingverlaging zichzelf wel zou terugbetalen, is een illusie gebleken. Trump beloofde aan het begin van zijn presidentschap de volledige staatsschuld van 19.000 miljard dollar in acht jaar tijd helemaal weg te werken, maar het tegenovergestelde lijkt nu te gebeuren.

Volgens de Amerikaanse Rekenkamer zal het begrotingstekort in 2020 de 1.000 miljard dollar overschrijden - en dat in tijden van hoogconjunctuur. Door het snel oplopende begrotingstekort groeit ook de staatsschuld. Nu nog bedraagt de staatsschuld (inmiddels $22.000 miljard) 79% van het Bruto Binnenlands Product, maar met het huidige tempo zal het oplopen tot 95 procent in 2029, het hoogste niveau sinds de Tweede Wereldoorlog.

De "inverted yield curve"

Alle bovengenoemde factoren leiden tot verslechterde vooruitzichten voor de Amerikaanse economie. Tot drie keer toe was er deze maand sprake van een zogeheten "inverted yield curve". Dit is kort gezegd het verschil tussen de rente die overheid betaalt voor een tienjaarlijkse staatsobligatie en de rente die de overheid betaalt voor een tweejaarlijkse obligatie. Een tienjaarlijkse staatsobligatie is een lening die de overheid terugbetaalt over een periode van tien jaar.

Aan deze tienjaarlijkse lening zit meer risico vast dan een tweejaarlijkse staatsobligatie, omdat het moeilijker te voorspellen is hoe de economie zich zal ontwikkelen over een langere periode. Daarom is de rente voor een langlopende staatsobligatie doorgaans hoger dan die voor een kortlopende obligatie.

Bij een "inverted yield curve" is er sprake van een omgekeerde situatie. De rente voor de tienjaarlijkse staatsobligatie is dan lager dan die van een tweejaarlijkse obligatie. Het is een signaal van de markt dat de economische vooruitzichten voor de korte termijn slechter zijn dan die van de lange termijn. Dit wordt gezien als een betrouwbare graadmeter voor een naderende recessie.

De "inverted yield curve" ging steevast vooraf aan elke recessie van de afgelopen vijftig jaar. Het is natuurlijk geen garantie dat dit opnieuw gebeurt en er zijn ook goede argumenten te bedenken waarom het zijn voorspellende waarde verloren heeft. Maar een meerderheid van economen is ervan overtuigd dat de Amerikaanse economie op zijn minst aan het afkoelen is, zeker nu de signalen uit andere delen van de wereld dezelfde kant uitwijzen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl