Vluchtelingen bieden reizigers koffie aan op station Bijlmer Arena
NOS Nieuws

'Contact leggen is moeilijk', bakkie koffie moet vluchtelingen helpen

  • Jikke Westerink

    redacteur Online

  • Jikke Westerink

    redacteur Online

"Bakkie doen?" vraagt Hamid een voorbijganger. In contact komen met Nederlanders is moeilijk vindt hij, dus deelt hij koffie uit op Utrecht Centraal. "Ik wil graag mensen ontmoeten en verhalen delen."

Vandaag, op Wereldvluchtelingendag, delen zo'n 150 vluchtelingen koffie en thee uit op verschillende plekken in Nederland. Vluchtelingenwerk wil met de jaarlijks terugkerende actie Bakkie Doen mensen met elkaar in gesprek brengen. Volgens een medewerker van Vluchtelingenwerk gaat dat steeds beter. "Bedrijven zijn bijvoorbeeld wel steeds meer bereid om vluchtelingen in dienst te nemen", vertelt Michiel Slot.

Maar op straat in contact komen is nog altijd lastig, vindt ook Imad (25) uit Syrië. "Ik heb het idee dat mensen hier steeds banger voor elkaar zijn, in plaats van dat ze connecten. Door verhalen in de media zijn mensen denk ik minder bereid om naar elkaar te luisteren."

Daarom deelt hij samen met Hamid en Kimiya koffie uit. Ondertussen vertellen ze hun verhaal.

Imad en Kimiya

Hamid komt uit Iran en woont sinds 2003 in Nederland. Aansluiting vinden is moeilijk, vindt hij. "Eerst woon je in het azc, waar weinig Nederlanders komen. Ook de taal spreek je niet." Nadat hij het Nederlands onder de knie kreeg, merkte hij op het werk nog steeds afstand tot zijn collega's. "Dat is moeilijk, want je wilt wel, maar Nederland is niet makkelijk."

Hamid werd jaren geleden in Iran opgepakt toen hij per ongeluk verzeild raakte in een demonstratie op straat. "Ik bracht medicijnen naar mijn oma en had niks met de demonstratie te maken. Maar mannen lagen met geweren in de bosjes en namen me mee."

Ik werd opgehangen met een touw om mijn nek.

Hamid

In de gevangenis werd Hamid jarenlang mishandeld. Hij laat de littekens op zijn lichaam zien. "Ze hebben me opgehangen, met een touw aan mijn nek." Een dag eerder werd hem verteld dat hij dood zou gaan, vertelt hij. Hij dacht dat het zijn einde was.

Die dag erna was het vier uur 's middags toen hij werd opgehangen, hij raakte bewusteloos. Bewakers gooiden een emmer water in zijn gezicht, waarna hij weer bijkwam. "Ze schreeuwden tegen me: 'Klootzak, je bent niet dood!' Ik werd wakker en weet nog zo goed wat ik zei: 'Als dit de dood is, waarom zie ik jullie hier dan?'"

Hij werd daarna drie jaar gemarteld in de gevangenis. "Het eerste jaar zat ik opgesloten in een kelder en heb ik geen daglicht gezien. Ze vroegen me mensen te verraden, familieleden en vrienden. Maar zij hadden niks gedaan, ik ook niet."

Hamid raakte nadat hij was vrijgekomen verslaafd aan heroïne, maar wist na 5 jaar zelf af te kicken. Hij wordt nu opgeleid als ervaringsdeskundige om andere verslaafden te helpen. Ook schrijft hij gedichten. "Ik hoop zo meer met Nederlanders in contact te komen." Makkelijk vindt hij dat niet, maar hij leeft met de dag. "Vandaag is het wel gelukt, morgen zien we wel weer."

Khaled op Utrecht Centraal

"Wat vindt u van vluchtelingen?", vraagt de 32-jarige Khaled. Met een grote rugzak vol met koffie spreekt hij reizigers aan. Vier jaar geleden vluchtte hij uit Syrië naar Nederland. "Mijn vader had me liever levend hier, dan daar dood", vertelt hij.

Terwijl Khaled koffie inschenkt vertelt hij zijn verhaal. "Ik deed een master Natuurkunde aan de universiteit van Damascus. Twee jaar zat ik in India voor mijn studie en toen ik terug kwam was alles anders." Het was oorlog in zijn land en nergens was het veilig. "Mijn vader zei dat ik moest gaan, twee weken later was ik weg."

Eenmaal in Nederland heeft hij geprobeerd de taal zo snel mogelijk onder de knie te krijgen. Nu studeert hij aan de TU Delft. Zijn moeder woont ook hier, zijn vader zit nog daar.

Jarenlang heeft Khaled geprobeerd om zijn vader hier te krijgen. "Ik heb zelfs in de rechtszaal tegenover een rechter gestaan. Het klinkt raar, maar dat voelde als vrijheid, om dat te kunnen doen."

Het lukte Khaled niet om de rechter te overtuigen, dus zit zijn vader nog in Syrië. "Ik heb elke dag contact met hem. Ik vraag hem foto's te sturen van ons huis en de straat." Ook kijkt hij nog elke dag naar de 360-graden foto die hij zelf vijf jaar geleden maakte van het uitzicht vanuit zijn kamer in Damascus.

"Delft begint met een D, Damascus ook. Dat is de overeenkomst. Ik heb van Delft mijn thuis gemaakt."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl