Leraren hebben het afgelopen jaar meerdere keren gestaakt, voor een hoger salaris en betere arbeidsvoorwaarden
NOS Nieuws

Waarom blijven de lonen achter? 'Arbeid wordt minder waard'

Er komt steeds meer kritiek op het achterblijven van de lonen. Premier Mark Rutte vindt het 'niet acceptabel' dat de lonen 'onvoldoende' stijgen, vakbond FNV eist een hogere loonstijging en woensdag bleek uit cijfers van het Centraal Plan Bureau dat we minder kunnen kopen van ons geld dan eerder nog verwacht.

De Nederlandse economie draait op volle toeren en er is veel vraag naar goede werknemers. Goed voor de onderhandelingspositie van werknemers, zou je denken, maar die betaalt zich niet uit in een hoger loon. Dat is niet alleen dit jaar het geval. Al sinds eind jaren '90 groeien de lonen minder hard dan het bruto binnenlands product, en dat verschil wordt steeds groter. Waarom blijven de lonen achter?

Bedrijven zijn minder afhankelijk van arbeid

Afspraken over loonstijging komen vaak tot stand in cao-onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers. Ondanks de grote vraag naar goede krachten, is de onderhandelingspositie van de werknemers op dit moment zwakker dan vroeger, vertelt Ton Wilthagen, arbeidseconoom aan de Universiteit van Tilburg. Bedrijven zijn namelijk minder afhankelijk van werknemers dan vroeger.

In onderstaande grafiek zie je dat het bbp sterker stijgt dan de lonen:

"Er komt steeds snellere software en technologie die mensen kunnen vervangen", vertelt Wilthagen. "Als er te hoge lonen geëist worden, kunnen werkgevers ervoor kiezen om in plaats daarvan te investeren in automatisering. Dat zorgt ervoor dat je minder hoog in kan zetten." Vooral in de bankensector, de distributie en de logistiek speelt dit.

Voor flexwerkers gelden andere regels

Daarnaast concurreren werknemers met zzp'ers en flexwerkers. "Die zijn vaak goedkoper omdat werkgevers geen werkgeverspremies en pensioen hoeven te betalen", zegt Wilthagen. Ook geldt er voor werknemers een minimum uurloon, maar is er geen minimumtarief voor zzp'ers. "Er bestaan dus eigenlijk twee arbeidsmarkten naast elkaar, waar verschillende wetten gelden."

Daarom proberen vakbonden ook niet het onderste uit de kan te halen, denkt Wilthagen. "Als je echt gaat pushen, is er een risico dat er minder banen beschikbaar zijn. Daarom is het belangrijk voor vakbonden dat ze zich gematigd opstellen."

Flexibilisering van de arbeidsmarkt en technologische ontwikkelingen zijn de afgelopen paar jaar sterk toegenomen. "Arbeid wordt minder waard in dit economische klimaat", zegt Wilthagen. "Zelfs op een krappe arbeidsmarkt leidt dat tot een langzame loonstijging."

'Lonen dalen eigenlijk nooit'

Het is voor werkgevers ook goed als de lonen stijgen, want dat betekent dat mensen meer kunnen uitgeven. Maar werkgevers hebben redenen om de lonen niet sterk te laten stijgen. "Lonen dalen eigenlijk nooit", vertelt Bas van der Klaauw, arbeidseconoom aan de Vrije Universiteit Amsterdam. "Als er een sterke loonstijging komt, zitten werkgevers daar jarenlang aan vast." Tijdens de crisis zijn de lonen bijvoorbeeld nauwelijks gedaald.

Ook als het economisch goed gaat, vormt dat een risico. "Je weet namelijk niet wanneer er een volgende recessie komt, en als je dan vastzit aan hoge lonen kan je serieus in de problemen komen", zegt Van der Klaauw. Volgens Wilthagen komt daarbij dat het investeringsklimaat nu ook onzeker is. "Het protectionisme van Trump en de brexit zijn redenen voor bedrijven om op te passen met blijvende loonstijgingen."

Werkgeversorganisatie VNO-NCW vindt de huidige stijging van contractlonen van grofweg 3 procent al erg mooi, zo liet de voorzitter Hans de Boer in het NOS Radio 1 Journaal weten. Wel ziet hij dat de koopkracht niet voldoende mee stijgt, maar dat komt volgens hem doordat de lasten voor zowel burgers als bedrijven toenemen. Daarvoor wijst hij naar de overheid.

Organisatiegraad van de vakbond

Het verschilt ook per sector hoe succesvol de cao-onderhandelingen zijn, en hoe hard de lonen stijgen. "In de ICT-sector bijvoorbeeld, zijn weinig mensen lid van een vakbond", vertelt bijzonder hoogleraar organisatiepsychologie Aukje Nauta. Zij doet onderzoek naar arbeidsrelaties en onderhandelingen. "Daar worden onderhandelingen soms gedaan door de ondernemingsraad, die ook de belangen van de werkgever voor ogen heeft. Dat maakt het lastig om forse loonstijgingen af te dwingen."

Vakbond FNV zegt dat het ook per sector verschilt hoe succesvol de onderhandelingen zijn "Waar wij sterk vertegenwoordigd zijn en waar een grote actiebereidheid is, zoals in de schoonmaak en metaal, hebben we cao's afgesloten waar we tevreden mee zijn." Op plekken waar de organisatiegraad lager is, is het lastiger om een vuist te maken, zegt de vakbond.

Minder geld naar werknemers

Al deze factoren zorgen ervoor dat van het geld dat wordt verdiend in het Nederlandse bedrijfsleven in de jaren na de crisis minder geld is gegaan naar het loon van werknemers. Van elke euro die er in 2017 werd verdiend in Nederland, de zogeheten arbeindsinkomensquote, ging er 73,4 cent naar lonen. In 2003 was dat nog 75,5 cent. Wel verwacht het CPB dat dit percentage komende tijd weer gaat toenemen.

Rutte's oproep voor hogere lonen is dan ook niet uniek. Ook het Internationaal Monetair Fonds vindt dat de lonen in Nederland te veel achterblijven en de president van De Nederlandsche Bank Klaas Knot pleitte al herhaaldelijk voor meer loonstijging. Deze week nog sprak hij zich daar opnieuw over uit.

Ton Wilthagen heeft er weinig vertrouwen in dat de lonen in de toekomst harder gaan stijgen. "De arbeidsmarkt verandert, en de cultuur verandert. Er wordt niet meer verwacht van bedrijven dat ze hun winst delen met hun werknemers".

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl