De Noorse Front Altair, in brand in de Golf van Oman

Oud-kapitein kent Golf uit oorlogstijd: 'marine moet tankers beschermen'

Leen van den Ende was ten tijde van de Golfoorlog kapitein op schepen die door de Golf van Oman voeren. Er was toen voortdurend dreiging. Hij is geschrokken van de vermoedelijke aanval van gisteren op twee olietankers in de Golf.

Tijdens de Golfoorlog begin jaren 90 was de dreiging groter dan nu, zegt Van den Ende, die voorzitter is van de Nederlandse Vereniging van Kapiteins ter Koopvaardij. Hij vindt niettemin dat schepen die de komende tijd door de Golf moeten, beschermd zouden moeten worden door de marine.

"Zo lang de dreiging er is moeten schepen in het gebied beschermd worden. In de tijd dat ik daar voer in de Golfoorlog voeren we in een konvooi van zo'n tien schepen tegelijk, met bescherming van de marine van de coalitielanden. Dan was de kans kleiner dat de vijand erbij kon komen."

Krachtige bom

Onduidelijk is hoe groot de dreiging in de Golf van Oman nu precies is. Vorige maand werden er ook al tankers gesaboteerd. De Verenigde Staten zeggen dat Iran voor de incidenten verantwoordelijk is, ook voor de mogelijke aanval van gisteren. Iran ontkent. "Het ziet ernaar uit dat het om een professionele aanval gaat, dat er een krachtige bom geplaatst is", zegt Van den Ende.

Zo lang de kans bestaat dat er nieuwe aanvallen komen, is extra militaire ondersteuning hard nodig, vindt Van den Ende. "Omdat we ook niet weten waar dit vandaan komt, terwijl er wel een groot gevaar dreigt. Als er explosieven afgaan tegen de huid van een schip, breekt er zó brand uit die zich snel uitbreidt van tank naar tank."

Er ontstaat dan een extreem gevaarlijke situatie voor de bemanning, zegt de oud-kapitein. "Het is heel moeilijk om zo'n schip te evacueren als het in brand staat. De brandende olie kan in zee stromen en zich verspreiden rond het schip. Om in een reddingsboot het schip te verlaten is dan een heel groot risico. Alleen helikopters zijn dan een goede optie."

Slapen deed je heel weinig. Je kon altijd aangevallen worden door bootjes met zwaar geschut.

Leen van den Ende, oud-kapitein

Van den Ende kent het gebied waar de mogelijke aanval op de twee olietankers was, vlak bij de Straat van Hormuz. "Dat is een flessenhals. Daar vaart van alles, vrachtschepen, containerschepen, tankers. In een normale situatie is dat niet gevaarlijk, het verkeer wordt er goed geregeld. Maar tijdens de Golfoorlog was het er heel spannend. We konden altijd worden aangevallen."

Het gevaarlijkste stuk duurde een halve dag tot een dag om doorheen te varen. "Dat was heel spannend. Slapen deed je heel weinig. Je probeerde mensen uit de machinekamer en het ladinggedeelte te houden. We verbleven voor de zekerheid allemaal op de brug, want we konden aangevallen worden door gunboats, bootjes met zwaar geschut, en met raketten."

Sitting duck

In zo'n gebied zijn grote tankers een makkelijk doelwit, zegt Van den Ende. "Die schepen zijn 350 meter lang en steken meer dan twintig meter onder water. Ze zijn van grote afstand te zien. Je kan wel zeggen dat zo'n grote tanker een sitting duck is. Er wordt continu wacht gelopen dus een bootje zie je wel aankomen, maar zonder militaire bescherming kun je eigenlijk weinig doen."

'Zo lang er dreiging is moeten schepen beschermd worden'

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl