In samenwerking met
RTV Noord
NOS Nieuws

Waarom slaat de bliksem vaker op dezelfde plek in?

Bliksem slaat vaak meer keren op dezelfde plek in. Waarom dat zo is, hebben onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen ontdekt.

Een bliksemschicht ontstaat door ontlading van negatieve deeltjes in een onweerswolk via een kilometerslang kanaal van de wolk naar de aarde.

Het team van de universiteit ontdekte dat zich aan de bovenkant van een bliksemschicht 'naalden' ontwikkelen omdat niet alle negatieve lading in een klap weg is.

Deze 'naalden' zijn 100 meter lang en hebben een doorsnee van minder dan 5 meter. Bliksemdetectiesystemen konden dit niet eerder zien.

Stroomdraadje

Een deel van de negatieve deeltjes blijft hangen in de wolk rond het kanaal. Als de wolk te vol wordt, komt de bliksem voor de tweede keer tot ontlading.

De schicht gaat via de weg van de minste weerstand; het 'stroomdraadje' waar zijn voorloper ook langs ging, schrijft RTV Noord.

Hoogleraar natuurkunde Olaf Scholten legt uit, dat de lucht opgewarmd is door de eerste schicht. Daardoor glijdt de volgende bliksem makkelijker door de voorverwarmde route.

Duizenden antennes

De onderzoekers kwamen tot dit inzicht door waarnemingen van radiotelescoop Lofar bij Exloo te analyseren. Die werkt met duizenden kleine antennes in het noorden van Europa.

De onderzoekers keken naar een onweersbui in juli 2016. Per flits drukte een medewerker op een knop waardoor in de meetstations de laatste vijf seconden aan data werden 'bevroren'.

Door te kijken naar de tijdstippen van de flitsen, konden ze berekenen waar het signaal precies vandaan kwam. Zo werd gereconstrueerd hoe de bliksemkanalen groeiden en zich vertakten.

Advertentie via Ster.nl