Absolute instorting van de gezondheidszorg in Venezuela

Op het Movies That Matter Festival in Den Haag draait de documentaire Esta Todo Bien. De film gaat over het ernstig tekort aan medicijnen en medisch personeel in Venezuela. De artsen die er wel nog werken zien onnodig mensen lijden of zelfs sterven. "Bijna iedereen die ik ken heeft wel een familielid dat medicijnen nodig heeft, maar het niet kan krijgen," vertelt de filmmaker Tuki Jencquel.

De film volgt een apotheker die dagelijks haar klanten moet wegsturen, een arts in opleiding, twee kankerpatiënten die wanhopig op zoek zijn naar medicatie en een activist die anderen aan medicijnen helpt.

Crisis

De arts uit de documentaire, Efraím Vegas, vertelt dat het haast onmogelijk is om onder deze omstandigheden te werken: "In de meeste gevallen hebben we helemaal niets. We hebben te maken met een totale afwezigheid van medische instrumenten en we moeten gebruiken wat we voor handen hebben. Soms moeten we zelfs een stukje uit onze kleding knippen om een bloeding van een patiënt te stelpen. En dat allemaal zonder sterilisatie en zonder antibiotica. We moeten blijven proberen om mensen te helpen, maar soms kunnen we alleen maar toezien hoe patiënten sterven."

Volgens Vegas is het al jaren duidelijk dat de huidige problemen eraan zaten te komen: "Vijf jaar geleden al zeiden wij als artsen dat er een humanitaire crisis zou komen, de regering verklaarde ons voor gek. Nu blijkt dat dankzij deze overheid al twee of drie miljoen mensen zijn omgekomen door hun acties en vanwege het gebrek aan medicijnen."

Artsen tegen de muur in Venezuela

Bedreigingen aan het adres van artsen

Voor Venezolaanse artsen is het onveilig om zich uit te spreken over de situatie in hun land, ze worden bedreigd, vervolgd of ontslagen door hun ziekenhuisbazen. Vegas koos er toch voor. "Ik heb me toch uitgesproken omdat ik vind dat ik twee taken heb. Mijn eerste taak is om mijn patiënten te kunnen behandelen en medicijnen te kunnen geven, mijn tweede taak is om mensen te vertellen wat er aan de hand is in Venezuela."

Voor Efraím Vegas bleek dit echter niet zonder gevolgen: "Vorig jaar heb ik een heel zwaar jaar gehad. Ik ben ontslagen uit het ziekenhuis, ik ben drie keer onder schot gehouden met een pistool, mijn mobiele telefoon en mijn laptop zijn meerdere keren gestolen."

Vegas is nu in Den Haag voor het Movies That Matter Festival. Omdat in Venezuela zijn digitale verkeer onder surveillance stond, kon hij aan niemand vertellen dat hij naar Nederland zou gaan en niet meer terug zou keren. "Het moment dat ik in het vliegtuig stapte besloot ik dat ik niet meer naar Venezuela terug zou gaan. De situatie in mijn land is te gespannen en ik ben bang. Eerst moet ik mijzelf in veiligheid brengen, pas dan kan ik mensen in Venezuela weer helpen."

Politieke situatie

Eind januari heeft oppositieleider Juan Guaidó zichzelf uitgeroepen tot interim-president. De huidige president Nicolas Maduro beschuldigt landen die Guaidó steunen, waaronder de Verenigde Staten, van het organiseren van een staatsgreep. Er is polarisatie in het land. Maduro heeft de macht, maar de oppositie heeft de steun van de internationale gemeenschap. Ondertussen houdt de regering hulpgoederen vanuit het buitenland tegen en ontkent Maduro nog steeds dat er sprake is van een crisis, ook toen er vorige week tientallen mensen om het leven kwamen in ziekenhuizen tijdens een gigantische stroomstoring.

Volgens documentairemaker Tuki Jencquel is de enige oplossing dat er internationale hulp komt. "Er is nu een radicale verandering nodig in het politieke en economische beleid, of een totaal andere overheid. Dat is de enige mogelijkheid om de situatie te verbeteren."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl