Büchli mag zich eindelijk echt de beste noemen: 'Ik voelde het al komen'

Voorafgaand aan de WK baanwielrennen sprak Matthijs Büchli al uit dat hij de beste keirinrijder ter wereld is. Donderdagavond rond 21.15 uur voegde hij de daad bij het woord door voor het eerst wereldkampioen op het onderdeel te worden.

"Je mag het eigenlijk pas zeggen als je wereldkampioen bent", zei de 26-jarige Büchli, die drie jaar geleden op het onderdeel al zilver won op de Spelen.

"Als je de resultaten van de afgelopen twee jaar bekijkt, dan voelde ik het al komen. Maar ik mocht het niet zeggen en nu mag ik het eindelijk zeggen. Je jaagt er al heel lang op en dit is mijn onderdeel. Als je het dan waarmaakt, dat is het allerbeste gevoel."

En zo eindigde de dag toch nog goed voor Büchli, die in zijn eerste race van de dag nog vierde werd. Daardoor was hij veroordeeld tot de herkansingen en lag uitschakeling even op de loer.

"Ik zei nog tegen Hugo (Haak, de bondscoach, red.) dat ik het de hele dag best wel zwaar had. Dat komt door woensdag. Die jongens voor me, dat was niet normaal. Vanmorgen had ik superslechte benen."

Macht

Met 'de woensdag' doelde Büchli op de teamsprint, waarop Nederland met groot vertoon van macht de wereldtitel veroverde. De ploeg, met ook nog Roy van den Berg, Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland, imponeerde door het wereldrecord te benaderen.

In de finale van de keirin kreeg Büchli donderdag startpositie 1, waardoor hij achter de derny (brommer) moest starten. "Ik dacht: wat een drama, maar dat kan altijd gebeuren", keek een duidelijk opgeluchte Büchli terug. Na afloop verzandde hij ook niet in analyses over zijn race, waarin hij in de laatste ronde de leiding nam en die niet meer afstond. "Ik weet niet eens meer hoe de rit ging, joh..."