Heilig land te koop: de vastgoedstrijd in Jeruzalem

  • Arlene Gelderblom

    Correspondent Israël en Palestijnse gebieden

  • Arlene Gelderblom

    Correspondent Israël en Palestijnse gebieden

Een levenslange gevangenisstraf met dwangarbeid voor het verkopen van een huis. Dat is de straf die de Palestijns-Amerikaanse Issam Akel op de Westelijke Jordaanoever heeft gekregen. Hij wordt ervan beschuldigd vastgoed in Jeruzalem te verhandelen aan Joden. Een misdaad volgens de Palestijnse regering, waarvoor je de doodstraf kan krijgen.

Na een maandenlange celstraf is Akel door diplomatieke druk vrijgelaten en uitgeleverd aan Amerika, maar de afgelopen maanden zijn er tientallen Palestijnen opgepakt voor hetzelfde vergrijp. De arrestaties zijn het gevolg van een felle vastgoedstrijd in Oost-Jeruzalem. Israël probeert er zijn macht uit te breiden en de Palestijnse regering doet er alles aan om dat te voorkomen.

Oost-Jeruzalem werd tijdens de oorlog in 1967 veroverd en later geannexeerd door Israël, maar de internationale gemeenschap heeft die stap nooit erkend. Palestijnen zien Oost-Jeruzalem als de hoofdstad van hun toekomstige staat. Toch erkende de Amerikaanse president Donald Trump ruim een jaar geleden heel Jeruzalem als hoofdstad van Israël.

Volgens Ahmad Sub Laban, een veldonderzoeker bij de Israëlische mensenrechtenorganisatie Ir Amim, is er daarna een strijd ontstaan om soevereiniteit in Oost-Jeruzalem. "Israël heeft toestemming gegeven om een grote hoeveelheid nieuwe woningen te laten bouwen voor Joodse eigenaren, minstens 5700 in 2018. En we zien dat private organisaties ook steeds actiever worden en meer onroerend goed in handen weten te krijgen."

'Pompstation van de Joodse wereld'

Daniel Luria is directeur van een van die organisaties, Ateret Cohanim. Joden wereldwijd die onroerend goed in Oost-Jeruzalem willen kopen, kloppen bij hem aan. Hij noemt de Oude Stad, met onder andere de Tempelberg en de Klaagmuur, het 'pompstation' van de Joodse wereld. "Iedere Jood wereldwijd wil hier wel een stukje van hebben."

Ateret Cohanim wil delen van Oost-Jeruzalem meter voor meter terugvorderen. Volgens Luria heeft zijn organisatie het historische recht om dat te doen. "De enige inheemse bevolking hier is het Joodse volk. Er is hier nooit een Palestijnse staat geweest. Ze hebben geen verbinding of erfgoed hier. Wat ze ook zeggen, wat de wereld ook zegt."

We hebben het gecheckt en gecheckt, en nu worden we gezien als verraders.

Adeeb Joudeh, Palestijn die zijn huis verkocht

Hoe zijn organisatie aan vastgoed komt, wil Luria niet zeggen. Palestijnen in Jeruzalem vertellen dat er soms miljoenen euro's worden geboden voor huizen op toplocaties. Voor een huis van 72 vierkante meter in de wijk Sheikh Jarrah in Oost-Jeruzalem werd onlangs zo'n drie miljoen euro geboden. Maar de verkoop aan Joodse organisaties is behalve gevaarlijk, ook een groot taboe in de Palestijnse samenleving.

Toch zegt Luria dat hij regelmatig aanbiedingen krijgt. "Dat blijkt wel uit het feit dat meer dan duizend Joden via ons in en rond het moslimkwartier van de Oude Stad wonen. Maar ik zeg niet dat de aankopen simpel zijn. Helaas is dit de enige plek in de wereld waar een Arabier vermoord kan worden, als hij zijn huis aan Joden verkoopt."

Vaak gaat het om indirecte vastgoeddeals via tussenpersonen. Dat gebeurde ook bij Palestijn Adeeb Joudeh. Hij verkocht in 2016 zijn familiehuis in de Oude Stad aan een Palestijnse zakenman, nadat hij navraag over de man had gedaan bij Palestijnse instanties in Jeruzalem. De zakenman heeft het vervolgens via een buitenlands bedrijf weer doorverkocht.

Joudeh komt uit een prominente familie die al honderden jaren waakt over de sleutel van de Heilige Grafkerk in Jeruzalem, waar volgens christenen Jezus is begraven en opgestaan. Nu zijn huis in handen is gevallen van Joodse kopers, wordt Joudeh door veel Palestijnen met de nek aangekeken.

Adeeb Joudeh met de sleutel van de Heilige Grafkerk

Om te bewijzen dat hij zijn huis aan een Palestijn heeft verkocht, loopt Joudeh altijd met de verkoopaktes op zak door Jeruzalem. De Palestijn opent elke dag de Heilige Grafkerk, maar het is de vraag of hij zijn baan mag houden. Sommige Palestijnen eisen dat hij de sleutel inlevert, omdat ze hem zien als verrader.

De familie Joudeh gelooft dat de organisatie van Daniel Luria betrokken is geweest bij de verkoop, maar hij wil daar niet op reageren omdat "er levens op het spel staan".

'Tweestatenoplossing wordt zo onmogelijk'

Een andere manier waarop organisaties als Ateret Cohanim aan land kunnen komen, is via de zogenoemde Absentee Property Law. Daarmee kan vastgoed in Oost-Jeruzalem teruggevorderd worden, dat voor de Arabisch-Israëlische oorlog in 1948 in handen van Joden was. Palestijnen hebben datzelfde recht niet.

Volgens onderzoeker Sub Laban werken organisaties als Ateret Cohanim hand-in-hand met de Israëlische overheid. "Die organisaties kunnen in de landarchieven komen en hebben een Israëlische wetssysteem dat ze helpt om land over te nemen. De Palestijnen worden zo Oost-Jeruzalem uit gedrukt." Hij gelooft dat een tweestatenoplossing in de toekomst onmogelijk wordt, als dit proces zo doorgaat.

Omdat Adeeb Joudeh genoeg bewijs heeft aangeleverd, wordt hij niet vervolgd door de Palestijnse regering. Maar aan de situatie kan hij verder niks veranderen: de verkoop is definitief. Sinds er een Joods gezin woont, heeft hij het huis niet meer bezocht. "Het is alsof mijn hart mijn lichaam heeft verlaten", zegt Joudeh. "We hebben het gecheckt en gecheckt, en nu worden we gezien als verraders."

Reportage: Heilig land te koop

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl