AS Monaco verkiest twee pareltjes boven landstitel

70 miljoen voor Thomas Lemar, 45 miljoen voor Fabinho en 20 miljoen voor Terence Kongolo. Plus de 180 miljoen euro die Paris Saint-Germain deze zomer overmaakt voor Kylian Mbappé, na een huurperiode van een jaar. De miljoenen stromen binnen bij AS Monaco.

En dat is zeker geen uitzondering voor de club uit het prinsdom. De laatste vier jaar verdiende Monaco zo'n 800 miljoen euro aan uitgaande transfers. Dat betrof veelal jonge, talentvolle spelers.

De prestaties van Monaco op het veld hadden daar nauwelijks onder te lijden. De club eindigde de laatste jaren steevast in de topdrie en werd in 2017 zelfs kampioen van Frankrijk.

Tel daar ook nog een halvefinaleplaats in de Champions League van 2016/2017 bij op en het is duidelijk dat Monaco zowel financieel als sportief een modelclub is.

"De jeugdopleiding van Monaco is de succesvolste van Frankrijk", meent sportjournalist en kenner van het Franse voetbal Jurriaan van Wessem. "Van oudsher krijgt de jeugd hier de kans in het eerste, om vervolgens een transfer te maken naar een grote Europese topclub."

Grote namen in het voetbal kenden tussen de casino's en de jachten hun doorbraak. Denk aan Thierry Henry, David Trezeguet, Patrice Evra en natuurlijk Mbappé.

Toch ging het sportief gezien lang niet altijd voor de wind. Zes jaar geleden nog maar bungelde Monaco troosteloos onderaan in Ligue 2, nadat de club het jaar daarvoor was gedegradeerd uit Ligue 1. Er leek destijds een wonder nodig om het verval te stuiten.

Russische investeerder

Gelukkig voor Monaco kwam dat wonder er ook, luisterend naar de naam Dimitri Rybolovlev. De Russische investeerder bracht enkele aankopen met zich mee en Monaco handhaafde zich in Ligue 2, om een jaar later zelfs kampioen te worden, waarna de rentree op het hoogste Franse niveau een feit was.

Spelers als James Rodríguez, Radamel Falcao en João Moutinho kwamen voor tientallen miljoenen. Maar ook Rybolovlev besefte op een gegeven moment dat het bij de Monegasken draait om de jeugd.

"Na een paar toptransfers in zijn eerste jaar zag Rybolovlev in dat je daar in Monaco niet aan kan verdienen", haalt Van Wessem terug. "Monaco is een kleine club met een heel kleine achterban. Je gaat hier niet miljoenen shirtjes verkopen van een nieuwe topaankoop."

"Hetzelfde geldt voor sponsoren. Die zijn lastiger te vinden in Monaco dan bijvoorbeeld in Parijs, Lyon of Marseille."

'Begint op handelshuis te lijken'

Jeugdige spelers aantrekken, laten doorbreken in het eerste om ze vervolgens te verkopen. Dat is het waar het om draait in het prinsdom. En zo wordt er geld verdiend om mee te draaien in de top.

"Na het eerste jaar onder Rybolovlev speelde de club elk jaar quitte. Daarnaast heeft hij met alle transfers ook al zijn hele investering eruit gehaald", weet Van Wessem.

"Of we het een handelshuis mogen noemen? Nog net niet. Maar het begint er wel steeds meer op te lijken. Ze zijn in ieder geval heel erg attent op de jeugdmarkt."

Monaco vormt met 30.000 inwoners, van wie het merendeel uitsluitend om belastingtechnische redenen in de stad is neergestreken, een uiterst kleine vijver met voetbaltalent. Vandaar dat tientallen scouts van AS Monaco elke dag aan het werk zijn in Frankrijk en Europa om jeugdige spelers te vinden en contracteren.

'Zelfde aantrekkingskracht als Ajax'

Het beste voorbeeld is natuurlijk Mbappé. De aanvaller komt uit een voorstad van Parijs, maar vertrok al op jonge leeftijd naar Monaco. Op zijn zestiende maakte hij zijn debuut in het eerste en twee jaar later werd hij voor 180 miljoen euro verkocht aan PSG.

"Je zou kunnen denken: waar slaat dit op en waarom is Mbappé PSG destijds niet opgevallen? Maar ze zijn daar minder met de jeugd bezig. Al wordt dat nu wel anders", stelt Van Wessem vast.

"Daarnaast heeft Monaco dus de beste jeugdopleiding. De club heeft ook een beetje dezelfde aantrekkingskracht als Ajax en De Toekomst in Nederland. Jeugdspelers willen er graag spelen."

Ondanks al het geld dat binnenstroomt, is Monaco niet in staat om te concurreren met het kapitaalkrachtige Paris Saint-Germain. "Die strijd hebben ze opgegeven. Ze hebben geen enkele intentie om kampioen te worden", aldus Wessem.

"Bedragen als 180 miljoen voor Mbappé kunnen ze niet weigeren. Om die reden spelen ze ook niet voor een hoofdprijs in Frankrijk, maar dat speelt eigenlijk niemand. Met PSG in de competitie gaat het voor clubs als Lyon, Marseille en Monaco om plek twee en drie."

"Zo kunnen ze meedraaien in de Champions League, wat weer een goede reden is voor jeugdspelers om toch voor die clubs te kiezen. Alleen zo kunnen ze zich financieel handhaven op dit hoge niveau."

De vraag is hoe lang Monaco dit vol kan houden. Geïnspireerd door het beleid van de Monegasken, is ook Paris Saint-Germain begonnen een scoutingsnetwerk op te zetten, waardoor de concurrentie tussen de Franse clubs onderling toeneemt.

Daarnaast is de spelersmarkt de afgelopen jaren volledig ontploft. Dat heeft ook zijn weerslag op de prijs van jeugdspelers. Een paar miljoen is niet meer genoeg voor een talent. Deze zomer maakte Monaco maar liefst 20 miljoen over naar Olympique Lyon voor de zestienjarige Nederlandse Fransman Willem Geubbels. Ook werd de Russische WK-sensatie Aleksander Golovin voor 30 miljoen opgehaald bij CSKA Moskou.

Twee of drie pareltjes

Maar met alle uitgaande transfers kwam er uiteindelijk 200 miljoen euro meer binnen dan er werd uitgegeven. En dan gaat het alleen over deze zomer. Met een selectie waarvan de helft van de spelers onder de 20 jaar is, hoopt Monaco dit seizoen opnieuw twee of drie pareltjes aan het internationale voetbal te presenteren, die dan volgende zomer weer voor veel geld verkocht kunnen worden.

"De talenten blijven wel komen", verzekert Van Wessem. "Alleen de weinige supporters vragen zich af of ze niet beter een seizoenkaart kunnen kopen voor de Youth League dan voor de Ligue 1."