De talenten reden hun race op de juniorenbaan naast het TT-circuit
NOS Sport

Nederlands motorsporttalent is er zeker, nu de faciliteiten nog

Voor de Nederlandse motorsportliefhebbers vormde de TT in Assen zondag als vanouds de hoogmis, maar juichen voor vaderlands succes was er niet bij. Slechts twee Nederlanders verschenen aan de start en beiden moesten genoegen nemen met een figurantenrol.

Bo Bendsneyder kwam in de Moto2 als veertiende over de streep, maar vond zichzelf vanwege een tijdstraf uiteindelijk als zeventiende terug in de officiële uitslag. Ryan van de Lagemaat werd laatste in de Moto3,

Dat zou in de toekomst heel anders kunnen zijn, meent Barry Veneman, hoofd talentontwikkeling van de Nederlandse motorsportbond KNMV. Voorwaarde is wel dat er dan flink geïnvesteerd wordt.

Talent genoeg, maar de motorjeugd komt competitie tekort

"Voor de groep vanaf 12 jaar moeten we structureel op de grote baan (het TT-circuit in Assen, red.) kunnen trainen, dan hebben we binnen vijf jaar de aansluiting met de grote motorsportlanden als Spanje en Italië te pakken", zegt Veneman.

"Zeker bij de kleintjes heb je een groepje van vier, vijf renners nodig die met elkaar in gevecht gaan. Als zij op zichzelf rijden, gaan ze hard, maar voor de laatste halve seconde heb je competitie nodig."

Faciliteiten in de regio creëren

De jeugdige motorsporttalenten trainen nu vooral op de juniorenbaan naast het TT-circuit in Drenthe. Gelijkertijd is de KNMV ook druk bezig in andere regio's faciliteiten te creëren. De bond werkt met een budget van 140.000 euro voor talentontwikkeling, wat naar internationale maatstaven zeer bescheiden is.

De KNMV moet daarom creatief zijn en alternatieve oplossingen zoeken. Veneman: "We proberen nu regionaal mogelijkheden te bieden, door gebruik te maken van rangeerterreinen van bedrijven of behendigheidspleinen van rijscholen. Maar dat heeft tijd nodig."

De talenten reden hun race op de juniorenbaan naast het TT-circuit

Op dat gebied loopt Nederland ver achter op Spanje en Italië, weet ook NOS-commentator Hans van Loozenoord. "In die landen heeft elke stad van 20.000 of meer inwoners een eigen circuitje. En bovendien speelt het weer mee. Daar kunnen ze het hele jaar trainen."

Niet voor niets bivakkeren volgens Van Loozenoord alle teams in de winter in Spanje en in mindere mate in Italië. De suggestie dat binnenbanen mogelijk een oplossing zouden zijn in Nederland, veegt hij resoluut van tafel. "Als de motoren zwaarder worden, is er meer ruimte nodig."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl