De Staat van Oranje: weg met de Hollandse School?
Het WK voetbal staat voor de deur. Opnieuw een eindtoernooi zonder het Nederlands elftal. Waar is het fout gegaan? En wat moet er gebeuren om het tij te keren? In de vierdelige tv-serie 'De Staat van Oranje' geeft de NOS de komende weken een andere kijk op de crisis in het Nederlandse voetbal.
In de tweede aflevering (vanavond, 21.25 uur, NPO 2) gaat het over de zogenoemde Hollandse School. Of eigenlijk het failliet daarvan. Er wordt nog altijd gevoetbald naar de ideeën van Johan Cruijff, maar is zijn voetbalfilosofie inmiddels niet achterhaald? Of schort het aan de juiste uitvoering?
Studeren op tactiek
Het Nederlandse voetbal loopt op tactisch gebied in ieder geval flink achter ten opzichte van het buitenland. Dat blijkt tijdens een bezoek aan Portugal, regerend Europees kampioen en de huidige nummer vier op de wereldranglijst.
Op de Universiteit van Porto is zowaar een studierichting voetbal. Bekendste exponent van deze studie is José Mourinho, die in Porto een deel van zijn opleiding genoot.
Voetbalprofessor Júlio Garganta is docent aan de opleiding. Hij veegt de vloer aan met het principe van mandekking, dat in Nederland nog vaak de voorkeur krijgt boven zonedekking.
In de tweede aflevering van 'De Staat van Oranje' komt ook Peter Bosz aan het woord. Hij haalde vorig seizoen met Ajax de finale van de Europa League. Bosz is geïnspireerd door Cruijff en zijn voetbalvisie is dan ook gevormd naar Cruijffs ideeën.
Dat geldt ook voor de voetbalopleiding van België. Na het WK van 2002 ontbraken 'de Rode Duivels' op alle eindtoernooien tot aan het WK van 2014. Om betere en vooral creatievere spelers op te leiden, spiekten ze in nota bene Nederland.